4 MAART 1991. - Decreet betreffende de voorwaarden voor het exploiteren van kampeer-carvanterreinen. <Vertaling>. - (Opschrift vervangen voor het Waals Gewest zoals volgt : " Decreet betreffende de voorwaarden voor het exploiteren van caravanterreinen " <DWG 2003-12-18/93, art. 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-07-2002 en tekstbijwerking tot 13-12-2016)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
Art. 1 WAALS GEWEST
HOOFDSTUK Ibis. - Toepassingsgebied. <Ingevoegd bij DWG 2003-12-18/93, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Art. 1bis WAALS GEWEST
HOOFDSTUK II. - De vergunning.
Art. 2
Art. 2 WAALS GEWEST
Art. 3
Art. 3 WAALS GEWEST
HOOFDSTUK III. - De voorwaarden voor het exploiteren.
Art. 4
Art. 4 WAALS GEWEST
Art. 5
Art. 5 WAALS GEWEST
Art. 6
Art. 6 WAALS GEWEST
HOOFDSTUK IV. - Strafbepalingen.
Art. 7
Art. 7 WAALS GEWEST
Art. 8
Art. 8 WAALS GEWEST
Art. 9
Art. 9 WAALS GEWEST
Art. 9bis WAALS GEWEST
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 10-11
1991029505 1992029309 1994027615 1995027136 1995027335 1999027543 2002027097 2003200825 2004201409 2005027001 2006027063 2006202307 2009027167 2010031516
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
1° kamperen-caravannen, het als herbergingsgelegenheid gebruiken door andere personen dan kermisexploitanten of nomaden die als zodanig handelen, van een van de volgende mobiele verblijven : tent, wegencaravan, caravan van residentieel type zonder woonlaag, motorhome of gelijk welk ander soortgelijk verblijf, die niet ontworpen zijn om als vaste woning te dienen;
2° kampeer-caravanterrein, het terrein waarop gewoonlijk of bij gelegenheid wordt gekampeerd en een caravan wordt geplaatst door meer dan 10 personen tegelijk, of waarop meer dan 3 verblijven staan, zoals beschreven onder 1°.
Indien de houder van een kampeer-caravanvergunning binnen de grenzen van een kampeer-caravanterrein als bijkomende constructies onbeweegbare verblijven optrekt, zoals chalets, bungalows, huisjes, paviljoenen of elk ander soortgelijk verblijf dat niet ontworpen is om als vaste woning te dienen, voor zover die verschillende verblijven eigendom zijn en blijven van de houder van de kampeer-caravanvergunning of van de eigenaar van het kampeer-caravanterrein, blijft dit een kampeer-caravanterrein.
Art. 1_WAALS_GEWEST. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° kamperen-caravannen, het als herbergingsgelegenheid gebruiken door andere personen dan kermisexploitanten of nomaden die als zodanig handelen, van een van de volgende mobiele verblijven : tent, wegencaravan, caravan van residentieel type zonder woonlaag, motorhome of gelijk welk ander soortgelijk verblijf, die niet ontworpen zijn om als vaste woning te dienen; 2° (caravanterrein), het terrein waarop gewoonlijk of bij gelegenheid wordt gekampeerd en een caravan wordt geplaatst door meer dan 10 personen tegelijk, of waarop meer dan 3 verblijven staan, zoals beschreven onder 1°. <DWG 2003-12-18/93, art. 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> Indien de houder van een (caravanvergunning) binnen de grenzen van een (caravanterreinen) als bijkomende constructies onbeweegbare verblijven optrekt, zoals chalets, bungalows, huisjes, paviljoenen of elk ander soortgelijk verblijf dat niet ontworpen is om als vaste woning te dienen, voor zover die verschillende verblijven eigendom zijn en blijven van de houder van de (caravanvergunning) of van de eigenaar van het (caravanvergunning), blijft dit een (caravanterrein). <DWG 2003-12-18/93, art. 148 en 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
HOOFDSTUK Ibis. - Toepassingsgebied.
Art. 1bis_WAALS_GEWEST. <Ingevoegd bij DWG 2003-12-18/93, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> Dit decreet geldt niet voor de inrichtingen die onderworpen zijn aan het decreet betreffende de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen.
HOOFDSTUK II. - De vergunning.
