Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 DECEMBER 1991. - Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning van de private radio's.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Indiening van de aanvraag tot erkenning.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - De categorieën van private radio's.
Art. 3-7
HOOFDSTUK IV. - De procedure tot erkenning.
Art. 8-10
HOOFDSTUK V. - De toekenning van de frequenties.
Art. 11-13
HOOFDSTUK VI. - De inhoud van de erkenning.
Art. 14-16
HOOFDSTUK VII. - De controle.
Art. 17-18
HOOFDSTUK VIII. - De sancties.
Art. 19-20
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.
Art. 21



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1981001694  1989027645  1991029299 



Uitvoeringsbesluit(en):

1994029155  1996122350  1997042153 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder :
  1° de Minister : het lid van de Executieve tot wiens bevoegdheid de audiovisuele sector behoort;
  2° de raad : de Hoge raad voor de audiovisuele sector van de Franse Gemeenschap;
  3° het decreet : het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector;
  4° de aanvrager : de rechtspersoon die een aanvraag tot erkenning als private radio heeft ingediend;
  5° vermogen van een zendtoestel : het gemiddeld vermogen van de draaggolf die aan de uitgang van het zendtoestel beschikbaar is;
  6° effectief uitgestraald vermogen van een private radio : het aan de antenne geleverd vermogen, vermenigvuldigd met de winst van de antenne in een gegeven richting wanneer de referentie-antenne een verliesvrije halve-golfdipool is, afgezonderd in de ruimte;
  7° effectieve antennehoogte : de hoogte van de antenne boven het gemiddeld niveau van de grond in een straal van drie tot vijftien kilometer rondom de private radio;
  8° reglement betreffende de radioverbindingen : het reglement betreffende de radioverbindingen gevoegd bij het Internationaal Verdrag betreffende de televerbindingen en gepubliceerd door het Algemeen Secretariaat van de Internationale Unie betreffende de televerbindingen;
  9° advies 370 van het Internationaal Consultatief comité voor radioverbindingen : het advies dat de propagatiecurven geeft die toelaten het door een zender in de meter- en decimeterfrequentiebanden voortgebracht veld te schatten;
  10° advies 412 van het Internationaal Consultatief comité voor radioverbindingen : het advies dat, enerzijds, de beschermingsverhoudingen bepaalt die moeten worden gegarandeerd tussen het gestoord signaal en het stoorsignaal in functie van de te verzekeren dienst en van de frequentie-afstand tussen de beide uitzendingen en dat, anderzijds, de te beschermen veldsterkten vaststelt in functie van het type dienst en van het stoorniveau in de omgeving van de ontvanger;
  11° dienstzone : zone waarbinnen de gemiddelde waarde van de veldsterkte, bepaald overeenkomstig het advies 370 van het Internationaal Consultatief comité voor radioverbindingen, hoger is dan de te beschermen veldwaarde, bepaald krachtens artikel 11;
  12° algemene informatie : informatie over alle actualiteitskwesties ter bestemming van alle luisteraars;
  13° orde van voorrang : rangschikking van de private radio's volgens de beschikbare frequenties, bepaald door de Executieve van de Franse Gemeenschap, na advies van de Hoge raad voor de audiovisuele sector.

