24 OKTOBER 1991. - Besluit van de Executieve tot vaststelling van het aantal en het gebied van de subregionale diensten van het Franstalig Instituut voor de Permanente vorming voor de Middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen. (Vertaling) - (NOTA : opgeheven voor de Franse Gemeenschapscommissie bij BESL 1997-04-17/45, art. 6; Inwerkingtreding : 04-06-1997) - (NOTA : Vernietigd gedeeltelijk door het arrest nr 82706 van de Raad van State van 5 oktober 1999; zie B.S. 03-02-2000, p. 3476) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-04-1992 en tekstbijwerking tot 04-06-1997.)
Art. 1-6
Artikel 1. <Zie nota onder TITEL> Het aantal subregionale diensten van het Franstalig instituut voor Permanente vorming voor de Middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen wordt vastgesteld op elf.
Art.2. <Zie nota onder TITEL> Het gebied van de in artikel 1 bedoelde diensten wordt als volgt bepaald :
1. Waals-Brabant : het administratief arrondissement Nijvel;
2. Brussel : het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;
3. Charleroi : de administratieve arrondissementen Charleroi en Thuin;
4. Dinant : de administratieve arrondissementen Dinant en Philippeville;
5. Hoei : de administratieve arrondissementen Hoei en Borgworm, en de gemeente Herstappe, taalgrensgemeente zoals bedoeld in artikel 8, 10° van het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het taalgebruik in bestuurszaken;
6. Luik : het administratief arrondissement Luik en de fusiegemeente die 's Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren, Sint-Pieters-Voeren, Moelingen, Remersdaal en Teuven omvat, zijnde de vroegere taalgrensgemeenten bedoeld in voormeld artikel 8, 10°;
7. Luxemburg : de administratieve arrondissementen Aarlen, Bastenaken, Marche-en-Famenne, Neufchâteau en Virton;
8. Bergen : de administratieve arrondissementen Bergen en Zinnik en de gemeente Bever, taalgrensgemeente zoals bedoeld in artikel 8, 8°, van voormeld besluit van 18 juli 1966;
9. Namen : het administratief arrondissement Namen;
10. Doornik : de administratieve arrondissementen Aat, Moeskroen en Doornik en de gemeenten Mesen en Ronse, taalgrensgemeenten zoals bedoeld in artikel 8, 3° en 8, 6° van voormeld besluit van 18 juli 1966, en de fusiegemeente die de vroegere taalgrensgemeenten Spiere en Helkijn omvat, bedoeld in artikel 8, 4°, van voormeld besluit van 18 juli 1966;
11. Verviers : het administratief arrondissement Verviers, behalve de gemeenten Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach, Eupen, Kelmis, Lontzen, Raeren en Sankt-Vith.
(NOTA : Vernietigd worden, in artikel 2, door het arrest nr 82706 van de Raad van State van 5 oktober 1999; B.S. 03-02-2000, p. 3476 :
- in punt 5, de woorden " en de gemeente Herstappe, taalgrensgemeente zoals bedoeld in artikel 8, 10° van het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken ";
- in punt 6, de woorden " en de fusiegemeente die 's Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren, Sint-Pieters-Voeren, Moelingen, Remersdaal en Teuven omvat, zijnde de vroegere taalgrensgemeenten bedoeld in voormeld artikel 8, 10° van het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken ";
- in punt 8, de woorden " en de gemeente Bever, taalgrensgemeente zoals bedoeld in artikel 8, 8° van het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken ";
- in punt 10, de woorden " en de gemeenten Mesen en Ronse, taalgrensgemeenten zoals bedoeld in artikel 8, 3° en 8, 6° van het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, en de fusiegemeente die de vroegere "taalgrensgemeenten" Spiere en Helkijn omvat, bedoeld in artikel 8, 4°, van voormeld koninklijk besluit van 18 juli 1966".)
Art.3. <Zie nota onder TITEL> § 1. Het instituut kan, naar gelang van de geografische noodwendigheden, de uitoefening van de bevoegdheden van een subregionale dienst verdelen onder verschillende bureaus die in hetzelfde gebied zijn gelegen.
§ 2. Rekening houdend met het gebied van de subregionale dienst van Luxemburg, zoals het is vastgelegd in artikel 2 van dit besluit, verdeelt het instituut de uitoefening van zijn bevoegdheden onder de bureaus die reeds gevestigd zijn te Libramont en te Aarlen.
Art.4. <Opheffingsbepaling van MB 1979-11-16/30>
Art.5. <Zie nota onder TITEL> De Minister tot wiens bevoegdheid de Permanente Vorming voor de Middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6. <Zie nota onder TITEL> Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1992.