Art.2.Niemand mag zonder voorafgaande vergunning het terrein waarvan hij het genot heeft als (caravanterrein) gebruiken of laten gebruiken. <DWG 2003-12-18/93, art. 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Deze vergunning wordt " (caravanvergunning " genoemd. <DWG 2003-12-18/93, art. 148 en 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Er wordt geen (caravanvergunning) geëist indien gedurende maximum zestig dagen per jaar wordt gekampeerd door (groepen die lid zijn van een door de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap of nog door de bevoegde overheid van elke lid-Staat van de Europese Unie erkende jeugdorganisatie) en alleen tenten als kampeerverblijf gebruiken. <DWG 2003-12-18/93, art. 148 en 151, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Art. 2_WAALS_GEWEST. Niemand mag zonder voorafgaande vergunning het terrein waarvan hij het genot heeft als (caravanterrein) gebruiken of laten gebruiken. <DWG 2003-12-18/93, art. 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> Deze vergunning wordt " (caravanvergunning " genoemd. <DWG 2003-12-18/93, art. 148 en 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> Er wordt geen (caravanvergunning) geëist indien gedurende maximum zestig dagen per jaar wordt gekampeerd door (groepen die lid zijn van een door de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap of nog door de bevoegde overheid van elke lid-Staat van de Europese Unie erkende jeugdorganisatie) en alleen tenten als kampeerverblijf gebruiken. <DWG 2003-12-18/93, art. 148 en 151, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
Art.3.De onder artikel 2 bedoelde vergunning wordt verleend, geweigerd of ingetrokken onder de voorwaarden en volgens de procedure die de Executieve vaststelt, waarbij het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar van de ruimtelijke ordening en de stedebouw voorgeschreven is.
De Executieve regelt eveneens de procedure om in beroep te gaan tegen de beslissing tot weigering of intrekking van de vergunning.
Het beroep tegen een beslissing tot weigering van de hernieuwing of intrekking van de vergunning is opschortend.
Art. 3_WAALS_GEWEST. De onder artikel 2 bedoelde vergunning wordt verleend, geweigerd of ingetrokken onder de voorwaarden en volgens de procedure die de Executieve vaststelt, (waarbij het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw voorgeschreven is). <DWG 2003-12-18/93, art. 152, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> De Executieve regelt eveneens de procedure om in beroep te gaan tegen de beslissing tot weigering of intrekking van de vergunning. Het beroep tegen een beslissing tot weigering van de hernieuwing of intrekking van de vergunning is opschortend.
HOOFDSTUK III. - De voorwaarden voor het exploiteren.
Art.4.De Executieve bepaalt :
1° de voorwaarden waaraan een kampeer-caravanterrein moet voldoen om aan zijn bestemming te beantwoorden, inzonderheid wat betreft de hygiëne, de zedelijkheid, de rust, de veiligheid, de gezondheid alsook de plaatselijke uitrusting;
in elk geval moet elk kampeer-caravanterrein, met het oog op het exploiteren ervan, beantwoorden aan de eisen bepaald voor de laagste kategorie van de in 4° bedoelde classificatie;
2° de verplichtingen opgelegd aan de houder van de kampeer-caravanvergunning wat betreft de bekendmaking van de kenmerken van het kampeer-caravanterrein;
3° het model, de voorwaarden voor de toekenning en de intrekking van het schild uitgereikt aan de houder van de vergunning;
4° de normen en de procedure inzake classificatie van de kampeer-caravanterreinen volgens hun kenmerken;
5° de normen inzake controle van de kampeerders-caravanhouders op de kampeer-caravanterreinen;
6° de voorwaarden voor de toekenning alsook het bedrag van de premies bestemd voor het bevorderen van de oprichting, de uitbreiding en de modernisering van de kampeer-caravanterreinen.