HOOFDSTUK II. - Indiening van de aanvraag tot erkenning.
Art.2. De aanvraag tot erkenning als private radio wordt bij de Minister ingediend bij een in de Franse taal opgesteld schrijven en ondertekend door ten minste twee personen van Belgische nationaliteit waarin hun namen en woonplaatsen vermeld staan die moeten gelegen zijn in de uitzendzone van de radio, waarvoor de erkenning wordt aangevraagd.
  Ze bevat de volgende gegevens :
  1° de benaming van de radio;
  2° het rechtsstatuut van de aanvrager en een fotocopie van de bijlagen van het Belgisch Staatsblad houdende bekendmaking van zijn statuten alsook, in voorkomend geval, de samenstelling van zijn kapitaal; indien blijkt dat rechtspersonen tevens vennoten of aandeelhouders zijn van de aanvrager, vermeldt de aanvraag bovendien de samenstelling van het kapitaal en de raad van bestuur van die rechtspersonen;
  3° de vestigingsplaats van de studio en de uitzendingsplaats die voor de radio voorzien zijn; daartoe is de aanvrager verplicht een fotocopie van de landkaart op één vijfentwintigduizendste voor te leggen waarop de uitzendingsplaats aangeduid is;
  4° de klasse in elk van de vier categorieën waarin de aanvrager van plan is zich te situeren;
  5° de aard van de programmatie, met verwijzing inzonderheid naar artikel 31, 2° en 6° van het decreet;
  6° de erkenningsmelodie van de radio;
  7° de voornemens van de aanvrager eventueel een beroep te doen op de commerciële reclame;
  8° de voornemens van de aanvrager eventueel een beroep te doen op de diensten van een rechtspersoon erkend in toepassing van artikel 32bis van het decreet, inzonderheid voor de programmatie, de informatie, de bevordering of het beheer van reclamezendtijden;
  9° de financieringsmogelijkheden en het begrotingsontwerp van de aanvrager;
  10° de formatie van het personeel van de aanvrager en het personeelsstatuut;
  11° de taal of de talen die voor de uitzendingen zal of zullen worden gebruikt en de verhoudingen waarin ze zullen worden gebruikt;
  12° wanneer eenzelfde frequentie moet worden verdeeld, de wens van de aanvrager betreffende de partner;
  13° de wens van de aanvrager wat betreft het al dan niet uitzenden in stereofonie;
  14° het merk en het type van zendtoestel dat de aanvrager wil gebruiken evenals daarna zijn homologatienummer;
  15° het merk, het type, de karakteristieken van de antenne en haar hoogte t.o.v. het niveau van de grond, zoals voorzien door de aanvrager;
  16° het type en de lengte van de kabel die het zendtoestel met de antenne verbindt;
  17° de voorgestelde waarborgen inzake technisch vermogen;18° in geval de aanvrager de bedoeling heeft algemene informatie te verspreiden :
  a) de namen van de beroepsjournalisten in de zin van de wet van 30 december 1963, die zich schriftelijk verbinden de verantwoordelijkheid voor de informaties op zich te nemen;
  b) het huishoudelijk reglement met betrekking tot de objectiviteit in de verwerking van de informatie;
  c) de schriftelijke verbintenis van de aanvrager bedoeld reglement na te leven;
  19° desgevallend elk ander gegeven ter staving van de aanvraag.

HOOFDSTUK III. - De categorieën van private radio's.
Art.3. Elke radio wordt beschouwd als behorend tot een klasse in elk van de 4 categorieën (technische, culturele, geografische en structurele), zoals bepaald in de artikelen 4, 5, 6 en 7.
  Op advies van de raad, rangschikt de Executieve in de loop van de globale procedure voor de hernieuwing van de erkenningen, die om de vier jaar wordt toegepast, de private radio's volgens een orde van voorrang voor elke geografische zone.

