Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 SEPTEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot toekenning van een toelage aan de ambtenaren van de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering die instaan voor de betalingen per kas. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-10-1993 en tekstbijwerking tot 21-12-2001).



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1990022106  1990022108 



Uitvoeringsbesluit(en):

2001003555 



Artikels:

Artikel 1. Met het oog op het dekken van de risico's en de verantwoordelijkheid inherent aan de kasverrichtingen wordt een kastoelage verleend aan de ambtenaar die instaat voor de verrichtingen per kas, hetzij aan het loket van een gewestelijke dienst, hetzij tijdens een zitting.

Art.2. De kastoelage waarvan sprake in artikel 1 wordt jaarlijks aan de ambtenaar verleend en wordt vastgesteld als volgt :
  a) (237,98 EUR) per ambtenaar die kasverrichtingen registreert - met uitsluiting van die betreffende de uitkeringen - voor een jaarlijks bedrag van meer dan (198 314,82 EUR); <KB 2001-12-04/48, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  b) (178,49 EUR) per ambtenaar die kasverrichtingen registreert - met uitsluiting van die betreffende de uitkeringen - voor een jaarlijks bedrag van meer dan (24 789,36 EUR) en minder dan (198 314,82 EUR); <KB 2001-12-04/48, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  c) (1,00 EUR) per verstrekking per ambtenaar die kasverrichtingen registreert - met uitsluiting van die betreffende de uitkeringen - voor een jaarlijks bedrag van minder dan (24 789,36 EUR). <KB 2001-12-04/48, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  In dat geval mag een jaarlijkse toelage niet meer bedragen dan (44,63 EUR). Met verstrekking wordt bedoeld, elke kasverrichting die in de loop van eenzelfde dag door eenzelfde persoon wordt uitgevoerd, hetzij aan het loket, hetzij tijdens een zitting. <KB 2001-12-04/48, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>

Art.3. De in artikel 1 bedoelde ambtenaren worden op voorstel van de gewestelijke beheerder door de administrateur-generaal aangesteld. In geval van tijdelijke afwezigheid van een van deze ambtenaren neemt de gewestelijke beheerder de nodige maatregelen om hem te vervangen.

Art.4. De in artikel 3 bedoelde persoon die kasverrichtingen hebben geregistreerd voor een jaarbedrag van meer dan (24 789,36 EUR) moeten een waarborg stellen ten belope van : <KB 2001-12-04/48, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  a) (247,90 EUR), wanneer de toelage (237,98 EUR) per jaar bedraagt; <KB 2001-12-04/48, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  b) (198,32 EUR), wanneer de toelage (178,49 EUR) per jaar bedraagt; <KB 2001-12-04/48, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  c) (49,58 EUR), wanneer de toelage (44,63 EUR) per jaar bedraagt. <KB 2001-12-04/48, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  Deze waarborg moet worden gevormd door voorafgaande storting van bovenvermelde som aan de A.S.L.K., of door een inhouding van 25 pct. op hun kastoelage, zulks ten belope van het bedrag van de waarborg waarvan sprake hierboven. Zodra het bedrag van de waarborg is bereikt kunnen de toelage-ontvangers over de interesten van hun rekening beschikken. Alle maatregelen betreffende het openen van de rekeningen en het storten van de inhoudingen aan de Algemene Spaar- en Lijfrentekas worden genomen door de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering met een clausule van " niet-beschikbaarheid ", behalve wanneer er toestemming is van het Beheerscomité.

Art.5. Op basis van een jaarlijkse staat die de identiteit vermeldt van de personen die instonden voor kasverrichtingen, alsmede het jaarlijks bedrag van deze verrichtingen, en eventueel het aantal en de datum van de verrichtingen, wordt de toelage betaald in de loop van de maand februari van het jaar daarop. Iedere betrokken ambtenaar ontvangt een kopie van de individuele staat.

Art.6. Als er een deficit is in de rekeningen, wordt deze som, als ze gelijk is aan of lager dan de waarborg, van deze laatste afgetrokken. Als ze hoger is dan de waarborgsom die op het boekje staat, wordt het geval aan het Beheerscomité voorgelegd.

Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993.

Art.8. <Opheffingsbepaling van KB 1990-02-16/34>

Art. 9. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.