Art. 4_WAALS_GEWEST. De Executieve bepaalt : 1° de voorwaarden waaraan een (caravanterrein) moet voldoen om aan zijn bestemming te beantwoorden, inzonderheid wat betreft de hygiëne, de zedelijkheid, de rust, de veiligheid, de gezondheid alsook de plaatselijke uitrusting; [1 ...]1 2° de verplichtingen opgelegd aan de houder van de (caravanvergunning) wat betreft de bekendmaking van de kenmerken van het (caravanterreinen); <DWG 2003-12-18/93, art. 148 en 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> 3° het model, de voorwaarden voor de toekenning en de intrekking van het schild uitgereikt aan de houder van de vergunning; 4° (...) <DWG 2003-12-18/93, art. 156, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> 5° de normen inzake controle van de kampeerders-caravanhouders op de (caravanterreinen); <DWG 2003-12-18/93, art. 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> 6° (...) <DWG 2003-12-18/93, art. 156, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> [2 ...]2
----------
(1)<DWG 2008-10-23/37, art. 99, 004; Inwerkingtreding : 01-12-2008>
(2)<DWG 2016-11-10/20, art. 178, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.5.De Executieve kan algemene verordeningen vaststellen betreffende de beoefening van het kamperen-caravanen buiten de kampeerterreinen en in de bij artikel 2, lid 3, bedoelde gevallen, ten einde de voorschriften inzake hygiëne, zedelijkheid, rust, veiligheid, gezondheid alsook plaatselijke uitrusting te doen naleven.
Art. 5_WAALS_GEWEST. De Executieve kan algemene verordeningen vaststellen betreffende de beoefening van het kamperen-caravanen buiten de kampeerterreinen en in de bij artikel 2, lid 3, bedoelde gevallen, ten einde de voorschriften inzake hygiëne, zedelijkheid, rust, veiligheid, gezondheid alsook plaatselijke uitrusting te doen naleven.
Art.6.De bij artikel 2 bedoelde kamperen-caravanvergunning kan worden geweigerd :
1° indien de bepalingen vastgesteld krachtens artikel 4 niet of niet meer worden nageleefd;
2° indien de aanvrager, de houder van de vergunning, de exploitant, de beheerder of de persoon belast met het dagelijks beheer van het kampeer-caravanterrein, in België door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens één of meer misdrijven omschreven in boek I, titel VII, hoofdstukken V, VI en VII; titel VIII, hoofdstukken I, IV en VI, en titel IX, hoofdstukken I en II van het Strafwetboek, of indien hij in het buitenland is veroordeeld wegens een feit dat gelijkwaardig is met een feit dat één van die misdrijven uitmaakt, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk is geweest en de betrokkene het voordeel van het uitstel niet heeft verloren.
Zij kan worden geschorst of ingetrokken :
1° in beide gevallen bedoeld bij het vorig lid;
2° indien de aanvrager, de houder van de vergunning, de exploitant, de beheerder of de persoon belast met het dagelijks beheer van het kampeer-caravanterrein of de eigenaar van het kampeer-caravanterrein, zich verzet tegen het feit dat de bij artikel 8 aangewezen personen de bij artikel 9 bepaalde verificaties ter plaatse uitvoeren.
Art. 6_WAALS_GEWEST. De bij artikel 2 bedoelde (caravanvergunning) kan worden geweigerd : <DWG 2003-12-18/93, art. 148, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> 1° indien de bepalingen vastgesteld krachtens artikel 4 niet of niet meer worden nageleefd; 2° indien de aanvrager, de houder van de vergunning, de exploitant, de beheerder of de persoon belast met het dagelijks beheer van het (caravanterreinen), in België door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens één of meer misdrijven omschreven in boek I, titel VII, hoofdstukken V, VI en VII; titel VIII, hoofdstukken I, IV en VI, en titel IX, hoofdstukken I en II van het Strafwetboek, of indien hij in het buitenland is veroordeeld wegens een feit dat gelijkwaardig is met een feit dat één van die misdrijven uitmaakt, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk is geweest en de betrokkene het voordeel van het uitstel niet heeft verloren. <DWG 2003-12-18/93, art. 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> Zij kan worden geschorst of ingetrokken : 1° in beide gevallen bedoeld bij het vorig lid; 2° indien de aanvrager, de houder van de vergunning, de exploitant, de beheerder of de persoon belast met het dagelijks beheer van het (caravanterrein) of de eigenaar van het (caravanterrein), zich verzet tegen het feit dat de bij artikel 8 aangewezen personen de bij artikel 9 bepaalde verificaties ter plaatse uitvoeren. <DWG 2003-12-18/93, art. 149, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
HOOFDSTUK IV. - Strafbepalingen.
