12 MEI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de zondagsrust en de arbeidsduur van sommige bedienden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikantennijverheid.
Art. 1-6
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de bedienden die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen van de provincie Limburg die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikantenijverheid, en op hun werkgever.
Art.2. De inhaalrust waarop de bedienden recht hebben die op zondag worden tewerkgesteld wordt toegekend binnen dertien weken die volgen op de zondag waarop zij tewerkgesteld werden.
Art.3. In geval van toepassing van de artikelen 25 en 26, § 1, 3° van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt de duur van de periode van een trimester, vastgesteld bij artikel 26bis, § 1, van dezelfde wet, op zes maanden gebracht.
In geval van toepassing van artikel 25 van dezelfde wet, wordt de duur van de periode van drie maanden, vastgesteld bij artikel 26bis, § 3, van dezelfde wet, eveneens op zes maanden gebracht.
Art.4. In geval van toepassing van artikel 25 van dezelfde wet, wordt de grens op vijfenzestig uren, vastgesteld bij artikel 26bis, § 3, eerste lid, op honderddertig uren gebracht.
Bijgevolg wordt de grens van vijfenzestig uren, vastgesteld bij artikel 26bis, § 1, vijfde lid van dezelfde wet, eveneens op honderd dertig uren gebracht.
Art.5. Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1992 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 1993.
Art. 6. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.