Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 SEPTEMBER 1992. - [Koninklijk besluit op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging] <KB 2006-09-01/49, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-12-1998 en tekstbijwerking tot 17-03-2017)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Consolidatie door een (instelling) die een moederonderneming is. <KB 2004-12-05/41, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Afdeling I. - Toepassingsgebied.
Onderafdeling 1. - Beginsel.
Art. 3
Onderafdeling 2. - Vrijstellingen.
Art. 4
(Afdeling 2. - (Oud onderafdeling 3) De consolidatiekring en de geconsolideerde jaarrekening.) <KB 2004-12-05/41, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Art. 5-6, 6bis
HOOFDSTUK III- Het geconsolideerde jaarverslag, controle en openbaarmaking. <KB 2004-12-05/41, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Art. 7-18
HOOFDSTUK IV- (Oud HOOFDSTUK VIII)- Slotbepalingen.<KB 2004-12-05/41, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Art. 19-10
Bijlage.
Art. N1



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1998003596  2004003471  2006003431  2014004024 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities.
Artikel 1.(Dit besluit geldt voor :
  1° de kredietinstellingen naar Belgisch recht bedoeld in artikel 1 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen met uitsluiting van de Nationale Bank van België, het Bestuur der Postchecks en de Deposito- en Consignatiekas;
  2° de beleggingsondernemingen naar Belgisch recht bedoeld in artikel 44 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs (;)) <KB 2004-12-05/41, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006> <KB 2006-09-01/49, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  (3° de naar Belgisch recht opgerichte beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging bedoeld in artikel 138 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.) <KB 2006-09-01/49, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  [1 4° de beheervennootschappen van alternatieve instellingen voor collectieve belegging bedoeld bij artikel 10 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders.]1
  De ondernemingen waarvoor dit besluit geldt, worden hierna " (instellingen) " genoemd. <KB 2004-12-05/41, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  ----------
  (1)<KB 2017-02-25/03, art. 169, 008; Inwerkingtreding : 27-03-2017>

Art.2. <KB 2004-12-05/41, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006> Voor de toepassing van dit besluit zijn de definities en criteria van de artikelen 5 tot en met 12 en 109 van het Wetboek van vennootschappen van toepassing met dien verstande dat elke verwijzing naar de consoliderende vennootschap moet verstaan worden in de zin van consoliderende instelling.lling.

HOOFDSTUK II. - Consolidatie door een (instelling) die een moederonderneming is.
Afdeling I. - Toepassingsgebied.
Onderafdeling 1. - Beginsel.
Art.3.Onverminderd artikel 4 moet elke in artikel 1 bedoelde (instelling) die een moederonderneming is, een geconsolideerde jaarrekening en een geconsolideerd jaarverslag opstellen indien zij, alleen of gezamenlijk, één of meer dochterondernemingen naar Belgisch of buitenlands recht controleert. <KB 2004-12-05/41, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  [1 Indien een instelling als bedoeld in het eerste lid alleen maar dochterondernemingen heeft die, alleen en tezamen, van te verwaarlozen betekenis zijn om een getrouw beeld te geven van het vermogen, de financiële positie alsook het resultaat van alle in de consolidatie opgenomen ondernemingen, is zij vrijgesteld van de in het eerste lid opgelegde verplichting.]1
  De geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerde jaarverslag worden opgesteld door het bestuursorgaan van de in artikel 1 bedoelde (instelling). <KB 2004-12-05/41, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  ----------
  (1)<KB 2012-07-01/10, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2011>

Onderafdeling 2. - Vrijstellingen.
Art.4. <KB 2004-12-05/41, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006> Onder voorbehoud van het volgende lid van dit artikel gelden de bepalingen van de artikelen 113, 114 en 115 van het Wetboek van vennootschappen voor de geconsolideerde jaarrekening van de instellingen.
  Naast de voorwaarden bedoeld in artikel 113, § 2, van het Wetboek van vennootschappen moet de moederonderneming een instelling zijn die verklaard heeft borg te staan voor de verplichtingen van de vrijgestelde instelling en moet deze waarborg als zodanig worden aangegeven in de jaarrekening van de vrijgestelde instelling.