Art.7.Met een geldboete van honderd tot duizend (euro) wordt gestraft :<DWG 2002-07-04/33, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
1° hij die een kampeer-caravanterrein exploiteert zonder houder te zijn van de in artikel 2 bedoelde vergunning;
2° hij die wederrechtelijk houder is of is geweest van het in artikel 4, 3° bedoelde schild;
3° hij die misbruik maakt of heeft gemaakt van de in artikel 4, 4° bedoelde classificatiecategorie, toegekend voor het kampeer-caravanterrein dat hij exploiteert of waarover hij het dagelijks beheer voert;
4° hij die uitoefening van het in de artikelen 8 en 9 bepaalde inspectierecht weigert of opzettelijk belemmert.
De hoven en rechtbanken kunnen daarenboven, als veiligheidsmaatregel, de overtreder het verbod opleggen persoonlijk of door tussenpersoon een kampeer-caravanterrein gedurende één tot twaalf maanden te exploiteren. Het verbod heeft uitwerking vijf werkdagen na de betekening van de veroordeling.
Art. 7_WAALS_GEWEST. <DWG 2003-12-18/93, art. 154, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> § 1. Onverminderd de plichten van de officieren van de gerechtelijke politie zijn de ambtenaren en personeelsleden aangewezen door de regering belast met het toezicht op de naleving van de regels vastgesteld bij of krachtens dit decreet. Daartoe kunnen ze bij de beoefening van hun opdracht : 1° alle plaatsen, zelfs gesloten en overdekt, op elk uur van de dag en de nacht betreden indien zij ernstige redenen hebben om te geloven dat er een overtreding van het decreet of diens uitvoeringsbepalingen bestaat; indien het een, zelfs tijdelijke, woonplaats betreft, is de schriftelijke toestemming van de vergunninghouder, van de bewoner(s) of de voorafgaandelijke toelating van de politierechter vereist, die nagaat of er aanwijzingen voor een overtreding bestaan. Hetzelfde geldt voor kamers die eventueel onbewoond zijn; 2° de bijstand van de politie vragen; 3° op grond van ernstige aanwijzingen voor een overtreding, elke doorzoeking, elke controle en elk onderzoek verrichten en elke inlichting vergaren die ze noodzakelijk achten om zich ervan te vergewissen dat de bepalingen van dit decreet en diens uitvoeringsbepalingen worden nageleefd, en meer bepaald : a. elke persoon ondervragen over elk feit waarvan de kennis nodig is voor het uitoefenen van het toezicht en van die verhoren processen-verbaal op te stellen die tot het bewijs van het tegendeel bewijskracht hebben; b. zich ter plaatse elk document, stuk of titel die voor de vervulling van hun opdracht noodzakelijk is, laten voorleggen of ze onderzoeken, er een fotografisch of ander afschrift van nemen of het tegen ontvangstbewijs meenemen. De ambtenaren en personeelsleden bedoeld in het eerste lid hebben de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie. Zij zijn ertoe gehouden eed af te leggen voor de rechtbank van eerste aanleg van hun verblijfplaats. § 2. In geval van overtreding van dit decreet of diens uitvoeringsbepalingen kunnen de ambtenaren en personeelsleden bedoeld in paragraaf 1 : 1° voor elke overtreder een termijn vastleggen om zich met de wet in overeenstemming te brengen; die termijn kan slechts eenmalig verlengd worden; het Commissariaat-generaal voor Toerisme licht de procureur des Konings in over de getroffen schikkingen; bij verstrijken van de termijn of, al naar gelang van het geval, bij verlenging ervan stelt de ambtenaar of het personeelslid verslag op; het Commissariaat-generaal voor Toerisme maakt het bij ter post aangetekend schrijven binnen de tien dagen aan de overtreder en aan de procureur des Konings over; 2° een proces-verbaal opstellen dat tot bewijs van het tegendeel bewijskracht heeft; het Commissariaat-generaal voor Toerisme maakt dat proces-verbaal bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst aan de procureur des Konings en aan de overtreder over binnen de tien dagen volgend op de datum waarop het opgesteld is of na verstrijken van de termijn bedoeld onder punt 1°. Een afschrift ervan wordt in dezelfde termijn gericht aan de burgemeester van de gemeente waar het betrokken goed gelegen is en, bij ter post aangetekend schrijven, aan diens eigenaar en aan de vergunninghouder.
Art.8.De ambtenaren daartoe aangewezen door de Executieve zijn belast met het opsporen en het vaststellen bij processen-verbaal van de overtredingen van dit decreet.