Art.4. § 1. De private radio's worden in vier technische klassen onderverdeeld die bepaald worden volgens de maximale waarden van het effectief uitgestraald vermogen en de overeenstemmende antennehoogte van de private radio :
  1° klasse 1, de wijkradio's : 20 W/20 m;
  2° klasse 2, de lokale radio's die bestemd zijn voor één gemeente of een groep aanpalende gemeenten : 100 W/35 m;
  3° klasse 3, de agglomeratieradio's : 300 W/40 m;
  4° klasse 4, de regionale radio's die bestemd zijn voor één of meer aanpalende arrondissementen : 1 kW/75 m.
  De Executieve kan een maximaal effectief uitgestraald vermogen en een overeenstemmende antennehoogte die onder deze grenzen ligt, opleggen, inzonderheid wanneer zij verplicht is zendfrequenties toe te wijzen die identiek of naastlopend zijn voor verschillende private radio's die ver van elkaar verwijderde zones bedienen.
  In bijzondere gevallen kan de Executieve, rekening houdend met de omgeving van de betrokken private radio, een equivalente antennehoogte boven de vastgestelde limiet toelaten, onder voorbehoud van een vermindering van het effectief uitgestraald vermogen.
  (De Regering kan elke keer wanneer door het rangschikken van een private radio in een van de technische klassen, bepaald in lid 1, die radio niet de mogelijkheid heeft zich werkelijk tot het publiek te richten ten opzichte waarvan de erkenning toegestaan is, een equivalente antennehoogte en een effectief uitgestraald vermogen boven de vastgestelde grenzen toelaten.) <BFG 1993-12-29/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 29-12-1993>
  § 2. Er wordt een gedeelte van 1 % van de opbrengst van de geldmiddelen uit de commerciële reclame op de radio, die door de radio's van de technische categorieën 3 en 4 wordt bekomen, waarvan de jaarlijkse reclame-inkomsten een grens overschrijden die door de Executieve na advies van de Hoge raad voor de audiovisuele sector van de Franse Gemeenschap is bepaald, als steungeld verleend voor de creatie op radio, bedoeld bij artikel 26bis van het decreet.

Art.5. De private radio's worden in vijf culturele categorieën onderverdeeld die als volgt worden bepaald :
  1° categorie 1, de algemene radio's : al de private radio's waarvan een aanzienlijk deel van de programmatie uit muziekuitzendingen van allerlei genres bestaat, alsook uit een gedeelte bestemd voor algemene berichtgeving voor de luisteraars in het algemeen of voor een vrij homogeen publiek;
  2° categorie 2, de culturele radio's : al de private radio's waarvan de programmatie grotendeels wordt gewijd aan muziekgenres die niet begrepen zijn in de genres met het grootste afzetcijfer, of muziekgenres met geringe commerciële afzet, en aan cultuurprogramma's of -informatie;
  3° categorie 3, de socio-culturele radio's : al de private radio's waarvan de programmatie grotendeels gekenmerkt is door de bedoeling de deelneming van de burgers en de permanente opvoeding te bevorderen;
  4° categorie 4, de associatieve radio's : al de private radio's waarvan de programmatie grotendeels en prioritair tot doel heeft de leden van een locale gemeenschap of van een bepaalde sociale groep nader tot mekaar te brengen, ongeacht de inhoud van de programma's;
  5° categorie 5, de gemeenschapsradio's : al de private radio's die als hoofddoel hebben zich tot cultuurminderheden te richten, inzonderheid tot gemeenschappen van inwijkelingen.

Art.6. De radio's worden onderverdeeld in geografische categorieën, gevormd door een indeling van het grondgebied van de Franse Gemeenschap in geografische zones.
  De Executieve stelt de grenzen van de geografische zones vast.

Art.7. De private radio's worden onderverdeeld in twee structurele klassen volgens de band die hen al dan niet verbindt met rechtspersonen, bedoeld in artikel 32bis van het decreet, te weten :
  1° klasse 1, de zelfstandige radio's : al de private radio's die geen beroep doen op een derde wat de programmatie, de informatie, de promotie en het beheer van reclamezendtijden betreft;
  2° klasse 2, de aangesloten radio's : al de private radio's die een beroep doen op een derde erkend in toepassing van artikel 32bis van het decreet, wat de programmatie de informatie, de promotie of het beheer van reclamezendtijden betreft. Elke private radio van deze categorie wordt geïdentificeerd door de derde op wie zij een beroep doet alsook door de aard van de band die haar met deze derde verbindt.

