13 JUNI 1991. - Decreet met betrekking tot de vrije toegang van de burgers tot de informatie betreffende het leefmilieu (vertaling). (NOTA : deze tekst werd opgeheven bij DWG 2004-05-27/63, art. 2, 2°, 003; Inwerkingtreding : onbepaald ; zie B.S. 09-07-2004, p. 54697) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-10-1991 en tekstbijwerking tot 09-07-2004.)
Art. 1-13
1993027292 1993027293 1993111950 1994027317 1995027588 1996027034 1997027229 2000027209
Artikel 1. Onverminderd de toepassing van de bepalingen met betrekking tot de procedures inzake raadpleging van de bevolking van het nabuurschap worden de vrije toegang tot de informatie betreffende het leefmilieu waargenomen overeenkomstig de bepalingen van dit decreet.
Art.2. In de zin van dit decreet dient te worden verstaan onder:
a) "Informatie betreffende het leefmilieu": alle feitelijke of rechtskundige gegevens met betrekking tot één van de materies bedoeld in artikel 6, § 1, I, II, III, IV, V, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988, betreffende:
- de staat van het water, de lucht, de fauna, de flora en van de natuurlijke ruimten, alsmede de aantastingen daarvan;
- de projecten en activiteiten die het leefmilieu kunnen schaden of de menselijke en de dierlijke of plantesoorten kunnen in gevaar brengen, inzonderheid wat de emissie, het lozen of de vrijkoming van stralingsstoffen, trillingen, levende organismes of van energie in het water, in de lucht of in de grond betreft, alsmede de vervaardiging en het gebruik van gevaarlijke produkten of stoffen;
- de maatregelen inzake voorkoming, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het water, van de lucht, van de grond, van de fauna en de flora en van de natuurlijke ruimten, alsmede de maatregelen betreffende de voorkoming en het herstellen van de schaden die veroorzaakt kunnen worden.
b) "Gegevens in het bezit van de openbare overheden": alle bestaande gegevens die door de in dit artikel, c, bedoelde instellingen verzameld of opgemaakt worden, met uitsluiting van (...) van voor het Parketbestemde processen-verbaal en verslagen, en die ingevoegd worden in: <DWG 1996-12-19/41, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
- de schriftelijke documenten, zoals verslagen, studies, adviezen en beslissingen;
- de databases met betrekking tot de informatieverwerking;
- de visuele opnamen;
- de geluidsopnamen.
(Wat betreft de informatie in het bezit van de gemeentelijke en provinciale overheden, evenals van de instellingen die openbare bevoegdheden inzake leefmilieu uitoefenen en onder het toezicht van de overheid staan) <DWG 1996-12-19/41, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
c) "Openbare overheden": de gemeentelijke, provinciale, gewestelijke overheden, (en de instellingen die openbare bevoegheden inzake leefmilieu uitoefenen en onder het toezicht van de overheid staan). <DWG 1996-12-19/41, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
De personen die in de uitoefening van rechtelijke machten handelen, alsmede de wetgevende instellingen worden niet begrepen in deze bepaling.
Art.3. Het toegangsrecht tot de door de openbare overheden gehouden informatie betreffende het leefmilieu wordt verzekerd voor elke natuurlijke of rechtspersoon, zonder zij van een belang moet doen blijken.
Art.4. § 1. De toegang tot de in artikel 2, b, eerste koppelteken, bedoelde schriftelijke documenten ingevoegde gegevens gebeurt volgens de keuze van de aanvrager, hetzij bij kosteloze raadpleging ter plaatse hetzij tegen afgifte van afschriften waarvan de werkelijke kosten ten laste van de aanvrager komt.
§ 2. De in de in artikel 2, b, tweede tot vierde koppeltekens, bedoelde databases met betrekking tot de informatieverwerking en in de visuele en geluidsdocumenten ingevoegde gegevens kunnen medegedeeld worden bij afgifte van afschriften waarvan de werkelijke kosten ten laste van de aanvrager komen.
Art.5. § 1. Elke aanvraag om mededeling van gegevens met betrekking tot het leefmilieu moet schriftelijk zijn en haar voorwerp duidelijk vermelden.
§ 2. De openbare overheid wordt ertoe gehouden ontvangst van de in artikel 4 en in § 1 van dit artikel vermelde aanvragen te bevestigen binnen een termijn van tien werkdagen met ingang van de ontvangst van de aanvraag.
Dit ontvangstbewijs moet de mogelijkheden en modaliteiten inzake beroep waarover de aanvrager beschikt duidelijk vermelden en de termijn waarin de gegevens hem overeenkomstig artikel 7 zullen kunnen medegedeeld worden.
