9 JANUARI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de officiële controle op voedingsmiddelen en andere produkten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-02-1992 en tekstbijwerking tot 27-10-1995)
Art. 1-11
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de wet : de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten, gewijzigd door de wet van 22 maart 1989.
2° waren :
a) voedingsmiddelen;
b) toevoegsels, vitaminen, mineralen en oligo-elementen, andere toevoegmiddelen die bestemd zijn om als zodanig in de handel te worden gebracht;
c) de in artikel 1, 2°, a, b en c van de wet bedoelde andere produkten;
3° bevoegde ambtenaren : de ambtenaren aangeduid in of met toepassing van de wet;
4° officiële controle, hierna controle genoemd : het toezicht door de bevoegde ambtenaren waarbij wordt nagegaan of de waren in overeenstemming zijn met de wettelijke of reglementaire bepalingen.
Art.2. Dit besluit stelt de algemene beginselen vast voor de uitoefening door de bevoegde ambtenaren van de controle op de waren bestemd voor de handel op Belgisch grondgebied of voor de uitvoer.
Art.3. § 1. De controle wordt uitgevoerd :
a) op gezette tijden;
b) wanneer niet-naleving van de wettelijke of reglementaire regels wordt vermoed.
§ 2. De controle wordt uitgevoerd in evenredigheid met het beoogde doel.
§ 3. De controle strekt zich uit tot alle stadia van fabricage, invoer in de Europese Gemeenschap en handel.
§ 4. De controle wordt in de regel uitgevoerd zonder kennisgeving vooraf.
§ 5. De bevoegde ambtenaren zijn verplicht per geval uit de in § 3 genoemde stadia het stadium (of de stadia) te kiezen dat (die) voor het voorgenomen onderzoek het meest geschikt is (zijn).
§ 6. De bevoegde ambtenaren dragen er zorg voor dat de controle op de waren bestemd voor de verzending naar een lid-Staat van de Europese Gemeenschap met dezelfde zorg gebeurt als de controle welke op de waren bestemd voor de handel op Belgisch grondgebied zou zijn uitgevoerd.
§ 7. De bevoegde ambtenaren sluiten de waren niet van een passende controle uit vanwege het feit dat zij voor uitvoer buiten de Gemeenschap bestemd zijn.
Art.4. De controle bestaat, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 5 tot 8 en naar gelang van het voorgenomen onderzoek, uit één of meer van de onderstaande verrichtingen :
1° inspectie;
2° monsterneming en ontleding;
3° controle op de hygiëne van de lokalen en van het personeel betrokken bij de fabricage en de handel;
4° onderzoek van de papieren en documenten;
5° onderzoek van de door of in het bedrijf toegepaste verificatiesystemen en de resulaten daarvan.
Art.5. § 1. De inspectie heeft betrekking op :
1° de staat en het gebruik dat in de onderscheiden stadia genoemd in artikel 3, § 3 wordt gemaakt van de terreinen, lokalen, kantoren, installaties en hun omgeving, vervoermiddelen, uitrusting en materieel;
2° de grondstoffen, ingrediënten, technische hulpstoffen en andere toevoegstoffen die bij de fabricage van de waren worden gebruikt;
3° de halffabrikaten;
4° de eindprodukten;
5° de materialen en voorwerpen die bestemd zijn om met de voedingsmiddelen in aanraking komen;
6° de schoonmaak- en onderhoudsmiddelen en -procédés alsmede de bestrijdingsmiddelen;
7° de voor de fabricage of behandeling van de waren toegepaste procédés;
8° de etikettering, de presentatie van en de reclame voor de waren.
§ 2. Ter aanvulling van de in § 1 genoemde handelingen mogen indien nodig :
1° de bedrijfsleider van het geïnspecteerde bedrijf en het personeel dat voor rekening van dat bedrijf werkzaam is, worden ondervraagd;
2° de waarden worden genoteerd die worden aangegeven door de meetinstrumenten die door of in het bedrijf zijn geïnstalleerd;
3° door de bevoegde ambtenaren met behulp van eigen instrumenten nazicht worden uitgevoerd op metingen die zijn gedaan met de door of in het bedrijf geïnstalleerde instrumenten.
Art.6. Aan de in artikel 4, 3° genoemde controle op hygiëne worden onderworpen de personen die beroepshalve, rechtstreeks of niet rechtstreeks, met de in artikel 5, § 1, 2° tot 6° genoemde stoffen in aanraking komen.
Deze controle heeft tot doel na te gaan of de voorschriften inzake persoonlijke hygiëne en hygiënische kledij in acht te worden genomen. De controle geschiedt ongeacht medisch toezicht.
Art.7. § 1. De bevoegde ambtenaren mogen in de diverse in artikel 3, § 3, genoemde stadia kennis nemen van de papieren en documenten die in het bezit zijn van de betrokken natuurlijke en rechtspersonen.
§ 2. De bevoegde ambtenaren mogen kopieën of uittreksels maken van de door hen onderzochte papieren en documenten.
Art.8. Wanneer de bevoegde ambtenaren op onregelmatigheden stuiten of er vermoeden van hebben, nemen zij de noodzakelijke maatregelen.
Art.9. § 1. De bevoegde ambtenaren hebben het recht de in de artikelen 5 tot 8 bedoelde handelingen uit te voeren.
(De door de Europese Commissie aangewezen personen, die beschikken over een schriftelijke machtiging van de Europese Commissie, waarin hun identiteit en hoedanigheid zijn vermeld, mogen de bevoegde ambtenaren vergezellen bij de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde verrichtingen.) <KB 1995-09-14/48, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 27-10-1995>
§ 2. De betrokken natuurlijke en rechtspersonen moeten zich aan de overeenkomstig dit besluit uitgevoerde controles onderwerpen en de bevoegde ambtenaren bij de uitoefening van hun taak bijstaan.
Art.10. De bevoegde ambtenaren zijn gebonden aan het beroepsgeheim.
Art. 11. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.