Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

9 APRIL 1992. - Besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap tot toekenning van toelagen voor economische recessie aan de beschermde werkplaatsen voor het jaar 1991.



Inhoudstafel:


Art. 1
HOOFDSTUK I. - Bijkomende toelage voor lonen en sociale lasten.
Art. 2
HOOFDSTUK II. - Toelage gebonden aan het sluiten van nieuwe kopen.
Art. 3-6
HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 7
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 8-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor het jaar 1991 kent de "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge" volgende toelagen voor economische recessie aan de beschermde werkplaatsen toe :
  1° een bijkomende toelage voor lonen en sociale lasten;
  2° een toelage gebonden aan het sluiten van nieuwe kopen.

HOOFDSTUK I. - Bijkomende toelage voor lonen en sociale lasten.
Art.2. De bijkomende toelage voor lonen en sociale lasten wordt vastgelegd op 5 % en berekend volgens dezelfde bepalingen als degene waarin is voorzien door de artikels 5 en 6 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, zoals gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 26 juli 1977 en 1 juni 1981.

HOOFDSTUK II. - Toelage gebonden aan het sluiten van nieuwe kopen.
Art.3. De toelage gebonden aan het sluiten van nieuwe kopen wordt toegekend voor elke nieuwe koop uitgevoerd door de beschermde werkplaatsen.

Art.4. § 1. Onder nieuwe koop verstaat men elke activiteit van onderaanbesteding alsmede elke onderneming of productie die aan een na 31 december 1974 afgesloten overeenkomst onderworpen is, binnen de zes maanden voor de inwerkingtreding van de nieuwe overeenkomst niet op de aanvraag van een enige verdragspartner uitgevoerd werd en waarvoor het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen geen toelage voor economische recessie toegekend heeft.
  De nieuwe koop komt slechts in aanmerking wanneer zijn uitvoering aan de beschermde werkplaats een nuttige en winstgevende activiteit verschaft die met de prestaties van twee gehandicapte werknemers tijdens ten minste dertig opeenvolgende dagen of met een daarmee vergelijkbaar werk overeenstemt.
  § 2. De activiteiten van onderaanbesteding, de ondernemingen en producties die de voorwaarden bepaald onder § 1, lid 2, niet vervullen worden met een nieuwe koop gelijkgesteld voor ten hoogste 20 % van alle werkdagen die voor de uitvoering ervan noodzakelijk zijn.
  § 3. De nieuwe koop moet door de "Dienststelle der Deutschsprachtigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge" in deze hoedanigheid goedgekeurd worden.
  Deze goedkeuring wordt niet verleend wanneer de nieuwe koop over omwegen of op een onwettige manier werd verkregen, inzonderheid door oneerlijke concurrentie, ruil van kopen of bijzonder lage prijzen.

Art.5. Het bedrag van de toelage gebonden aan het sluiten van nieuwe kopen wordt vastgelegd op 8 BF voor elke arbeidsuur gepresteerd in het kader van de uitvoering van de nieuwe koop.
  Al naar gelang het voor de uitvoering van de nieuwe koop geleverd werk onder de 4e, 3e, 2e of 1e beroepscategorie valt, zoals ze gedefinieerd zijn in artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden van toekenning van het loon aan de minder-validen, die in de beschermde werkplaatsen zijn tewerkgesteld, wordt dit bedrag op 10, 12, 14 en 16 BF gebracht.

Art.6. § 1. Voor de goedkeuring van een nieuwe koop moet de beschermde werkplaats binnen de zes maanden vanaf het begin van de uitvoering van de koop een aanvraag met volgende documenten indienen :
  1° een verklaring met
  a) de identiteit van de verdragspartner;
  b) de aard van de te leveren activiteiten;
  c) de overeengekomen prijs;
  d) de datum waarop de uitvoering van de bedoelde activiteiten begint en eindigt;
  e) het aantal werkdagen of -uren noodzakelijk voor de uitvoering van de koop;
  f) het aantal gehandicapte werknemers betrokken bij de uitvoering van de koop, ingedeeld volgens de beroepscategorieën gedefinieerd in artikel 3 van het bovenvermeld koninklijk besluit van 23 maart 1970.
  2° een verklaring bekrachtigend dat de nieuwe koop een activiteit betreft die sinds zes maanden niet door een enige verdragspartner in opdracht gegeven werd;
  3° een kort verslag over de voordelen van de nieuwe koop, zowel wat de algemene economische nut als de rentabiliteit van de beschermde werkplaats betreft;
  4° een afschrift van de in aanmerking genomen overeenkomst indien deze schriftelijk afgesloten werd, behalve wanneer de aanvraag een gelijkstelling met een nieuwe koop in de zin van artikel 4, § 2 van dit besluit betreft.

HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.7. § 1. De toelagen opgenomen in de Hoofdstukken I en II worden naast de toelage toegekend waarin is voorzien door artikel 4 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen.
  De toelage wordt slechts aan de gehandicapte werknemers toegekend die de voorwaarden voor de toekenning van een toelage voor loon en sociale lasten vervullen.
  § 2. Het bedrag van de toegekende toelage wordt vastgelegd en uitbetaald op basis van de verklaringen ingediend door de aanvrager; deze verklaringen geven onder anderen de naam van de gehandicapte werknemers aan die betrokken zijn bij de uitvoering van de nieuwe koop, onaangezien zij een voltijdse of halftijdse betrekking hebben. Deze verklaringen moeten ten laatste binnen de zes maanden na de bekendmaking van dit besluit ingediend worden.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1991.

Art. 9. De Gemeenschapsminister van Media, Volwassenenvorming, Gehandicaptenbeleid, Sociale Hulp en Beroepsomscholing is belast met de uitvoering van dit besluit.