25 NOVEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-1993 en tekstbijwerking tot 14-07-1999)
Art. 1-15
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN.
Art. 16-20, 23
Artikel 1. <Wijzigingsbepaling van art. 1 van KB 1973-01-08/01>
Art.2. <Wijzigingsbepaling van art. 3 van KB 1973-01-08/01>
Art.3. <Wijzigingsbepaling van art. 9 tot 15 van KB 1973-01-08/01>
Art.4. <Invoering van art. 15sexies in KB 1973-01-08/01>
Art.5. <Wijzigingsbepaling van art. 16 van KB 1973-01-08/01>
Art.6. <Wijzigingsbepaling van art. 18 tot 22 van KB 1973-01-08/01>
Art.7. <Wijzigingsbepaling van art. 24 van KB 1973-01-08/01>
Art.8. <Opheffingsbepaling van art. 26, 27, 28 en 30 van KB 1973-01-08/01>
Art.9. <Wijzigingsbepaling van het opschrift van hoofdstuk VII van KB 1973-01-08/01>
Art.10. <Opheffingsbepaling van art. 32 en 49 van KB 1973-01-08/01>
Art.11. <Wijzigingsbepaling van het opschrift van hoofdstuk XIX van KB 1973-01-08/01>
Art.12. <Wijzigingsbepaling van art. 51quinquies van KB 1973-01-08/01>
Art.13. <Invoering van art. 51sexies, 51septies, 51octies in KB 1973-01-08/01>
Art.14. <Wijzigingsbepaling van art. 53 van KB 1973-01-08/01>
Art.15. <Opheffingsbepaling van art. 54 en 55 van KB 1973-01-08/01>
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN.
Art.16. <KB 1999-05-13/46, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 14-07-1999> In afwachting van de aanwijzing van de opleidingsdirecteurs of bij ontstentenis van laatstgenoemden worden hum functies uitgeoefend door het diensthoofd dat de stagiair onder zijn bevel heeft, onder toezicht van de leidende ambtenaar of de adjunct-leidende ambtenaar.
Art.17. De vóór de inwerkingtreding van dit besluit van kracht zijnde bepalingen blijven van toepassing op de stagiair die, op deze datum, in deze hoedanigheid benoemd was.
Art.18. In de instellingen die een centrale vormingsdienst hebben georganiseerd, moeten de chef van de vormingsdienst en de ambtenaar die hem, in voorkomend geval, is toegevoegd, bedoeld in artikel 48sexies van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, het geschiktheidsbrevet bedoeld in artikel 48quinquies, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, zoals het gelezen moet worden krachtens artikel 15sexies van het koninklijk besluit van 8 januari 1973, ingevoegd bij artikel 4, behalen binnen drie jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art.19. De rechtspositionele bepalingen die toepasselijk zijn op de datum van het van kracht worden van dit besluit, blijven van toepassing op de beroepen die vóór deze datum bij de raden van beroep zijn ingesteld.
Art.20. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, met uitzondering van :
1° artikel 3, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 1992 voor zover het de artikelen 9 en 12 van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 vervangt, en dat met ingang van 1 juli 1993 in werking treedt voor de toepassing van de artikelen 14, 15quater en 15quinquies van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 op niveau 2+;
2° (artikel 14), dat in werking treedt met ingang van 1 juli 1993. <Errartum. Zie B.St. 15-01-1994, p. 813>
Art. 23. Onze Ministers en Onze Staatssecretaris zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.