HOOFDSTUK IV. - De procedure tot erkenning.
Art.8. Voor elke nieuwe aanvraag tot erkenning en ten minste 6 maanden vóór elke vervaldatum van een erkenning, wint de Executieve het advies in van de Hoge raad voor de audiovisuele sector.
  Het advies van de raad heeft inzonderheid betrekking op de volgende elementen :
  1° het nakomen, door de radio, van de verplichtingen die voortvloeien uit het decreet en zijn toepassingsbesluiten;
  2° de voorgestelde klasse in elk van de 4 categorieën;
  3° de voorgestelde uitzendingsplaats;
  4° de voorgestelde frequentie;
  5° in voorkomend geval, de beschikbare zendtijden.
  De raad kan ook voorstellen de private radio's te rangschikken volgens een orde van voorrang die wordt vastgesteld voor elke geografische zone, zoals bepaald bij artikel 6 van dit besluit.

Art.9. Binnen de twee maanden na de ontvangst door de Executieve van het advies van de raad, geeft de Minister aan de aanvrager kennis van de inhoud van dit advies bij een ter post aangetekende brief.
  Binnen de maand die volgt op deze mededeling, kan de aanvrager bij een ter post aangetekende brief aan de Minister zijn opmerkingen laten gelden en vragen door de raad gehoord te worden.
  In dat geval onderzoekt deze raad opnieuw de zaak en brengt een nieuw advies uit.

Art.10. De Executieve beslist over de aanvraag volgens de orde van voorrang die zij heeft bepaald, binnen de drie maanden na de ontvangst van het bij artikel 8 bedoelde advies of, desgevallend, van het advies bedoeld bij artikel 9, lid 2, en betekent haar beslissing aan de aanvrager alsook aan de Minister, tot wiens bevoegdheid Posterijen, Telegrafie en Telefonie behoren.

HOOFDSTUK V. - De toekenning van de frequenties.
Art.11. De Executieve kent de frequenties toe die nodig zijn voor de werking van de private radio's. Zij schikt zich ter zake naar de bepalingen van het reglement van de radioverbindingen en de internationale overeenkomsten die van kracht zijn voor de Europese zone van radio-omroep, alsook naar de algemene bepalingen betreffende de toekenning van frequenties en vermogens die van kracht zijn op het Belgisch grondgebied.
  De adviezen 370 en 412 van het Internationaal Consultatief comité voor radioverbindingen dienen als technische basis voor de toekenning van de frequenties.
  De uitzendingen van de private radio's worden binnen hun dienstzone op de volgende wijze beschermd :
  1° voor de radio's van technische klasse 1, is de waarde van de te beschermen veldsterkte gelijk aan 70 dB (mV/m);
  2° voor de radio's van de technische klasse 2, 3 en 4 is de waarde van de te beschermen veldsterkte gelijk aan 60 dB (mV/m) in monofonie en aan 66 dB (mV/m) in stereofonie.
  Enkel de constante storingen die kunnen voorkomen tijdens vijftig procent van de zendtijd kunnen in aanmerking genomen worden. De eventuele storingen die kunnen veroorzaakt worden door andere private radio's waarvan de frequentie-afstand groter is dan 22 MHZ worden niet in aanmerking genomen en de waarden van de beschermingsverhoudingen voorzien in het advies 412 van het Internationaal Consultatief comité voor radioverbindingen kunnen verminderd worden met 10 dB's.

Art.12. De Executieve kan de private radio's toelaten in stereofonie uit te zenden; zij kan haar toelating koppelen aan bepaalde afwijkingen van de beschermingsnormen voorzien bij artikel 11, indien de wijze van uitzending in stereofonie storingen mocht teweegbrengen die hoger zijn dan deze berekend in toepassing van hetzelfde artikel en indien enkel en alleen de radio waarvan sprake, door deze storingen wordt getroffen.

Art.13. De toewijzing geschiedt op basis van een verdelingsplan dat rekening houdt met :
  1° de algemene technische normen bepaald in de algemene politie van de radio-elektrische golven en betreffende de toewijzing van de frequenties en de vermogens;
  2° de nauwe grenzen van het beschikbaar spectrum;
  3° de geografische ligging van de beoogde private radio's en hun technische karakteristieken;
  4° de klassen waarin de private radio gerangschikt is in de verschillende categorieën en met de orde van voorrang die door de Executieve bepaald is;
  5° het feit dat alle nominale frequenties een veelvoud van 100 kHz moeten zijn.