Art.6. De openbare overheden worden ertoe gehouden de noodzakelijke maatregelen te treffen met het oog op de identificatie en de beschikkingstelling van de aanvrager van de documenten die de gegevens betreffende de aanvraag bevatten; zij kunnen echter de aanvraag verwerpen die niet ontvankelijk is wanneer die aanvraag de mededeling van onvolmaakte gegevens of documenten of van inwendige mededelingen veronderstelt of wanneer zij duidelijk verkeerd is of te in het algemeen opgesteld is.
Art.7. § 1. De openbare overheid verstrekt de gegevens aan de aanvrager binnen de beste termijn en uiterlijk binnen twee maanden met ingang van de ontvangst van de aanvraag.
§ 2. (Opgeheven) <DWG 1996-12-19/41, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1997>
§ 3. De openbare overheid kan de termijn vermeld in de §§ 1 en 2 verlengen in geval van feitelijke onmogelijkheid toegang tot de informatie binnen de voorgeschreven termijn te geven. Deze onmogelijkheid wordt behoorlijk met redenen omkleed en schriftelijk bekendgemaakt aan de aanvrager. De openbare overheid vermeldt duidelijk de mogelijkheden en modaliteiten inzake beroep waarover overeenkomstig artikel 9 de aanvrager beschikt.
Art.8. § 1. Elke gehele of gedeeltelijke weigering de gegevens mede te delen is het voorwerp van een met redenen omklede beslissing die schriftelijk aan de aanvrager wordt bekendgemaakt.
§ 2. De bekendmaking van de weigering moet de mogelijkheden en modaliteiten van beroep waarover overeenkomstig artikel 9 de aanvrager beschikt duidelijk vermelden.
Art.9. § 1. Elke natuurlijke of rechtspersoon die oordeelt dat de door de openbare overheid krachtens artikel 7, § 3, vastgestelde termijn te lang is of oordeelt dat haar aanvraag verkeerd verworpen of verwaarloosd werd of dat zij geen van de openbare overheid heeft ontvangen, kan overeenkomstig de door de Executieve bepaalde regelen beroep doen tegen de beslissing.
§ 2. Bij gebrek aan mededeling van de informatie op het verstrijken van de door de openbare overheid met toepassing van artikel 7 van dit decreet vastgestelde termijn heeft de aanvrager de mogelijkheid een beroep te doen overeenkomstig de door de Executieve bepaalde regelen.
Art.10. § 1. Onverminderd de nationale bepalingen die in het Waalse Gewest van toepassing zijn, kan de door dit decreet gewaarborgde toegangsrecht tot de informatie beperkt worden voor zover de uitoefening van dit recht kan schaden aan:
- het geheim van de beraadslagingen van de Executieve van het Waalse Gewest, van het college van burgemeester en schepenen, van de bestendige deputatie;
- het geheim van de interregionale, nationale, internationale handelingen van het Gewest;
- het geheim van de voor de rechtbanken gevoerde procedures;
- het handels- en industriële geheim;
- het geheim van het privé-leven en inzonderheid op de inachtneming van de bepalingen betreffende de bescherming van de vertrouwelijkheid van de nominatieve gegevens, het archief en van de administratieve kaartsystemen.
§ 2. De documenten zijn het voorwerp van een gedeeltelijke mededeling wanneer het mogelijk is de meldingen van het aan de aanvrager te verstrekken afschrift te vernietigen waarvan de bekendmaking de in de vorige paragraaf bedoelde belangen zouden kunnen schaden.
§ 3. De redenen die uit het geheim van het privé-leven of van het handels- of industriële geheim voortkomen en die betrekking hebben op feiten welke persoonlijk zijn aan de aanvrager kunnen niet tegen hem opgeworpen worden.
Art.11. § 1. Elke natuurlijke of rechtspersoon die vaststelt dat een door een openbare overheid gehouden informatie en die betrekking heeft, hetzij op de staat van het leefmilieu, hetzij op haar activiteiten, onjuist is, kan de afschaffing van de vergissingen of de verbetering van de informatie vorderen.
De schriftelijke en behoorlijke aanvraag vertegenwoordigt een stuk, dat om ervan deel te maken, bij het dossier moet gevoegd worden.
§ 2. De openbare overheid die niet binnen een termijn van één maand aan de verbeteringsaanvraag voldoet, wordt beschouwd als zij die aanvraag weigerde.
Art.12. De Executieve stelt het model vast van de te gebruiken documenten ten einde de openbare overheden in de mogelijkheid te stellen aan de verplichtingen van artikel 5, § 2, en in de artikelen 7 en 8 te voldoen.
Art. 13. De bepalingen van dit decreet zijn van toepassing uitsluitend op de informatie-, afschriftaanvragen of raadplegingsaanvragen van documenten gehouden door een openbare overheid die voor de inwerkingtreding van dit decreet werden ingediend.