29 SEPTEMBER 1993. - KONINKLIJK BESLUIT tot wijziging van de wet van 17 juni 1991 tot organisatie van de openbare kredietsector en harmonisering van de controle en de werkingsvoorwaarden van de kredietinstellingen (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-10-1993 en tekstbijwerking tot 13-01-1995)
Art. 1-57
Artikel 1. <Wijzigingsbepaling van het opschrift van de Wet 1991-06-17/30>
Art.2. <Wijzigingsbepaling van het opschrift van Boek I van de Wet 1991-06-17/30>
Art.3. <Wijzigingsbepaling van art. 3 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.4. <Wijzigingsbepaling van art. 4 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.5. <Wijzigingsbepaling van art. 5 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.6. <Wijzigingsbepaling van art. 6 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.7. <Wijzigingsbepaling van art. 8 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.8. <Wijzigingsbepaling van Het opschrift van Onderafdeling III van Boek I, Titel I, Hoofdstuk I, Afdeling II van de wet 1991-06-17/30>
Art.9. <Wijzigingsbepaling van art. 9 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.10. <Wijzigingsbepaling van art. 10 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.11.
<Wijzigingsbepaling van art. 11 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.12. <Wijzigingsbepaling van art. 13 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.13. <Wijzigingsbepaling van art. 15 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.14. <Opheffingsbepaling van art. 18 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.15. <Wijzigingsbepaling van het opschrift van Afdeling I van Boek I, Titel I, Hoofdstuk II van de wet 1991-06-17/30>
Art.16. <Wijzigingsbepaling van art. 19 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.17. <Opheffingsbepaling van art. 20 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.18. <Wijzigingsbepaling van art. 21 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.19. <Wijzigingsbepaling van art. 22 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.20. <Wijzigingsbepaling van art. 24 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.21. <Opheffingsbepaling van art. 25 tot 34 + 36 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.22. <Wijzigingsbepaling van het opschrift van Afdeling I van Boek I, Titel I, Hoofdstuk III van de wet 1991-06-17/30>
Art.23. <Wijzigingsbepaling van art. 37 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.24. <Opheffingsbepaling van art. 38 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.25. <Wijzigingsbepaling van art. 39 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.26. <Wijzigingsbepaling van art. 40 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.27. <Wijzigingsbepaling van art. 42 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.28. <Opheffingsbepaling van art. 43 tot 52 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.29. <Wijzigingsbepaling van art. 69 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.30. <Opheffingsbepaling van art. 71 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.31. <Wijzigingsbepaling van art. 191 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.32. <Wijzigingsbepaling van art. 196 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.33. <Wijzigingsbepaling van art. 202 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.34. <Wjzigingsbepaling van het opschrift van Hoofdstuk IV van Boek I, Titel III
en in het opschrift van Afdeling I van bedoeld Hoofdstuk IV van de wet 1991-06-17/30>
Art.35. <Wijzigingsbepaling van art. 204 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.36. <Wijzigingsbepaling van art. 205 van de Wet 1991-06-17/30>dezelfde wet wordt de eerste zin aangevuld met de woorden " of haar gedelegeerde bestuurders ".
Art.37. <Wijzigingsbepaling van art. 206 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.38. <Wijzigingsbepaling van art. 207 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.39. <Wijzigingsbepaling van art. 208 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.40. <Wijzigingsbepaling van art. 210 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.41. <Wijzigingsbepaling van art. 223 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.42. <Wijzigingsbepaling van art. 224 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.43. <Wijzigingsbepaling van art. 225 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.44. <Wijzigingsbepaling van art. 229 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.45. <Wijzigingsbepaling van art. 249 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.46. <Wijzigingsbepaling van art. 253 van de Wet 1991-06-17/30>
Art.47. (Opgeheven) <W 1994-12-23/45, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1995>
Art.48. Artikel 252, tweede lid, van de wet van 17 juni 1991 treedt in werking wat de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank betreft vanaf het boekjaar 1992.
Art.49. De algemene vergaderingen van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Holding, van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank en van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen brengen de statuten van deze vennootschappen in overeenstemming met dit besluit binnen de zes maanden na de inwerkingtreding ervan.
Art.50. Artikel 212 van de wet van 17 juni 1991 is van toepassing op alle akten, overeenkomsten en verrichtingen vereist voor de omvorming van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank en van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen in privaatrechtelijke naamloze vennootschappen.
Art.51. De reglementaire, statutaire en andere bepalingen genomen in uitvoering van bepalingen van de wet van 17 juni 1991 tot organisatie van de openbare kredietsector en harmonisering van de controle en de werkingsvoorwaarden van de kredietinstellingen, voor zijn wijziging bij dit besluit, en die niet rechtstreeks strijdig zijn met dit koninklijk besluit blijven van kracht.
Art.52. <Wijzigingsbepaling van art. 62 van de Wet 1993-03-22/34>
Art.53. <Wijzigingsbepaling van art. 91 van de Wet 1985-08-01/30>
Art.54. Worden opgeheven :
1° Het koninklijk besluit van 14 juni 1972 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de personeelsleden van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen;
2° Het koninklijk besluit van 4 juni 1976 houdende vaststelling van de taalkaders van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 mei 1977 en bij het koninklijk besluit van 13 december 1977;
3° Onverminderd artikel 51 en vanaf de statutenwijziging zoals bedoeld in artikel 49 van dit besluit, en uitsluitend voor wat de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank en de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen betreft, het koninklijk besluit van 21 mei 1992 tot vaststelling van de eerste statuten van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Holding, van de ASLK-Bank en van de ASLK-Verzekeringen.
Art.55. <Wijzigingsbepaling van art. 110 van de Wet 1993-03-22/34>
Art.56. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1993.
Evenwel treden de artikelen 45, 47 en 53 slechts in werking op 1 januari 1995.
Voor de termijnverplichtingen van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank waarvoor op 1 januari 1995 de staatswaarborg geldt, blijft de waarborg evenwel gelden tot op hun vervaldag.
Voor verplichtingen op zicht of zonder termijnvermelding van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank waarvoor op 1 januari 1995 de staatswaarborg geldt, blijft de waarborg gelden tot 31 december 1999 voor het bedrag van deze verplichtingen op 1 januari 1995 of voor het laagste bedrag dat ze sinds die datum zullen hebben bereikt.
Art. 57. Onze Vice-Eerste Minister, Minister van Justitie en Economische Zaken, en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.