Deze processen-verbaal worden aan de Procureur des Konings doorgezonden, en een afschrift ervan aan de overtreder, aan de exploitant van het kampeer-caravanterrein, wanneer het een andere natuurlijke of rechtspersoon dan de overtreder betreft, alsook aan de Executieve, gezonden binnen vijf werkdagen na de vaststelling, dit alles op straffe van nietigheid.
Art. 8_WAALS_GEWEST. <DWG 2003-12-18/93, art. 154, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> In geval van overtreding van de artikelen 2 en 4 of van de bepalingen ter uitvoering van die artikelen loopt de overtreder een administratieve geldboete op waarvan het bedrag 50.000 euro niet mag overschrijden. De overtreder is aansprakelijk voor het beheer van de toeristische logiesverstrekkende inrichting behalve indien laatstgenoemde aantoont dat hij geen enkele fout begaan heeft omdat hij alle maatregelen getroffen heeft die hij bij machte was te nemen om te voorkomen dat de het materiële bestanddeel van de overtreding werkelijkheid wordt. In afwijking van vorig lid kan in geval van smaad of ernstige bedreiging enkel de dader ervan worden vervolgd. § 2. De vastgestelde overtredingen van de bepalingen bedoeld in paragraaf 1 worden bij wijze van administratieve geldboete vervolgd behalve indien het openbaar ministerie, rekening houdend met de ernst van de overtreding, acht dat er aanleiding is tot strafrechtelijke vervolging. Strafrechtelijke vervolging sluit de toepassing van een administratieve geldboete uit, behalve in geval van seponering. De administratieve geldboete wordt opgelegd door het Commissariaat-generaal voor Toerisme. § 3. Een exemplaar van het proces-verbaal tot vaststelling van de overtreding wordt door het Commissariaat-generaal voor Toerisme overgemaakt aan het openbaar ministerie binnen de vijftien dagen na opstellen ervan. Het openbaar ministerie beschikt over een termijn van vier maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal, om het Commissariaat-generaal voor Toerisme kennis te geven van zijn beslissing om al dan niet strafrechtelijke vervolging in te stellen. § 4. Indien het openbaar ministerie ervan afziet om te vervolgen of nalaat om binnen de vastgestelde termijn van zijn beslissing kennis te geven of in de veronderstelling van een seponering beslist het Commissariaat-generaal voor Toerisme, na de overtreder in de mogelijkheid te hebben gesteld om zijn verweermiddelen voor te leggen, of er aanleiding toe is om wegens de overtreding een administratieve geldboete op te leggen. De beslissing van het Commissariaat-generaal voor Toerisme stelt het bedrag van de administratieve geldboete vast en is gemotiveerd. Daarvan wordt kennis gegeven aan de overtreder bij ter post aangetekend schrijven, tegelijk met een uitnodiging om zich van de boete te kwijten binnen de termijn vastgesteld door de regering. De kennisgeving van de beslissing tot vaststelling van de administratieve geldboete doet de strafvordering vervallen. De betaling van de boete beëindigt het optreden van het bestuur. § 5. De overtreder die de beslissing van het Commissariaat-generaal voor Toerisme betwist, dient op straffe van uitsluiting een beroep bij wijze van verzoekschrift bij de burgerlijke rechtbank in binnen een termijn van twee maanden te rekenen van de kennisgeving van de beslissing. Van een afschrift van dat beroep richt hij gelijktijdig een afschrift aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme. Het beroep, evenals de termijn om het beroep in te dienen, schorten de uitvoering van de beslissing op. De bepaling van vorig lid wordt vermeld in de beslissing waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd. § 6. Indien de overtreder in gebreke blijft om de boete te betalen, wordt de beslissing van het Commissariaat-generaal voor Toerisme of van de burgerlijke rechtbank die in kracht van gewijsde is getreden, aan de afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest overgemaakt met het oog op inning van het administratieve geldboetebedrag. § 7. Indien een nieuwe overtreding wordt vastgesteld binnen de drie maanden te rekenen van de datum van het proces-verbaal, wordt het bedrag bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van dit artikel verdubbeld. De administratieve beslissing waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd, kan niet meer getroffen worden drie jaar na het feit dat een overtreding bedoeld bij dit artikel uitmaakt. De uitnodiging aan de overtreder om zijn verweermiddelen voor te leggen, bedoeld in paragraaf 4, eerste lid, die binnen de termijn bepaald in vorig lid wordt gedaan, stuit de verjaring. Die handeling leidt een nieuwe termijn met gelijke duur in, zelfs ten overstaan van personen die er niet bij betrokken zijn. § 8. De regering kan de wijze van inning van de boete bepalen.
