Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 MEI 1993. - Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-05-1993 en tekstbijwerking tot 14-12-2005.)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De werking.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Beroepen ingesteld bij toepassing van artikel 57/11, paragraaf 1, van de wet.
Art. 3-8
HOOFDSTUK IV. - Aanhangigmaking bij toepassing van artikel 57/11, paragraaf 2, van de wet. (opgeheven) <KB 2005-11-10/72, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>
Art. 9-11
HOOFDSTUK V. - Bepalingen gemeen aan hoofdstukken III en IV.
Art. 12-20
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 21-22



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1990010368 



Uitvoeringsbesluit(en):

1996000497  2005000754 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° de wet : de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
  2° de Commissie : de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen;
  3° de Minister : de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft.

HOOFDSTUK II. - De werking.
Art.2. Het ambt van eerste voorzitter binnen elke taalrol wordt bekleed door de voorzitter met de grootste dienstanciënniteit of, in geval van gelijkheid, door degene die de oudste is.
  De eerste voorzitter verzekert de verdeling van de zaken tussen de voorzitters van de kamers, het houden van de algemene rol en de leiding van de dienst.
  Hij verleent de nodige machtigingen aan de personeelsleden, die ter beschikking worden gesteld van de Commissie, betreffende de kennisgevingen en de oproepingen.
  (De eerste voorzitter roept wanneer hij dit nodig acht en minstens eenmaal per jaar alle voorzitters en vaste bijzitters samen teneinde te ijveren voor een eenvormige rechtspraak.
  De eerste voorzitter dient deze vergadering, met hetzelfde doel, eveneens samen te roepen indien twee derden van de leden hierom verzoeken.
  De vergadering wordt tijdens de pare jaren voorgezeten door de Nederlandstalige eerste voorzitter en tijdens de onpare jaren door de Franstalige eerste voorzitter.) <KB 2005-11-10/72, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>

HOOFDSTUK III. - Beroepen ingesteld bij toepassing van artikel 57/11, paragraaf 1, van de wet.
Art.3. De beroepen bedoeld in artikel 57/11, paragraaf 1, eerste lid, van de wet, worden bij de Commissie ingesteld door middel van (een verzoekschrift dat is opgesteld in de taal van de procedure die werd bepaald overeenkomstig artikel 51/4 van de wet), ofwel door de vreemdeling of zijn advocaat, ofwel door de Minister of zijn gemachtigde ondertekend. <KB 2005-11-10/72, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>

Art.4. Het verzoekschrift ingediend door de vreemdeling of zijn advocaat bevat :
  1° de naam, voornamen, nationaliteit, geboorteplaats en -datum van de vreemdeling evenals de door hem gekozen woonplaats;
  2° in voorkomend geval, de naam, voornaam en het kantooradres van de advocaat;
  3° (Opgeheven) <KB 1996-09-27/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 22-10-1996>;
  4° de referte of een kopie van de beslissing van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, die het voorwerp uitmaakt van het beroep bedoeld bij artikel 57/11, paragraaf 1, eerste lid, van de wet;
  5° een uiteenzetting van de feiten en middelen.
  (Lid 2 opgeheven) <KB 1996-09-27/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 22-10-1996>
  Een kopie van het verzoekschrift van de vreemdeling wordt ter kennis gebracht van de Minister of van zijn gemachtigde bij een ter post aangetekende brief of per bode tegen ontvangstbewijs of per faxpost.

Art.5. Het verzoekschrift ingediend door de Minister of zijn gemachtigde bevat :
  1° de naam, voornamen, nationaliteit, geboorteplaats en -datum van de vreemdeling;
  2° de referte of een kopie van de beslissing van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, die het voorwerp uitmaakt van het beroep bedoeld bij artikel 57/11, paragraaf 1, eerste lid, van de wet;
  3° een uiteenzetting van de feiten en middelen.

Art.6. Wanneer het beroep wordt ingesteld door de Minister of zijn gemachtigde, wordt een kopie van het verzoekschrift ter kennis gebracht van de vreemdeling door middel van een ter post aangetekende brief of per bode tegen ontvangstbewijs.
  In voorkomend geval wordt een kopie van het verzoekschrift eveneens ter kennis gebracht van de advocaat van de vreemdeling door middel van een ter post aangetekende brief of per bode tegen ontvangstbewijs of per faxpost.
  Wanneer de vreemdeling woonplaats heeft gekozen bij zijn advocaat, kan de kopie van het verzoekschrift ook worden verstuurd per faxpost.
  Deze kennisgeving is vergezeld van een vraag om inlichtingen waarbij de vreemdeling of zijn advocaat verzocht wordt mede te delen :
  1° de gekozen woonplaats;
  2° in voorkomend geval, de naam, voornaam en het kantooradres van de advocaat;
  3° (Opgeheven) <KB 1996-09-27/38, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 22-10-1996>
  (NOTA : Deze bepaling blijft van toepassing op de aanvragen tot erkenning van de status van vluchteling ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet van 10 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15 december 1980.)
  (Lid 5 opgeheven) <KB 1996-09-27/38, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 22-10-1996>
  (NOTA : Dit lid blijft van toepassing op de aanvragen tot erkenning van de status van vluchteling ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet van 10 juli 1996 tot wijziging van de wet van 15 december 1980.)

Art.7. Een kopie van het verzoekschrift van de vreemdeling, van de Minister of van zijn gemachtigde, wordt ter kennis gebracht bij een ter post aangetekende brief of per bode tegen ontvangstbewijs of per faxpost aan de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, die onmiddellijk het adinistratief dossier aan de Commissie overzendt.

