3 JULI 1991. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 12 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de commissies van openbare onderstand.
Art. 1-3
Artikel 1. Een voorschot op de kosten van de medische hulp en van de materiële hulp die door de openbaar centra voor maatschappelijk welzijn aan vreemdelingen wordt verleend, en waarvan de lasten door de Staat gedragen worden krachtens artikel 4, 2°, of artikel 5, 2° van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de commissies van openbare onderstand, wordt uitgekeerd aan die bepaalde openbare centra voor maatschappelijk welzijn die daadwerkelijk de hulp hebben verleend en die acute thesaurieproblemen ondervinden ten gevolge van de terugbetalingsprocedure.
De aanvraag om een voorschot wordt bij het verstrijken van een kwartaal ingediend bij behoorlijk gemotiveerd verzoek aan de Minister die het maatschappelijk welzijn in zijn bevoegdheid heeft en die beschikt bij gemotiveerde beslissing.
Dit voorschot bedraagt, voor elk kwartaal van het jaar 1991, 80 % van een vierde van de bedragen die vermeld staan op de kostenstaten die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn werden ingediend met betrekking tot het boekjaar 1989, na verificatie door het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu.
Een eerste voorschot wordt vereffend in het begin van de maand die volgt op deze waarin de Minister zijn beslissing heeft genomen.
De volgende voorschotten worden vereffend per kwartaal indien telkens een nieuw gemotiveerd verzoek wordt ingediend bij de Minister die het maatschappelijk welzijn in zijn bevoegdheid heeft en die beschikt bij gemotiveerde beslissing.
Art.2. Dit besluit is slechts van toepassing voor het boekjaar 1991.
Art. 3. Onze Eerste Minister en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Emancipatie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.