Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

12 DECEMBER 1991. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve betreffende de bijzondere toelage aan de gemeenten voor de bevordering van de integratie en van het samenleven van de verschillende lokale gemeenschappen voor het begrotingsjaar 1991.



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Binnen de perken van een globaal bedrag van 141,5 miljoen frank hiervoor ingeschreven op basis allocatie 43.29, activiteit 2, programma 3, van afdeling 14 van de Gewestuitgavenbegroting van 1991, wordt aan de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest een bijzondere toelage toegekend voor het verwezenlijken van projekten inzake beheer van de openbare ruimte, de huisvesting, inleiding tot het burgerschap en de samenleving met als doel de integratie en het samenleven van de verschillende lokale gemeenschappen te bevorderen.

Art.2. § 1. De gemeenten worden door de Executieve in drie categorieën A, B en C opgedeeld op basis van de volgende criteria :
  1° het migrantenpercentage tegenover de totale bevolking;
  2° de gemiddelde inkomsten per belastingsaangifte en mediaan inkomsten;
  3° het werkloosheidspercentage per gemeente;
  4° de ouderdom van de woning gebouwd vóór 1919;
  5° de woningen met maximum 27 m2 bewoonbare oppervlakte en per persoon.
  § 2. De gemeenten behorend tot categorie A worden als prioritaire gemeenten beschouwd en kunnen alle projekten indienen met betrekking tot hun volledig grondgebied.
  § 3. De gemeenten behorend tot categorie B worden beschouwd als gemeente met prioritaire wijken. Zij kunnen projekten indienen voor deze prioritaire wijken.
  § 4. De gemeenten behorend tot categorie C worden niet beschouwd als direkt betrokken gemeenten en mogen geen projekt indienen. Zij kunnen echter begunstigd worden met een tegemoetkoming in de mate dat ze solidariteitsprojekten organiseren ten gunste van een gemeente behorend tot categorie A.

Art.3. Elke gemeente mag voor een totaal bedrag van maximum F 7 950 000 één of meer projekten indienen.
  Indien na toepassing van het eerste lid een saldo beschikbaar blijft op de betrokken begrotingskredieten, kunnen de gemeenten op vraag van de Executieve en op basis van de specifieke lokale situatie bijkomende projekten indienen die het vastgestelde maximumbedrag overschrijden.

Art.4. De aktie zal worden gevoerd in het kader van een plaatselijk overleg rond het gemeentebestuur dat daartoe zal worden geschapen of dat reeds bestaat.
  Deze overlegvergadering bestaat verplicht uit plaatselijke verenigingen die door hun aktie op gemeentelijk vlak inzake integratie en samenleving relevant zijn.
  Het pluralistische karakter van het overleg zal in aanmerking komen bij de beoordeling van het projekt.
  De samenstelling bestaat facultatief uit private of overheidspartners die wensen deel te nemen aan het plaatselijke projekt.
  De Franse en de Vlaamse Gemeenschapscommissie kunnen tevens betrokken worden bij het door de gemeenten georganiseerde overleg.

Art.5. § 1. De gemeenteraad dient het projekt dat ingediend wordt bij de Executieve goed te keuren. Dit projekt zal een beschrijving geven van de bestaande toestand, de nagestreefde doelstelling, de gekozen werkwijze, de gedetailleerde begroting en een afschrift van de overeenkomst tussen de verschillende deelnemers aan het gemeentelijk overleg.
  Een lijst van de verenigingen en van de bestaande initiatieven op het lokale vlak zal opgesteld worden door de gemeente. Een lijst met de verenigingen die niet weerhouden werden zal bijgevoegd worden evenals de redenen van hun niet-deelneming.
  § 2. De gemeenteraad duidt een lid van het college aan dat binnen het college belast is met het opvolgen van het projekt.
  § 3. De gemeenteraad dient het college te belasten met het sluiten van een overeenkomst met de deelnemers van het gemeentelijk overleg, waarin de respectievelijke rechten en verplichtingen inzake het projekt vastgelegd worden.
  è 4. De Executieve bepaalt de termijn waarbinnen de aanvragen moeten ingediend worden, alsook de modaliteiten waaraan de aanvragen moeten voldoen.

Art.6. § 1. De projekten die in aanmerking komen dienen te beantwoorden aan aktiviteiten inzake :
  1° openbare ruimten : animatie, valorisatie, verfraaiing;
  2° inleiding tot het burgerschap door informatie, dialoog tussen de verschillende lokale gemeenschappen, ontdekking en erkenning, en praktijk inzake solidariteit;
  3° sensibilisering van actoren op alle vlakken van de samenleving, en dit zowel in de sociale, als in de culturele sfeer;
  4° huisvesting met betrekking tot het aanleren van het samenleven.
  § 2. De duur van de aktie mag de twaalf maanden niet overschrijden.
  § 3. Projekten die aktiviteiten organiseren, die onder de uitsluitende bevoegdheid vallen van de Staat, de Gemeenschappen of de Gemeenschapscommissies komen niet in aanmerking voor enige tegemoetkoming.

