31 DECEMBER 1992. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van bepalingen van de wet van 4 april 1991 tot regeling van het gebruik van de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen door ministeriële diensten en door de instellingen van sociale zekerheid die onder het Ministerie van Sociale Voorzorg ressorteren.
Art. 1-7
Artikel 1. § 1. De artikelen 1 tot 4 van de wet van 4 april 1991 tot regeling van het gebruik van de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen door ministeriële diensten en door de instellingen van sociale zekerheid die onder het Ministerie van Sociale Voorzorg ressorteren treden in werking de eerste dag van de derde maand volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
§ 2. De artikelen 5 tot 8 van dezelfde wet treden in werking de eerste dag van de zesde maand volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.2. Artikel 9 van dezelfde wet treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.3. § 1. De artikelen 12 tot 14 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991, treden in werking de eerste dag van de zesde maand volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
§ 2. Artikel 15 van dezelfde wet treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.4. Artikel 16 van dezelfde wet treedt in werking de eerste dag van de zesde maand volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.5. Artikel 17 van dezelfde wet treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7. Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.