11 MAART 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 23 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt vervangen door de volgende bepaling;
" Art. 23. Onder voorbehoud van artikel 10 van de wet, hoeven niet in het bezit te zijn van de machtiging tot voorlopig verblijf :
1° de vreemdelingen bedoeld in titel II, hoofdstuk I, afdeling 6;
2° de onderdanen van Finland, Monaco, Noorwegen, Oostenrijk, IJsland en Zweden;
3° de onderdanen van Liechtenstein en Zwitserland, met uitzondering van hen die naar België komen om er een winstgevende bedrijvigheid uit te oefenen. "
Art.2. In titel II van hetzelfde besluit, wordt een hoofdstuk Ibis ingevoegd, dat een als volgt luidend artikel 69bis bevat :
" HOOFDSTUK Ibis. - Onderdanen van Finland, Noorwegen, Oostenrijk, IJsland en Zweden en leden van hun familie.
Art. 69bis. De documenten welke de onderdanen van Finland, Noorwegen, Oostenrijk, IJsland en Zweden moeten overleggen om het Rijk binnen te komen, zijn die welke zijn opgesomd in bijlage 2.
De onderdanen van Finland Noorwegen, Oostenrijk, IJsland en Zweden, en de leden van hun familie, vallen onder de bepalingen van titel II, hoofdstuk I, afdelingen 2, 3, 3bis, 4 en 6.
Wanneer het gemeentebestuur het attest van immatriculatie, model B, of de verblijfskaart van een onderdaan van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen, afgeeft, schrapt het echter respectievelijk de woorden " voorbehouden aan de Onderdanen van een Lid-Staat der Europese Gemeenschappen " of de woorden " van een onderdaan van een Lid-Staat der EEG " vermeld in de titel van de hierbovenvermelde documenten. "
Art.3. In bijlage 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 augustus 1984, 14 februari 1986, 13 juli 1988, 7 februari 1990, 16 oktober 1990, 18 april 1991 en 5 november 1992, vervallen de rubrieken " Finland ", " Noorwegen ", " Oostenrijk ", " IJsland " en " Zweden ".
Art.4. In bijlage 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 augustus 1984, 14 februari 1986, 20 december 1991 en 5 november 1992, worden een rubriek " Finland ", een rubriek " Noorwegen ", een rubriek " Oostenrijk ", een rubriek " IJsland " en een rubriek " Zweden ", luidend als volgt, ingevoegd :
" Finland :
A. Geldig nationaal paspoort of geldige Finse " Sjömanspass " (zeemanspaspoort), of geldige identiteitskaart van Finland.
B. Eén der documenten vermeld onder A. ";
" Noorwegen :
A. Geldig nationaal paspoort of geldige Noorse " Sjömanspass " (zeemanspaspoort).
B. Eén der documenten vermeld onder A. ";
" Oostenrijk :
A. Geldig of ten hoogste sedert 5 jaar verlopen nationaal paspoort of geldige Oostenrijkse " Personalausweis ".
B. Eén der documenten vermeld onder A. ";
" IJsland :
A. Geldig nationaal paspoort.
B. Het document vermeld onder A. ";
" Zweden :
A. Geldig nationaal paspoort of geldige Zweedse " Sjömanspass " (zeemanspaspoort).
B. Eén der documenten vermeld onder A. "
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994.
Art. 6. Onze Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken,
L. TOBBACK