Art.7. § 1. De Brusselse Hoofdstedelijke Executieve keurt de ingediende projekten goed en legt het bedrag van de toelage vast.
  § 2. Onverminderd de bepalingen van § 1 blijven alle procedures inzake administratief toezicht van toepassing op alle betrokken beslissingen.
  § 3. De goedkeuring van projekten en de financiering ervan zal gebeuren in functie van het globale en innoverend karakter, van de deelneming en de medewerking van de grootst mogelijke deelgroepen en de rechtstreekse gevolgen van de aktie. De gewestelijke toelage zal worden toegekend na onderzoek van het dossier op basis van kwaliteitscriteria in verband met het ontwerpen, het organiseren en de samenhang van het globale projekt.

Art.8. Bij goedkeuring van het projekt door de Executieve, zal een derde van de toelage worden uitbetaald aan de gemeente die de sommen in voorkomend geval onmiddellijk zal verdelen onder de verenigingen.
  Het tweede derde zal worden gestort na ontvangst van uitgavenbewijzen en verslagen van de vergadering van het gemeentelijk overleg, en dit na verloop van het eerste derde van de duur van het projekt.
  De rest van de toelage zal worden gestort na overhandiging van het eindverslag met de evaluatie.

Art.9. § 1. Komen enkel in aanmerking, de kosten die rechtstreeks verband houden met de akties van het projekt en die niet zouden zijn ontstaan buiten het kader van deze operatie.
  Komen aldus in aanmerking de uitgaven in verband met :
  - animatie, supervisie, vorming, begeleiding wanneer de tussenkomers geen deel uitmaken van de verenigingen of van de gemeente, die partners zijn in het gemeentelijk overleg voor integratie;
  - huur van lokalen, ruimten, technische of pedagogische apparatuur met uitsluiting van wat in het bezit van de overlegpartners is hetzij in eigendom, in huur of om het even hoe;
  - de verplaatsingen van de deelnemers, animatoren en alle tussenkomers die rechtstreeks verbonden zijn aan de betoelaagde aktie;
  - de aankoop van het nodige materiaal voor de aktie onder voorbehoud van het akkoord van de Executieve;
  - de algemene bestuursuitgaven die rechtstreeks verband houden met de aktie en die absoluut noodzakelijk zijn voor het verloop ervan.
  § 2. Komen niet in aanmerking :
  - de bezoldigingen van het gemeentelijk personeel of van het permanent personeel van verenigingen die partners zijn;
  - de uitgaven bedoeld om een tekort in de financiën van de partners te delgen;
  - de uitgaven die gewoonlijk door de partners ten laste worden genomen;
  - de regelmatig terugkerende met een verplichte herhaling - zoals een huurprijs - of elke andere last met uitsluiting van de uitgaven die rechtstreeks verband houden met het projekt en die de duur ervan dekken;
  - elke andere uitgave die door de Executieve zou worden beschouwd als zonder verband met de imperatieven van de betoelaagde aktie.
  § 3. Elke uitgave zal moeten worden bewezen door middel van een faktuur of een officieel opgesteld document om door de Executieve in aanmerking genomen te worden.

Art.10. Binnen elk overleg, zoals bedoeld in artikel 4 van dit besluit, zal een gemeentelijk evaluatiecomité geïnstalleerd worden. Dit comité zal alle elementen verzamelen die tot een voortdurende evaluatie van het ontwerp en tot een eindevaluatie kunnen bijdragen.
  Een afgevaardigde van de Executieve kan deel uitmaken van dit evaluatiecomité.

Art.11. § 1. De Executieve zal ten allen tijde alle stukken en inlichtingen kunnen vragen die haar toelaten over te gaan tot de evaluatie. Zij zal elke specifieke stap kunnen ondernemen of algemeen of bijzonder onderzoek kunnen instellen.
  § 2. De Executieve houdt zich het recht voor haar steun aan elk projekt waarvan ze oordeelt dat het afwijkt van zijn oorspronkelijke doelstellingen te schorsen of in te trekken.
  § 3. De gewestelijke inspecteurs zullen het nodige doen voor de financiële controle, de inspectie en de evaluatie van alle akties. De afgevaardigde van de Executieve bij het evaluatiecomité mag overgaan tot de evaluatie van alle akties inzake de betoelaagde projekten.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1991.

Art. 13. De Minister belast met de ondergeschikte besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.