Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 JUNI 1991. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor welzijns- en gezondheidszorg. <Vertaling>



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. Leden van de afdelingen.
Art. 3-10
HOOFDSTUK III. - Leden van de bureaus.
Art. 11-12
HOOFDSTUK IV. - De Coördinatiecommissie.
Art. 13
HOOFDSTUK V. De werking.
Art. 14-20
HOOFDSTUK VI. Slotbepalingen.
Art. 21



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit besluit regelt een materie bedoeld bij artikel 108ter, § 3, lid 2, 1° en 2°, van de Grondwet.

Art.2. Onder verordening, dient men te verstaan de verordening van 30 april 1991 houdende oprichting van een Brusselse Franstalige Adviesraad voor welzijns- en gezondheidszorg.

HOOFDSTUK II. Leden van de afdelingen.
Art.3. § 1. Op de voordracht van het lid van het College bevoegd inzake welzijnszorg voor de afdelingen vermeld in artikel 4, §§ 3 tot 5, van de verordening en van het lid van het College bevoegd inzake gezondheidszorg voor de afdelingen vermeld in artikel 5, §§ 2 en 3, van de verordening en op de gezamenlijke voordracht van de twee voornoemde leden voor de afdeling vermeld in artikel 4, § 2, van de verordening, benoemt het College gewone leden en plaatsvervangende leden overeenkomstig artikel 9 van de verordening.
  § 2. De voorstellen van de leden van het College worden opgesteld op basis van kandidatenlijsten ingediend door de representatieve organisaties van elke categorie leden voorzien in artikel 9, § 1, 1°, 2° en 3°, van de verordening. Elke kandidatuur wordt met redenen omkleed in een document tot voorstelling van de kandidaat dat beantwoordt aan de in artikel 9, § 3, van de verordening vastgestelde voorwaarden.
  § 3. Het College neemt akte van de lijst van de personen die, zoals voorzien in artikel 9, § 4, van de verordening, in de afdeling " bejaarden " en in de afdeling " gezinsplanning " zetelen met een adviserende stem.

Art.4. De afdeling " bejaarden " bestaat uit 3 gewone leden en 3 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 1° tot 3°, van de verordening en uit 5 gewone leden en 5 plaatsvervangende leden voor de categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 4°, van de verordening.

Art.5. De afdeling " gehandicapte personen " bestaat uit 5 gewone leden en 5 plaatsvervangende leden voor de categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 1°, van de verordening en uit 4 gewone leden en 4 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 2° tot 4°, van de verordening.

Art.6. De afdeling " gezin en sociale diensten " bestaat uit 4 gewone leden en 4 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 1° en 2°, van de verordening en uit 2 gewone leden en 2 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 3° en 4°, van de verordening.

Art.7. De afdeling " gezinsplanning " bestaat uit 4 gewone leden en 4 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 1°, 2° en 4°, van de verordening.

Art.8. De afdeling " instellingen en diensten voor geestelijke gezondheidszorg " bestaat uit 3 gewone leden en 3 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 1° en 2°, van de verordening, uit 2 gewone leden en 2 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 3°, van de verordening en uit 4 gewone leden en 4 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 4°, van de verordening.

Art.9. De afdeling " gezondheidsopvoeding en preventie " bestaat uit 2 gewone leden en 2 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 1° tot 2°, van de verordening, uit 3 gewone leden en 3 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 3°, van de verordening en uit 6 gewone leden en 6 plaatsvervangende leden voor elke categorie bedoeld in artikel 9, § 1, 4°, van de verordening.

Art.10. § 1. Op de voordracht van het lid van het College bevoegd inzake welzijnszorg voor de afdelingen bedoeld in artikel 4, §§ 3 tot 5, van de verordening en van het lid van het College bevoegd inzake gezondheidszorg voor de afdelingen bedoeld in artikel 5, §§ 2 en 3, van de verordening, wijst het College een voorzitter en een vice-voorzitter aan voor elke afdeling.
  § 2. Op de gezamenlijke voordracht van de twee leden van het College, stelt het College een voorzitter en twee vice-voorzitters aan voor de afdeling bedoeld in artikel 4, § 2, van de verordening.

