Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 MAART 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.



Inhoudstafel:


Art. 1-6
BIJLAGEN.
Art. N15bis, N15ter



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995801635  1996000140 



Artikels:

Artikel 1. Artikel 26 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, vervangen door het koninklijk besluit van 16 augustus 1984 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 26. § 1. Wanneer de vreemdeling verklaart dat hij zich in één van de in artikel 10 van de wet, bepaalde gevallen bevindt, geeft het gemeentebestuur hem een document af dat aantoont dat de aanvraag werd ingediend en overeenkomstig het model van bijlage 15bis werd opgesteld. Het gemeentebestuur bezt onmiddellijk een kopie van dit document aan de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft of aan zijn gemachtigde.
  § 2. Indien de vreemdeling de in artikel 12bis van de wet bedoelde documenten niet overlegt, geeft het gemeentebestuur hem kennis van de beslissing tot onontvankelijkverklaring van zijn aanvraag door afgifte van een document overeenkomstig het model van bijlage 15ter.
  Het gemeentebestuur bezorgt onmiddellijk een kopie van dit document aan de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft of aan zijn gemachtigde.
  Indien de vreemdeling zich bovendien in één van de in artikel 7 van de wet bepaalde gevallen bevindt, wordt hem door middel van het formulier A of B, overeenkomstig de modellen van bijlage 12 of 13, kennis gegeven van de beslissing waarbij, hem bevolen wordt het grondgebied te verlaten.
  § 3. Indien de vreemdeling de in artikel 12bis van de wet bedoelde documenten overlegt, wordt hij in het vreemdelingenregister ingeschreven en wordt hij in het bezit gesteld van een attest van immatriculatie model A, waarvan de geldigheid één jaar na de datum van indiening van zijn aanvraag, vervalt.
  § 4. Indien de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft of zijn gemachtigde beslist dat de in § 3 bedoelde vreemdeling, geen recht op verblijf heeft, geeft hij hem bevel om het grondgebied te verlaten. Het gemeentebestuur geeft van beide beslissingen kennis door afgifte van een document overeenkomstig het model van bijlage 14.
  § 5. Indien de beslissing inzake de aanvraag tot verblijf gunstig is of indien er binnen de termijn van één jaar, te rekenen vanaf de datum van indiening van de aanvraag, geen enkele beslissing aan het gemeentebestuur wordt medegedeeld, wordt de in § 3 bedoelde vreemdeling in het bezit gesteld van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister.
  § 6. Indien de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft of zijn gemachtigde beslist de in § 5 bepaalde termijn van één jaar met een termijn van drie maanden te verlengen, geeft het gemeentebestuur een kopie van deze beslissing aan de vreemdeling en verlengt ze het attest van immatriculatie met drie maanden, te rekenen vanaf zijn vervaldatum.
  Indien de beslissing inzake de aanvraag tot verblijf gunstig is of indien er binnen deze nieuwe termijn van drie maanden geen enkele beslissing aan het gemeentebestuur wordt medegedeeld, wordt de vreemdeling in het bezit gesteld van een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister.
  Indien de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft of zijn gemachtigde beslist dat de vreemdeling geen recht op verblijf heeft, geeft hij hem bevel om het grondgebied te verlaten. Het gemeentebestuur geeft van beide beslissingen kennis door afgifte van een document overeenkomstig het model van bijlage 14. "

Art.2. De bijlage 15bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 16 augustus 1984 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 13 juli 1992, wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde bijlage 15bis.

Art.3. De bijlage 15ter, gevoegd bij dit besluit, wordt ingevoegd in de bijlagen bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Art.4. De procedure die, vóór het in werking treden van dit besluit, bepaalt was in artikel 26 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 augustus 1984 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1992, blijft van toepassing op de aanvragen tot inschrijving in het vreemdelingenregister die vóór 1 maart 1994, overeenkomstig artikel 12, lid 5, van de wet van 15 december 1980, opgeheven door de wet van 6 augustus 1993, werden ingediend.

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1994.

Art.6. Onze Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N15bis. BIJLAGE 15BIS. - ATTEST. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 08-03-1994, p. 5667>

Art. N15ter. BIJLAGE 15TER. - Verklaring omtrent de niet-ontvankelijkheid van de verblijfsaanvraag en akte van kennisgeving. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 08-03-1994, p. 5669-5670>