(Afdeling 2. - (Oud onderafdeling 3) De consolidatiekring en de geconsolideerde jaarrekening.)
Art.5. <KB 2004-12-05/41, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006> Met toepassing van artikel 5 van de Europese verordening van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen gelden deze verordening en de Europese verordeningen in uitvoering van artikel 3, § 4 van voornoemde verordening, voor de bepaling van de consolidatiekring en het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening.

Art.6. <KB 2004-12-05/41, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006> Onder voorbehoud van het volgende lid zijn de bepalingen van artikelen 111 en 117, § 2, van het Wetboek van vennootschappen van toepassing op de geconsolideerde jaarrekening van de instellingen.
  De opstelling van een geconsolideerde jaarrekening waarin alle ondernemingen worden opgenomen die het consortium vormen, alsook hun dochterondernemingen, volgens de wetgeving en in de nationale munt van een buitenlandse onderneming die tot het consortium behoort, met toepassing van voornoemd artikel 117, § 2, is slechts toegestaan wanneer deze buitenlandse onderneming bovendien een instelling is die, krachtens de wetgeving van het land waar haar zetel is gevestigd, een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen met betrekking tot het consortium ten behoeve van het toezicht op de instellingen door de autoriteiten van dat land.

Art. 6bis. [1 De toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening omvat, behalve de vermeldingen voorgeschreven door de goedgekeurde internationale boekhoudnormen en voor zover ze niet door die standaarden worden opgelegd, de volgende informatie, voor het afgelopen boekjaar, uitgesplitst naar lidstaat en naar derde landen waarin ze zijn gevestigd :
   A. Hun benaming(en), de aard van hun activiteiten en hun geografische locatie (betrokken land);
   B. hun omzet;
   C. hun aantal werknemers in voltijdse equivalenten;
   D. hun winst (verlies) vóór belastingen;
   E. de belastingen op het resultaat;
   A. de ontvangen overheidssubsidies.
   Voor de toepassing van de onderhavige bepaling zijn de landen waarvoor de informatie moet worden gegeven, die landen waarin de instelling rechtstreeks of onrechtstreeks is gevestigd via entiteiten die zijn opgenomen in de consolidatiekring zoals bepaald in artikel 5 van het voorliggende besluit.
   De instellingen specificeren, achter de voornoemde gegevens, de voor hun berekening gehanteerde definities. Die definities dienen in overeenstemming te zijn met de geconsolideerde jaarrekening van de instelling.
   De onderhavige bepaling is alleen van toepassing op de instellingen als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 3 van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2014-11-27/01, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2014>

HOOFDSTUK III- Het geconsolideerde jaarverslag, controle en openbaarmaking.
Art.7. <KB 2004-12-05/41, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006> De bepalingen van artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen zijn van toepassing op de geconsolideerde jaarrekening van de instellingen.

Art.8. <KB 2004-12-05/41, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006> De bepalingen van de artikelen 146 tot 148 van het Wetboek van vennootschappen zijn van toepassing op de geconsolideerde jaarrekening van de instellingen.

Art.9. <KB 2004-12-05/41, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006> De bepalingen van de artikelen 120 en 121 van het Wetboek van vennootschappen zijn van toepassing op de geconsolideerde jaarrekening van de instellingen.

Art.10. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
Art.10. (oud artikel 20) Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit. <KB 2004-12-05/41, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

Art.11. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

Art.12. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

Art.13. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

Art.14. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

Art.15. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

Art.16. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

Art.17. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

Art.18. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

HOOFDSTUK IV- (Oud HOOFDSTUK VIII)- Slotbepalingen.
Art.19. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>

Bijlage.
Art. N1. (Opgeheven) <KB 2004-12-05/41, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2006>