9 NOVEMBER 1990. - Decreet betreffende de voorwaarden voor de uitbating van de logiesverstrekkende inrichtingen en de hotelinrichtingen. <Vertaling> - (NOTA : Opgeheven voor het Waalse Gewest door DWG 2003-12-18/93, art. 156, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2005>) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-01-1991 en tekstbijwerking tot 11-03-2004).
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De logiesverstrekkende inrichtingen.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - De hotelinrichtingen.
Afdeling 1. - De vergunning.
Art. 4-5
Afdeling 2. - De uitbetalingsvoorwaarden.
Art. 6-7
HOOFDSTUK IV. - Strafbepalingen.
Art. 8-10
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 11-12
1991029226 1991029227 1991029229 1992029309 1994027615 1995027336 1997027291 1997027293 1997027369 1999027544 2000027433 2000031357 2001027520 2001031039 2002027097 2003201445 2008031210 2008031627 2010031517 2010031518
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :
1° logiesverstrekkende inrichting : elke handels- of toeristische exploitatie die logies verstrekt, zelfs bij gelegenheid, met of zonder maaltijden, en die over ten minste vier kamers of accommodatie voor minimum tien personen beschikt;
2° hotelinrichting : elke logiesverstrekkende inrichting die voor een periode die niet korter mag zijn dan een nachtverblijf, logies verstrekt onder de benaming " hôtel " (hotel), " hostellerie " (gasthof), " motel " (motel), " auberge " (herberg), " pension " (pension) of " relais " (buitenherberg); de Executieve kan deze opsomming aanvullen met gelijk welke andere benaming.
Dit decreet is echter niet van toepassing op het kampeerwezen, het kamperen op de boerderij, de weekendverblijfparken, de vakantiedorpen, de landelijke verblijven en verblijven op de boerderij, de gemeubileerde vakantiewoningen en de gastenkamers, de instellingen voor sociaal toerisme en de rusthuizen voor bejaarden.
HOOFDSTUK II. - De logiesverstrekkende inrichtingen.
Art.2. Niemand mag een logiesverstrekkende inrichting uitbaten indien hij niet over een veiligheidsattest beschikt, waarbij wordt vastgesteld dat voldaan is aan de veiligheidsnormen inzake brandbeveiliging, specifiek voor de logiesverstrekkende inrichtingen.
Art.3. De Executieve bepaalt :
1° de veiligheidsnormen inzake brandbeveiliging, specifiek voor de logiesverstrekkende inrichtingen;
2° de modaliteiten en de procedure voor het bekomen van het veiligheidsattest.
De bij lid 1, 2° bedoelde procedure regelt het beroep tegen de beslissing tot weigering of intrekking van het veiligheidsattest en biedt de mogelijkheid om afwijkingen van de specifieke normen toe te staan.
HOOFDSTUK III. - De hotelinrichtingen.
Afdeling 1. - De vergunning.
Art.4. Niemand mag zonder voorafgaande vergunning een hotelinrichting uitbaten.
Art.5. De bij artikel 4 bedoelde vergunning wordt verleend, geweigerd of ingetrokken onder de voorwaarden en volgens de procedure die door de Executieve worden bepaald. De vergunning kan worden verleend voor een beperkte periode.
De bij lid 1 bedoelde procedure regelt het beroep tegen de beslissing tot weigering of intrekking van de vergunning. Het beroep tegen een beslissing tot weigering van de hernieuwing of tot intrekking van een vergunning is opschortend.
Afdeling 2. - De uitbetalingsvoorwaarden.
