8 JULI 1993. - Besluit van de Waalse Regering tot oprichting van commissies voor geregelde diensten, gespecialiseerde geregelde diensten en taxidiensten.
Art. 1-14
Artikel 1. Er worden drie commissies opgericht, met name : de commissie voor geregelde diensten, de commissie voor gespecialiseerde geregelde diensten en de commissie voor taxidiensten.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder " Minister " de Minister tot wiens bevoegdheden Vervoer behoort en " exploitatiemaatschappijen " de exploitatiemaatschappijen bedoeld in hoofdstuk II van het decreet van 21 december 1989 betreffende de diensten voor het openbaar vervoer in het Waalse Gewest.
Art.3. § 1. De commissie voor geregelde diensten bestudeert, op verzoek van de Minister of op eigen initiatief, elk probleem eigen aan de geregelde diensten, met name :
- elk ontwerp van wijziging van de reglementering voor de geregelde diensten;
- elk voorstel tot aanpassing van het bestek voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, bestemd voor de exploitatie van geregelde diensten voor rekening van de exploitatiemaatschappeijen;
- de vastlegging van de standaardkostprijs die als basis dient voor de bezoldiging van de concessiehouders van geregelde diensten.
Aan de partijen doet ze bovendien nuttige voorstellen voor de minnelijke schikking van geschillen tussen de exploitatiemaatschappijen en de concessiehouders wanneer die geschillen haar door één van de partijen worden voorgelegd.
§ 2. De commissie voor geregelde diensten bestaat uit dertien leden :
1° drie ambtenaren van de algemene directie Vervoer van het Ministerie voor Uitrusting en Vervoer;
2° twee afgevaardigden van de " Société régionale wallonne du Transport " (Waalse Gewestelijke Vervoermaatschappij);
3° vijf afgevaardigden die elk één van de exploitatiemaatschappijen vertegenwoordigen;
4° drie afgevaardigden van de " Conseil francophone des Exploitants d'Autobus et d'Autocars " (Franstalige Raad voor Autobus- en Autocarexploitanten).
Art.4. § 1. De commissie voor gespecialiseerde geregelde diensten bestudeert, op verzoek van de Minister of op eigen initiatief, elk probleem eigen aan de gespecialiseerde geregelde diensten, met name :
- elk voorstel tot aanpassing van het bestek inzake het vervoer van leerlingen die de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde onderwijsinstellingen bezoeken;
- de vastlegging van de standaardkostprijs voor gespecialiseerde geregelde diensten.
Aan de partijen doet ze bovendien nuttige voorstellen voor de minnelijke schikking van geschillen tussen de exploitatiemaatschappijen, de " Société régionale wallonne du Transport " en de privé-exploitanten van gespecialiseerde geregelde diensten wanneer die geschillen haar door één van de partijen worden voorgelegd.
§ 2. (De commissie voor gespecialiseerde geregelde diensten bestaat uit twaalf leden :
1° drie ambtenaren van de algemene directie Vervoer van het Ministerie van Uitrusting en Vervoer;
2° twee afgevaardigden van de " Société régionale wallonne du Transport " (Waalse Gewestelijke Vervoermaatschappij);
3° één ambtenaar van de Regering van de Franse Gemeenschap;
4° één ambtenaar van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;
5° één afgevaardigde van de " Conseil francophone des Exploitants d'Autobus et d'Autocars ";
6° één afgevaardigde van de " Entente wallonne des Classes moyennes ";
7° één afgevaardigde van de " Union wallonne des Entreprises " (Waalse Ondernemersbond);
8° één afgevaardigde van de " Confédération des Syndicats chrétiens ";
9° één afgevaardigde van de " Fédération générale du Travail de Belgique ".) <BWG 1993-10-30/31, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 1994-01-08>
Art.5. § 1. De commissie voor taxidiensten bestudeert, op verzoek van de Minister of op eigen initiatief, elk probleem eigen aan de taxidiensten, met name :
- de toe te passen tarieven;
- elk ontwerp van wijziging van de reglementering voor het taxivervoer.
§ 2. De commissie voor taxidiensten bestaat uit elf leden :
1° drie ambtenaren van de algemene directie Vervoer van het Ministerie voor Uitrusting en Vervoer;
2° twee afgevaardigden van de " Société régionale wallonne du Transport ";
3° twee afgevaardigden van de Waalse afdeling van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten;
4° twee afgevaardigden van de " Union wallonne des Exploitants de Taxis " (Waalse vereniging van taxi-exploitanten);
5° twee afgevaardigden van de " Fédération wallonne des Exploitants indépendants de Taxis " (Waalse vereniging van zelfstandige taxi-exploitanten).
Art.6. Voor elk commissielid wordt een vervangend lid aangewezen.
Een afgevaardigde van de Minister woont de werkzaamheden van de commissie als waarnemer bij.
Art.7. De leden van de afvaardigingen die in de artikelen 3, 4 en 5 bedoeld worden en een ministerieel departement vertegenwoordigen, worden door de bevoegde regering aangeduid. De leden van de andere afvaardigingen worden door hun respectievelijke overheid aangeduid.
Art.8. Telkens als een door de commissie voor gespecialiseerde geregelde diensten onderzocht probleem tot hun bevoegdheden behoort, neemt een afgevaardigde van elk van de exploitatiemaatschappijen deel aan de werkzaamheden van de commissie.
Die afgevaardigden zijn stemgerechtigd.
Art.9. Elke afvaardiging mag zich laten begeleiden door hoogstens twee deskundigen die niet stemgerechtigd zijn.
Art.10. Het mandaat van de leden van de commissies duurt vier jaar en is hernieuwbaar.
Art.11. Het voorzitterschap van de commissies wordt waargenomen door de directeur-generaal van de algemene directie Vervoer van het Ministerie voor Uitrusting en Vervoer.
Het secretariaat van de commissies wordt waargenomen door de diensten van dezelfde algemene directie Vervoer, directie Personenvervoer.
Art.12. De commissies stellen hun eigen reglement van inwendige orde vast alvorens het aan de goedkeuring van de Minister voor te leggen.
Art.13. Worden opgeheven :
- het koninklijk besluit van 7 juli 1975 betreffende de regionale comités van advies voor de taxi's;
- het koninklijk besluit van 14 september 1981 houdende samenstelling van het Waals regionaal comité van advies voor de taxi's.
Art. 14. De Minister tot wiens bevoegdheden Vervoer behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.