24 JUNI 1993. - Koninklijk besluit van collectieve genade.
Art. 1-5
Artikel 1. Kwijtschelding is verleend :
1° van de als hoofdstraf opgelegde politiegevangenisstraffen;
2° van de tuchtstraffen die werden uitgesproken bij toepassing van het Militair Strafwetboek;
3° van zes maanden op de tijdelijke criminele straffen of correctionele hoofdgevangenisstraffen of militaire gevangenisstraffen uitgesproken door de Belgische rechtbanken.
Art.2. De kwijtschelding van zes maanden, bepaald in het 3° van het vorig artikel, wordt op negen maanden gebracht voor de veroordeelden van Belgische nationaliteit die kunnen doen blijken van hun hoedanigheid van : oudstrijder, krijgsgevangene, oorlogsinvalide, politiek gevangene, gewapend verzetsman, burgerlijk verzetsman, verzetsman door de sluikpers, weggevoerde voor de verplichte arbeidsdienst, agent voor de inlichtings- en actiediensten, werkweigeraar.
Art.3. Zijn kwijtgescholden, de geldboeten waarin één of meer gevangenisstraffen, die met toepassing van de vorige artikelen zouden kwijtgescholden zijn, werden omgezet.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1993.
Art. 5. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Landsverdediging zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.