HOOFDSTUK III. - Leden van de bureaus.
Art.11. § 1. Het bureau van de Commissie welzijnszorg is samengesteld uit de voorzitters en vice-voorzitters van de 3 afdelingen voorzien in artikel 4, §§ 3 tot 5, van de verordening, uit de vice-voorzitter die de rusthuizen van de afdeling voorzien in artikel 4, § 2, van de verordening vertegenwoordigt en uit een lid verkozen door elke afdeling binnen de twee maanden na de aanstelling van de nieuwe leden.
  § 2. Elk lid van de afdeling heeft het recht zich kandidaat te stellen om lid te worden van het bureau. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming en bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.
  § 3. Op de voordracht van het lid van het College, bevoegd inzake welzijnszorg, benoemt het College een voorzitter en een vice-voorzitter.

Art.12. § 1. Het bureau van de Commissie gezondheidszorg is samengesteld uit de voorzitters en vice-voorzitters van de 2 afdelingen voorzien in artikel 5, §§ 2 en 3, van de verordening, uit de vice-voorzitter van de afdeling " bejaarden " die de rusthuizen en verzorgingstehuizen vertegenwoordigt en uit een lid verkozen door elke afdeling binnen de 2 maanden na de aanstelling van de nieuwe leden.
  § 2. Elk lid van de afdelingen heeft het recht zich kandidaat te stellen om lid te worden van het bureau. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming en bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.
  § 3. Op de voordracht van het lid van het College, bevoegd inzake gezondheidszorg, kiest het College een voorzitter en een vice-voorzitter.

HOOFDSTUK IV. - De Coördinatiecommissie.
Art.13. § 1. De Coördinatiecommissie wordt samengesteld uit de voorzitters en vice-voorzitters van de bureaus van de Commissie welzijnszorg en de Commissie gezondheidszorg en uit de leden verkozen door elke afdeling die in het bureau zetelen.
  § 2. Op de voordracht van beide leden van het College, benoemt het College een voorzitter en een vice-voorzitter.

HOOFDSTUK V. De werking.
Art.14. Indien binnen een afdeling geen eenstemmigheid kan worden bereikt betreffende de inhoud van een advies, wordt het College ingelicht over alle door de leden van de afdeling uitgedrukte standpunten.

Art.15. De adviezen uitgebracht door een afdeling of een bureau worden meegedeeld aan het lid van het College met dezelfde bevoegdheden als het bureau. De adviezen uitgebracht door de afdeling " bejaarden " betreffende de rusthuizen en verzorgingstehuizen worden niettemin meegedeeld aan beide leden van het College.
  De adviezen uitgebracht door de Coördinatiecommissie worden meegedeeld aan beide leden van het College.

Art.16. Voor de adviezen gevraagd door het College wendt het lid van het College bevoegd inzake welzijnszorg of het lid bevoegd inzake gezondheidszorg, eventueel op voorstel van de Administratie, zich respectievelijk tot het bureau en de afdelingen van de Commissie welzijnszorg en het bureau en de afdelingen van de Commissie gezondheidszorg.

Art.17. De leden zijn gehouden aan het beroepsgeheim en de deontologie vastgesteld in het huishoudelijk reglement.

Art.18. Een verhinderd lid wordt automatisch vervangen door zijn plaatsvervanger, die zo vlug mogelijk wordt verwittigd door het verhinderde lid.
  Een lid wordt geacht als ontslagnemend indien hij 4 maal zonder rechtvaardiging afwezig is. Op basis van inlichtingen meegedeeld door het bureau of de afdeling, wordt er akte genomen van dit ontslag door het College, dat het ontslagnemend lid vervangt overeenkomstig dit besluit.

Art.19. De Coördinatiecommissie stelt een huishoudelijk reglement vast dat aan de goedkeuring van het College wordt voorgelegd.

Art.20. De verantwoordelijke van de administratie van de Franse Gemeenschapscommissie staat in voor de organisatie van het secretariaat van de bureaus en de afdelingen.

HOOFDSTUK VI. Slotbepalingen.
Art. 21. De leden van het College zijn belast met de uitvoering van dit besluit.