Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 JUNI 1992. - Besluit van de Vlaamse Executieve houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Executieve van 11 december 1991 tot instelling van individuele huursubsidies en een installatiepremie bij het betrekken van een gezonde of aangepaste huurwoning.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992035346 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 11 december 1991 tot instelling van individuele huursubsidies en een installatiepremie bij het betrekken van een gezonde of aangepaste huurwoning worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A. in de 7°, derde gedachtestreep, worden de woorden " vierde graad " vervangen door de woorden " tweede graad ".
  B. de 7° wordt aangevuld met de volgende gedachtenstreep : - de particulier die als dusdanig door de Gemeenschapsminister is erkend op basis van bewijzen. "
  C. de 9°, eerste gedachtenstreep, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " - het inwonend kind dat op de referentiedatum minder dan 18 jaar oud is.
  - het inwonend kind dat op de referentiedatum ouder is dan 18 jaar en waarvoor kinderbijslag of wezentoelage wordt uitbetaald;
  - het inwonend kind dat op de referentiedatum door de Gemeenschapsminister op voorlegging van bewijzen beschouwd wordt als zijnde ten laste; "
  D. in de 10° wordt tussen de woorden " gemeenschappelijke delen " en " betaalde huurprijs " de woorden " door de premieaanvragers " toegevoegd.

Art.2. In artikel 2 van voormeld besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A. in het eerste lid, 1° en 4° worden de woorden " vierde graad " vervangen door de woorden " tweede graad ";
  B. het eerste lid, 2° wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " ofwel als laatste bewoner een ongezonde woning van een openbare instelling of bestuur bewoont en hetzij deze na de uitvoering van saneringswerken opnieuw betrekt of blijft bewonen hetzij een andere gezonde woning, van dezelfde openbare instelling of bestuur in huur neemt; "

Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A. het tweede lid wordt vervangen door volgende bepaling :
  " Is voormeld inkomen nihil of lager dan het bestaansminimum, dan wordt het bestaansminimum in aanmerking genomen.
  Betreft voormeld inkomen dit van een gepensioneerde dan wordt de pensioenfiche in aanmerking genomen en een verklaring op eer voorgelegd, dat geen ander inkomen wordt genoten. Indien bedoelde pensioenfiche niet beschikbaar is dan wordt het door de bevoegde pensioenkas verstrekte brevet van pensioen in aanmerking genomen.".
  B. In het derde lid worden de woorden " voor zover ter zake een attest van het bevoegde bestuur van het Ministerie van Financiën wordt voorgelegd " vervangen door de woorden " voor zover het door de bevoegde pensioenkas verstrekte brevet van pensioen wordt voorgelegd en een verklaring op eer wordt overgelegd dat geen ander inkomen wordt genoten; "
  C. het vierde lid wordt aangevuld met de volgende bepaling :
  " Het wordt afgerond naar het hogere of lagere duizendtal, naargelang 500 frank al dan niet wordt overschreden. ".

Art.4. In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " drie jaar " vervangen door de woorden " twee jaar ".

Art.5. In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " en de daarbij horende noodzakelijke documenten " geschrapt;

Art.6. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A. In § 1, 5° worden tussen de woorden " Gemeenschapsminister " en " op advies " de woorden, " in het kader van artikel 94 van de Huisvestingscode, " ingevoegd; de woorden " ongezond wegens overbevolking door het gezin van de aanvrager of functioneel onaangepast aan de fysieke gesteldheid van de bejaarde of gehandicapte aanvrager " worden geschrapt.
  B. § 2 wordt aangevuld met de volgende bepaling :
  " De woning die wordt gesaneerd of aangepast en waarbij de bewoner elders een gezonde woning bij dezelfde openbare instelling of bestuur in huur neemt, dient te beantwoorden aan de in § 1, 5° vermelde bepalingen. ".

Art.7. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A. § 2 wordt geschrapt;
  B. § 3, tweede lid, wordt geschrapt.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1992.

Art. 9. De Gemeenschapsminister van Leefmilieu en Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 24 juni 1992.
  De Voorzitter van de Vlaamse Executieve,
  L. VAN DEN BRANDE
  De Gemeenschapsminister van Leefmilieu en Huisvesting,
  N. DE BATSELIER