Art.9.De in artikel 8, lid 1, vermelde ambtenaren hebben het recht de kampeer-caravanterreinen te inspecteren tussen 9 uur en 18 uur.
In spoedeisende gevallen en bij ernstige tekortkomingen aan de voorwaarden voor het exploiteren van een kampeer-caravanterrein, nemen de in artikel 9, lid 1, bedoelde ambtenaren de nodige maatregelen om het kampeer-caravanterrein te doen ontruimen, in voorkomend geval zelfs vooraleer de vergunning geschorst of ingetrokken is.
Art. 9_WAALS_GEWEST. <DWG 2003-12-18/93, art. 154, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005> Bestraft wordt met een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en een geldboete van 26 tot 5.000 euro, of met slechts één van die straffen degene die de artikelen 2 en 4 of de bepalingen getroffen ter uitvoering van die artikelen overtreedt, evenals in geval van smaad of ernstige bedreiging ten opzichte van de gemachtigde personeelsleden of in geval van weigering of vrijwillige verhindering van de uitoefening van het inspectierecht bepaald in artikel 141. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek zijn, zonder uitzondering van hoofdstuk VII en artikel 85, van toepassing op die overtredingen. Naast de boetes bepaald in het eerste lid kan de rechter, indien de overtreder een rechtspersoon is, de straffen bepaald in de artikelen 36, 37 en 37bis van het Strafwetboek uitspreken. De overtreder is aansprakelijk voor het beheer van de toeristische logiesverstrekkende inrichting behalve indien hij aantoont dat hij geen enkele fout begaan heeft omdat hij alle maatregelen heeft getroffen die hij bij machte was te treffen om te voorkomen dat het materiële bestanddeel van de overtreding werkelijkheid wordt.
Art. 9bis_WAALS_GEWEST. <Ingevoegd bij DWG 2003-12-18/93, art. 155; Inwerkingtreding : 01-01-2005> § 1. Naast de boetes bepaald in artikel 9 beveelt de rechter op verzoek van het Commissariaat-generaal voor Toerisme de staking van de onwettelijke daad of het herstel van de plaats in oorspronkelijke staat. De rechter kan bevelen dat de veroordeelde op straffe van een dwangsom binnen de acht dagen volgend op de dag waarop het vonnis definitief is geworden een zekerheid ten voordele van het Waalse Gewest stelt waarvan het bedrag gelijk is aan de geraamde kost van de bevolen maatregelen. Die zekerheid bestaat uit een neerlegging bij de Deposito- en Consignatiekas of uit een onafhankelijke bankwaarborg uitgegeven door een erkende kredietinstelling ofwel bij de Commissie voor het Bank- en Financiewezen ofwel bij een overheid van een lid-Staat van de Europese Unie die gemachtigd is om de kredietinstellingen te controleren. Onverminderd de toepassing van hoofdstuk XXIII van boek IV van het DEEL IV van het Gerechtelijk Wetboek beveelt de rechter dat, indien de plaats niet in oorspronkelijke staat is hersteld binnen de voorgeschreven termijn, het Commissariaat-generaal voor Toerisme van ambtswege in de tenuitvoerlegging ervan kan voorzien en de kosten ervan terug kan vorderen indien de werken zijn uitgevoerd op grond van een gewone staat opgesteld door de regering. Die staat is uitvoerbaar. § 2. Het Commissariaat-generaal voor Toerisme kan voor de politie- of correctionele rechtbank treden om naast de boeten bepaald in de artikelen 143, 144 en 145 de veroordeling tot staking van de onwettelijke daad of het herstel van de plaats in diens oorspronkelijke staat te bekomen. Het kan eveneens voor de burgerlijke rechtbank treden om de veroordeling tot de staking van de onwettelijke daad of het herstel van de plaats in diens oorspronkelijke staat te bekomen.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.10. De wet van 30 april 1970 op het kamperen, gewijzigd bij het decreet van 2 december 1988, wordt opgeheven wat de Franse Gemeenschap betreft.
Art. 11. De Executieve bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit decreet en de overgangsmaatregelen voor de kampeerterreinen die op deze datum worden geëxploiteerd.