Art.6. De Executieve bepaalt :
1° de voorwaarden waaraan een hotelinrichting moet voldoen om aan haar bestemming te beantwoorden, inzonderheid uit een oogpunt van zedelijkheid, algemene staat van goed onderhoud, properheid, comfort en capaciteit van de inrichting inzake het verstrekken van logies, alsook de procedure voor het bekomen van afwijkingen van deze voorwaarden om rekening te houden met gewestelijke of bijzondere toestanden;
2° het model van het aan de vergunninghouder uitgereikte schild;
3° de normen en de procedure voor de rangschikking van de hotelinrichtingen volgens hun kenmerken;
4° de voorwaarden voor toekenning alsook het bedrag van de premies voor het bevorderen van de oprichting, de uitbreiding en de modernisatie van de hotelinrichtingen.
Art.7. De bij artikel 4 bedoelde vergunning kan in elk geval worden geweigerd of ingetrokken :
1° indien de krachtens artikel 6 bepaalde voorwaarden niet of niet meer worden nageleefd;
2° indien de aanvrager of de houder van de vergunning of de persoon belast met het dagelijks beheer van de hotelinrichting, in België of in het buitenland door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak is veroordeeld wegens een der misdrijven omschreven in boek II, titel VII, hoofdstukken V, VI en VII; titel VIII, hoofdstukken I, IV en VI en titel IX, hoofdstukken I en II van het Strafwetboek, behalve indien de veroordeling voorwaardelijk is en de betrokkene het voordeel van het uitstel niet verloren heeft.
HOOFDSTUK IV. - Strafbepalingen.
Art.8. Met geldboete van honderd (euro) tot drieduizend (euro) wordt gestraft hij die zonder het bij artikel 2 bedoelde veiligheidsattest een logiesverstrekkende inrichting uitbaat of hij die zonder de bij artikel 4 bedoelde vergunning een hotelinrichting uitbaat of hij die wederrechtelijk houder is of is geweest van het in artikel 6, 2° bedoelde schild, hij die misbruik maakt of heeft gemaakt van de rangschikkingscategorie bedoeld bij artikel 6, 3°, toegekend aan de hotelinrichting die hij uitbaat of waarvoor hij het dagelijks beheer voert en hij die de uitvoering van het bij de artikelen 9 en 10 bedoelde inspectierecht weigert of opzettelijk belemmert. <DWG 2002-07-04/33, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De hoven en rechtbanken kunnen bovendien de dader van het misdrijf verbieden gedurende een periode van één tot twaalf maanden persoonlijk of door een tussenpersoon een logiesverstrekkende inrichting uit te baten. Het verbod wordt van toepassing vijf werkdagen na het betekenen van de veroordeling.
Zij die volgens artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek burgerrechtelijk aansprakelijk zijn, zijn gehouden tot het betalen van de geldboete.
Art.9. Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, van het personeel van de rijkswacht, van de met de plaatselijke politie belaste ambtenaren en politieagenten, worden de daartoe door de Executieve aangewezen ambtenaren belast met het opsporen en het vaststellen, bij processen-verbaal, van de overtredingen van dit decreet.
Bedoelde processen-verbaal worden aan de bevoegde ambtenaren van het openbaar ministerie doorgezonden en een afschrift ervan wordt binnen vijf werkdagen na de vaststelling van de overtreding gezonden aan de overtreder, aan de uitbater van de hotelinrichting wanneer het een natuurlijke of een rechtspersoon betreft die de overtreder niet is, alsook aan de Executieve, alles op straffe van nietigheid.
Art.10. Iedere persoon die een logiesverstrekkende inrichting of een hotelinrichting uitbaat, staat reeds daardoor toe dat de in artikel 9, lid 1, vermelde personen ter plaatse het nuttig of nodig geoordeelde onderzoek verrichten. Het bezoek heeft alleen overdag plaats en mag zich niet tot de door gasten betrokken kamers uitstrekken.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.11. De wet van 19 februari 1963 houdende statuut van hotelinrichtingen, gewijzigd bij het decreet van 2 december 1988, wordt opgeheven.
Art. 12. De Executieve stelt de datum vast van de inwerkingtreding van dit decreet en de overgangsmaatregelen voor de logiesverstrekkende inrichtingen en de hotelinrichtingen die op deze datum in uitbating zijn.