10 JUNI 1992. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve tot toekenning van toelagen voor de revalorisatie van poorten, portieken en portalen.
Art. 1-6
Artikel 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten mag de Minister tot wiens bevoegdheid de Monumenten, Landschappen en Opgravingen behoren, een toelage van hoogstens 250 000 BF toekennen voor elke revalorisatie van poorten, portieken en portalen die tot het klein Waals volkspatrimonium behoren en tot de kwaliteit van de openbare ruimte bijdragen.
Onder revalorisatie verstaat men alle handelingen en werken met het oog op het onderhoud, het herstel, de restauratie en de inrichting van voornoemd klein patrimonium of de onmiddellijke omgeving ervan alsook elke door eender welk middel uitgevoerde gezamenlijke bevorderings-, illustratie-, publiciteits- en animatieactie.
Er wordt geen toelage toegekend voor de oprichting van een element van voornoemd klein patrimonium.
Art.2. Na advies van de in artikel 3 bedoelde commissie kan de toelage toegekend worden aan elke privaat- of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon, op grond van een revalorisatiedossier dat volgende stukken bevat :
a) een situatieplan van het element van het klein patrimonium, waarbij met name aangegeven wordt of het vanaf het openbaar domein voor iedereen toegankelijk dan ook goed zichtbaar is;
b) een bondige beschrijving met twee verschillende recente foto-opnamen;
c) de gedetailleerde en becijferde opsomming van de handelingen en werken of van de bevorderingsacties;
d) alle inlichtingen omtrent het statuut van het element (eigendom en beheers- of onderhoudswijze); wanneer de toelageaanvrager geen eigenaar of houder is van een zakelijk recht, dient zijn machtiging bij het dossier te worden gevoegd, indien de gevraagde hulp handelingen en werken betreft; indien het element van het klein patrimonium tot het openbaar of privé domein van een gemeente behoort, wordt de vergunning door de gemeenteraad afgegeven.
De toelageaanvraag komt niet in aanmerking indien het element onzichtbaar of ontoegankelijk voor het publiek is.
Art.3. Op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de Monumenten, Landschappen en Opgravingen behoren, stelt de Executieve een commissie in die belast is met het uitbrengen van een advies voor ieder dossier betreffende een toelageaanvraag.
De commissie bestaat uit zes stemgerechtigde leden :
- twee afgevaardigden van de Executieve, waarvan één vertegenwoordiger van de Minister tot wiens bevoegdheid de Monumenten, Landschappen en Opgravingen behoren, die het voorzitterschap van de commissie waarneemt;
- twee afgevaardigden van de Koninklijke Commissie van Monumenten, Landschappen en Opgravingen;
- de directeur-generaal van de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening en Huisvesting;
- de inspecteur-generaal van de Afdeling Monumenten, Landschappen en Opgravingen van de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening en Huisvesting.
Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door een ambtenaar van de Afdeling Monumenten, Landschappen en Opgravingen van de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening en Huisvesting.
Art.4. De helft van het bedrag van de toelage wordt vereffend bij de betekening van de toekenning ervan. Na advies van de in artikel 3 bedoelde commissie wordt het saldo vereffend op voorlegging van de boekingsstukken die de aanwending rechtvaardigen van het geheel van de voor de revalorisatie van het klein patrimonium toegekende toelage.
In geval van ongeschikte aanwending van het binnen een termijn van twaalf maanden na de betekening van de toekenning van de toelage vereffende bedrag dient de commissie te zorgen voor de volledige terugbetaling van voornoemd bedrag.
Art.5. <ingevoegd bij BWG 1993-12-09/33, art. 1, Inwerkingtreding : 1994-01-11> Overeenkomstig artikel 41, § 2, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, zijn de in artikel 1 bedoelde handelingen en werken niet meer onderworpen aan de voorafgaande vergunning als ze een subsidie genieten in het kader van dit besluit.
Die vrijstelling geldt voor handelingen en werken uitgevoerd aan poorten, portieken en portalen die op de beschermingslijst voorkomen, beschermd zijn, in een beschermingsgebied gelegen zijn, in een site gelokaliseerd zijn die in de atlas van de archeologische sites van het Waalse Gewest vermeld staat, of het voorwerp zijn van geen enkele beschermingsmaatregel.
Art. 6. <oud art. 5> Dit besluit treedt in werking zodra het door de Executieve is goedgekeurd.