15 SEPTEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces.
Art. 1-5
Artikel 1. § 1. In toepassing van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, ingevoegd door de wet van 10 juni 1993, kan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid op voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een onderneming of een sector vrijstellen van de verplichting om stagiairs tewerk te stellen overeenkomstig artikel 7, § 1, van bovengenoemd koninklijk besluit nr. 230 indien deze onderneming of sector voldoet aan de volgende voorwaarden :
1° gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 2 van de wet van 10 juni 1993 die een inspanning voorziet van minimaal 0,20 % voor de risicogroepen of personen uit het begeleidingsplan; het gedeelte van de inspanning dat de 0,15 %-inspanning bedoeld in artikel 10bis van het hogergenoemd koninklijk besluit nr. 230 overschrijdt, moet voornamelijk besteed worden aan initiatieven bedoeld in artikel 10bis, § 1er, 2° a of b van dit koninklijk besluit nr. 230;
2° de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in 1° moet een exacte berekening bevatten van de reële stageverplichting die geldt voor de onderneming of de sector;
3° de totale inspanning bedoeld in 1° moet betrekking hebben op een aantal personen dat overeenstemt met de berekening bedoeld in 2°.
§ 2. De Minister van Tewerkstelling en Arbeid kan op voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening de onderneming en/of sectoren bedoeld in § 1 ook gedeeltelijk vrijstellen van de stageverplichting overeenkomstig artikel 7, § 1, van bovengenoemd koninklijk besluit nr. 230 en dit rekening houdend met de verhouding tussen de totale inspanning bedoeld in § 1, 1° en de exacte berekening van de reële stageverplichting bedoeld in § 1, 2°.
§ 3. De vrijstelling bedoeld in § 1 en § 2 kan toegekend worden voor een periode van maximaal 2 jaar. Voor de ondernemingen of sektoren die de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten bedoeld in § 1, 1° en 2°, niet naleven, kan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, na advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, de toegekende vrijstelling intrekken. Deze beslissing bepaalt ook de termijn waarbinnen de onderneming of de sektor moet overgaan tot de aanwerving van de stagiairs zoals voorzien in artikel 7, § 1 van het bovenvermeld koninklijk besluit nr. 230.
Art.2. De onderneming of de sektor die een vrijstelling wil bekomen van de stageverplichting dient daartoe een aanvraag in bij de Minister van Tewerkstelling en Arbeid.
Deze aanvraag moet de volgende elementen bevatten :
a) indien de aanvraag uitgaat van een onderneming :
1) de benaming van de onderneming, evenals het adres alsook de juridische vorm;
2) een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van de onderneming en het nummer van het bevoegde paritair comité;
3) de nodige stukken die aantonen dat de onderneming voldoet aan de voorwaarden van artikel 1;
4) het advies van de ondernemingsraad of het comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen of van de syndicale delegatie.
b) indien de aanvraag uitgaat van de sektor :
1) de benaming van de sektor evenals de nauwkeurige omschrijving ervan;
2) de nodige stukken die aantonen dat de onderneming voldoet aan de voorwaarden van artikel 1;
3) het advies van het betrokken paritair comité.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid maakt deze aanvragen voor advies over aan het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
Art.3. De ambtenaren van de Dienst Inschakeling in het Arbeidsproces van de Administratie van de Werkgelegenheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid zijn belast met het opvolgen van deze vrijstellingen.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993.
Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.