HOOFDSTUK VI. - De inhoud van de erkenning.
Art.14. De erkenningstitel vermeldt nauwkeurig :
  1° de identiteit van de titularis;
  2° de opstellingsplaats van de private radio;
  3° de klasse, in elk van de vier categorieën, waarin de private radio is gerangschikt;
  4° het vermogen van het zendtoestel;
  5° de maximale waarde van het effectief uitgestraald vermogen van de private radio;
  6° de effectieve antennehoogte;
  7° de toegewezen frequentie;
  8° het al dan niet uitzenden in stereofonie;
  9° eventueel de periodes gedurende welke de uitzendingen toegelaten zijn of alle andere bijzondere voorwaarden die een beperking van de erkenning uitmaken;
  10° het merk, het type, de karakteristieken van de antenne;
  11° het merk en het type van het zendtoestel alsook zijn homologatienummer;
  12° het type en de lengte van de kabel die het zendtoestel met de antenne verbindt.

Art.15. De Minister kan na de toewijzing van de frequentie beperkingen opleggen wat betreft de opstellingsplaats en het effectief uitgestraald vermogen van een private radio, of de frequentie die werd toegewezen aan een private radio vervangen door een andere, telkens het aangewezen is :
  1° een doeltreffende bescherming te verzekeren van de radioverbindingen van de luchtvaart, namelijk in de nabijheid van de vliegvelden en van de luchtwegen;
  2° storingen in de ontvangst van andere radio-omroepuitzendingen te vermijden voor een groot aantal luisteraars die in de nabijheid van deze radiozender wonen.
  De beslissing van de Minister wordt onverwijld medegedeeld aan de Executieve; voor deze maatregel wordt er een aanhangsel bij de erkenning gevoegd.

Art.16. Onverminderd de toepassing van artikel 15, kan elke wijziging van de elementen bedoeld bij artikel 14 slechts aangebracht worden na eensluidende beslissing van de Executieve.

HOOFDSTUK VII. - De controle.
Art.17. De erkenningstitel moet zich bestendig bevinden op de opstellingsplaats van de private radio waarop hij betrekking heeft. Hij moet worden getoond op elk verzoek van de bevoegde controle-overheden, aangesteld door de Executieve.

Art.18. De rechtspersoon titularis van de private radio moet elk jaar aan de Minister de volgende documenten mededelen :
  1° het activiteitsverslag zoals het wordt voorgesteld aan de algemene vergadering;
  2° een overzicht van de programmatie van het verlopen jaar;
  3° de jaarrekening.

HOOFDSTUK VIII. - De sancties.
Art.19. Wanneer de raad, op eigen initiatief of op aanvraag van de Minister, een advies over de schorsing of de intrekking van de erkenning heeft uitgebracht, is de in de artikelen 9 en 10 voorziene procedure van toepassing voor de schorsing of de intrekking van de erkenning.

Art.20. De schorsing kan niet langer duren dan één maand. Zij wordt door de Executieve opgeheven zodra de titularis van de erkenning van de private radio de bepalingen van het decreet en zijn toepassingsbesluiten naleeft.
  Indien de redenen van de schorsing na één maand niet verdwenen zijn, kan de Executieve de erkenning intrekken.

HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.
Art. 21. Opgeheven worden :
  1° voor zover het regels bepaalt die afhangen van de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap, het koninklijk besluit van 20 augustus 1981 houdende reglementering voor het aanleggen en doen werken van de stations voor locale klank radio-omroep;
  2° het besluit van de Executieve van 23 mei 1989 tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning, de schorsing en de intrekking van de erkenning van private radio's;
  3° het besluit van de Executieve van 3 mei 1991 houdende wijziging van het besluit van 23 mei 1989 tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning, de schorsing en de intrekking van de erkenning van private radio's, gewijzigd bij het besluit van 19 juli 1991.