Details





Titel:

25 MEI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren. (NOTA : opgeheven voor de Vlaamse overheid door BVR2010-03-19/22, art. 60, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2011) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2018-09-27/15, art. 41,3°, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2018) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-05-2010 en tekstbijwerking tot 04-12-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1997016039  2010035327  2018205958 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder :
  - de Minister : de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft;
  - rasdier : elk fokdier dat behoort tot een andere soort dan runderen, varkens, schapen, geiten en paardachtigen, en dat ingeschreven dan wel geregistreerd is in een register of een stamboek dat wordt bijgehouden door een organisatie of vereniging van fokkers die erkend is voor het bijhouden van dit register of stamboek.

Art.2. De handel in rasdieren en hun sperma, eicellen of embryo's kan niet om zoötechnische of genealogische redenen verboden, beperkt of belemmerd worden.

Art.3. Ten einde de bepaling van artikel 2 na te leven, kan de Minister vaststellen, op niet-discriminerende wijze, en met inachtneming van de beginselen, die door de organisatie of de vereniging, die het oorspronkelijk register of stamboek van het ras bijhoudt, zijn vastgesteld :
  - de kriteria voor de erkenning van de organisaties of verenigingen van fokkers van rasdieren;
  - de kriteria voor de inschrijving of registratie van rasdieren in de registers of stamboeken;
  - de kriteria voor de toelating van rasdieren tot de fokkerij, en voor de aanwending van hun sperma, eicellen en embryo's;
  - het vereiste certifikaat bij de handel van rasdieren.

Art.4. De voorwaarden voor de invoer van rasdieren en van hun sperma, eicellen en embryo's uit landen buiten de Europese Gemeenschap, mogen niet gunstiger zijn dan deze, die in het intrakommunautaire handelsverkeer gelden.

Art.5. De Minister stelt alle toepassingsmodaliteiten vast, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de bepalingen van dit besluit.

Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.