Art.8. (opgeheven) <KB 2005-11-10/72, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>

HOOFDSTUK IV. - Aanhangigmaking bij toepassing van artikel 57/11, paragraaf 2, van de wet. (opgeheven)
Art.9. (opgeheven) <KB 2005-11-10/72, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>

Art.10. (opgeheven) <KB 2005-11-10/72, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>

Art.11. (opgeheven) <KB 2005-11-10/72, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>

HOOFDSTUK V. - Bepalingen gemeen aan hoofdstukken III en IV.
Art.12. Het verzoekschrift wordt ofwel tegen ontvangstbewijs neergelegd bij een personeelslid dat ter beschikking gesteld is van de Commissie en waarvan de graad ten minste tot rang 20 behoort, ofwel bij een ter post aangetekende brief aan de Commissie toegezonden.

Art.13. De documenten waarvan de vreemdeling of zijn advocaat en de Minister of zijn gemachtigde willen gebruik maken, worden in originele vorm of onder vorm van een kopie aan de Commissie voorgelegd en dienen, indien zij in een andere taal dan deze van de rechtspleging opgesteld werden, vergezeld te zijn van een voor eensluidend verklaarde vertaling.
  Bij gebrek aan een dergelijke vertaling, is de Commissie niet verplicht deze documenten in overweging te nemen.
  (De documenten of inlichtingen, meegedeeld aan de Commissie door een Belgische overheid overeenkomstig artikel 57/15, tweede lid, van de wet, of door andere instanties of personen, worden bij het dossier van de Commissie gevoegd en in een inventaris ingeschreven op de datum waarop zij bij het dossier zijn gevoegd.
  Wanneer deze documenten of inlichtingen informatie bevatten die geen rechtstreeks verband hebben met het geval dat bij de Commissie aanhangig is, kan de voorzitter van de kamer waarbij het verzoek aanhangig of de door hem gemachtigde bijzitter beslissen dat alleen de ter zake dienende uittreksels uit die documenten of inlichtingen bij het dossier worden gevoegd.) <KB 2005-11-10/72, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>

Art.14. De voorzitter van de kamer (of de alleenzetelende vaste bijzitter) verzekert de organisatie van de zittingsrol. <KB 2005-11-10/72, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>

Art.15. De oproepingen voor de zitting worden ter kennis gebracht van de vreemdeling bij een ter post aangetekende brief of per bode tegen ontvangstbewijs.
  Wanneer de vreemdeling woonplaats heeft gekozen bij zijn advocaat, kan de oproeping hem ook worden verstuurd per faxpost.
  De oproepingen voor de zitting worden ter kennis gebracht van de advocaat van de vreemdeling en van de Minister of zijn gemachtigde bij een ter post aangetekende brief of per bode tegen ontvangstbewijs of per faxpost.
  De oproepingsbrieven worden ten minste vijftien dagen voor de zittingsdag verzonden.

Art.16. De voorzitter van de kamer (of de alleenzetelende vaste bijzitter) is verantwoordelijk voor de ordehandhaving tijdens de zitting. <KB 2005-11-10/72, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>
  Hiertoe mag hij elke maatregel treffen die hij noodzakelijk acht.

Art.17. De voorzitter van de kamer (of de alleenzetelende vaste bijzitter) kan zich laten bijstaan door een secretaris aangeduid onder de personeelsleden ter beschikking gesteld van de Commissie (en die ten minste tot het niveau C behoort). <KB 2005-11-10/72, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>
  De secretaris heeft voornamelijk tot taak het verslag van de zitting op te stellen.

Art.18. (De voorzitter van de kamer of de alleenzetelende vaste bijzitter sluit de debatten. Het verslag van de zitting bepaalt of hij dadelijk een uitspraak heeft gedaan of de zaak in beraad heeft genomen.) <KB 2005-11-10/72, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 24-12-2005>
  De beslissing bevat, behalve de gronden en het beschikkend gedeelte :
  1° de namen van de leden van de Commissie die over de zaak hebben geoordeeld en van de secretaris;
  2° de naam, voornamen, land van herkomst, geboorteplaats en -datum van de vreemdeling;
  3° de gekozen woonplaats;
  4° de datum van de beslissing;
  5° in voorkomend geval, de naam van de advocaat.

Art.19. De beslissingen worden ondertekend door de voorzitter en de bijzitters die over de zaak hebben geoordeeld.
  Ze worden ter kennis gebracht van de Minister of van zijn gemachtigde en van de advocaat van de vreemdeling die bij een ter post aangetekende brief of per bode tegen ontvangstbewijs of per faxpost een kopie ervan ontvangen.
  De beslissingen worden ter kennis gebracht van de vreemdeling, die bij een ter post aangetekende brief of per bode tegen ontvangstbewijs een kopie ervan ontvangt. Wanneer hij woonplaats heeft gekozen bij zijn advocaat, kan de kennisgeving hem ook geldig worden verzonden per faxpost.
  Ze worden ook ter kennis gebracht van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, die bij een ter post aangetekende brief of per bode tegen ontvangstbewijs of per faxpost een kopie ervan ontvangt.

Art.20. De kopies worden voor eensluidend verklaard door een personeelslid ter beschikking gesteld van de Commissie en daartoe gemachtigd door de eerste voorzitter van elke taalrol.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.21. <Opheffingsbepaling van het KB 1990-10-18/36>

Art. 22. Onze Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.