28 APRIL 1993. - Koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen van houtskool bestemd voor het roosteren van voedingsmiddelen.
Art. 1-9
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Houtskool : de vaste stof bekomen door het verkolen van hout door trage verbranding boven 380 °C, voornamelijk bestaande uit verkoolde stoffen en in mindere mate uit minerale bestanddelen.
2° Gezuiverde houtskool : houtskool die aan de zuiverheidseisen voldoet.
3° Ongezuiverde houtskool : houtskool die niet aan de zuiverheidseisen van gezuiverde houtskool voldoet.
4° Geagglomereerde gezuiverde houtskool of briketten van gezuiverde houtskool : houtskool die geagglomereerd werd met bindmiddelen of in de vorm van blokken geperst.
Art.2. § 1. Het is verboden houtskool in de handel te brengen bestemd voor het roosteren van voedingsmiddelen, indien niet aan de volgende eisen voldaan is :
1° het moet gezuiverde houtskool zijn die aan de volgende eisen voldoet :
a) gehalte aan vaste koolstof : minimum 82 %;
b) vochtgehalte : maximum 7 %;
c) gehalte aan vluchtige stoffen : maximum 12 % met een toegelaten tolerantie van 2 %;
2° indien het geagglomereerde gezuiverde houtskool of briketten van gezuiverde houtskool betreft moet het gedeelte houtskool daarvan voldoen aan de eisen voor gezuiverde houtskool en moet het produkt aan de volgende eisen voldoen :
a) geen andere verbrandingshulpstof of brandstof dan houtskool bevatten;
b) geen bindmiddelen bevatten die gechloreerde of gebromeerde organische stoffen bevatten;
c) gehalte aan houtskool : minimum 90 %;
d) gehalte aan vaste koolstof : minimum 60 %;
e) gehalte aan vluchtige stoffen : maximum 21 %;
f) vochtgehalte : maximum 8 %;
g) gehalte aan bindmiddelen : maximum 10 %.
§ 2. Het is verboden ongezuiverde houtskool in de handel te brengen waarvoor wordt aangegeven of waarvoor de indruk wordt gegeven dat deze geschikt is voor het roosteren van voedingsmiddelen.
Art.3. § 1. Het is verboden gezuiverde houtskool, geagglomereerde gezuiverde houtskool of briketten van gezuiverde houtskool, bestemd voor het roosteren van voedingsmiddelen, in de handel te brengen, waarvan de etikettering niet de volgende vermeldingen draagt :
1° de benaming van het produkt overeenstemmend met de definitie vermeld in artikel 1, 2° en 4°, voor elk van beide categorieën;
2° de naam, de handelsnaam en het adres van de fabrikant of van de verantwoordelijke voor het in de handel brengen;
3° een gebruiksaanwijzing, die alleszins de volgende waarschuwingen dient te bevatten :
- " begin het roosteren van de voeding pas 15 minuten na het aansteken van de houtskool ";
- " kwetsbaar produkt - vreest vocht ".
§ 2. De in § 1 voorziene vermeldingen moeten op een zichtbare, duidelijk leesbare en onuitwisbare wijze op de verpakking worden aangebracht.
Art.4. In de reclame voor houtskool is het verboden gewag te maken van enig effekt op de gezondheid.
Art.5. Voor de toepassing van dit besluit moeten de volgende controlemethodes worden toegepast :
1° voor de bepaling van het vochtgehalte : de in de Belgische Norm N.B.N. M 11.001 (1984), bijlage B bepaalde methode of een equivalente controlemethode;
2° voor de bepaling van het koolstofgehalte : de in de Belgische Norm N.B.N. M 11.001 (1984), punt 4.3 bepaalde methode of een equivalente controlemethode;
3° voor de bepaling van het bindstofgehalte : de in de Belgische Norm N.B.N. M 11.001 (1984), punt 4.4 bepaalde methode of een equivalente controlemethode;
4° voor de bepaling van het gehalte aan vluchtige stoffen : de in de Belgische Norm N.B.N. M 11.001 (1984), bijlage D bepaalde methode of een equivalente controlemethode.
Art.6. _ Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vervolgd en gestraft overeenkomstig de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten, gewijzigd door de wet van 22 maart 1989.
Art.7. Het koninklijk besluit van 29 oktober 1986 betreffende het in de handel brengen van houtskool bestemd voor het roosteren van voedingsmiddelen wordt opgeheven.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de derde maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 9. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.