10 APRIL 1991. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan de functie van psychiatrische gezinsverpleging moet voldoen om te worden erkend. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-04-1991 en tekstbijwerking tot 16-12-1994).
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Architectonische normen.
Art. 4-6
HOOFDSTUK III. - Functionele normen.
Art. 7-9
HOOFDSTUK IV. - Organisatorische normen.
Art. 10-11
HOOFDSTUK V. - Overgangsmaatregelen.
Art. 12-14
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. § 1. De functie van psychiatrische gezinsverpleging (kenletter Tf) is een hospitalisatievorm voor psychisch gestoorde patiënten, waarvan het psychisch en sociaal evenwicht enkel kan gehandhaafd blijven mits de permanente zorg verstrekt door een pleeggezin en de therapeutische begeleiding van een multidisciplinair behandelingsteam, binne het organisatorisch kader van een psychiatrische ziekenhuisdienst. Waar zulks nuttig of nodig blijkt, zal de functie van psychiatrische gezinsverpleging erover waken dat een beroep wordt gedaan op de huisartsen en de thuisgezondheidsdiensten.
§ 2. Tijdens de behandeling zijn de patiënten gehuisvest in een pleeggezin, nemen er deel aan het gezinsleven en brengen er de ganse dag of een gedeelte ervan door.
Art.2. § 1. De psychiatrische ziekenhuisdienst staat in voor de functie gezinsverpleging, de behandeling van de patiënt en de kwaliteit van de verzorging in het pleeggezin.
§ 2. Ten einde de zorgverstrekking optimaal te verzekeren zal de psychiatrische ziekenhuisdienst één of meer verpleegeenheden omvatten, uitsluitend voorbehouden voor de functie van psychiatrische gezinsverpleging.
§ 3. Het aantal Tf bedden in de psychiatrische ziekenhuisdienst, voorbehouden voor de functie psychiatrische gezinsverpleging, bedraagt tenminste 15 % van het aantal erkende plaatsen in de pleeggezinnen, en de bijzondere normen toepasselijk op de dienst neuro-psychiatrie voor behandeling van volwassen patiënten (kenletter T) zijn hierop integraal van toepassing.
Dit beddenbestand binnen de psychiatrische ziekenhuisdienst is bestemd voor de opvang van kandidaat - gezinsverplegingspatiënten gedurende de observatieperiode, en de tijdelijke heropname van patiënten uit pleeggezinnen omwille van psychiatrische en somatische redenen en in het geval van een tijdelijke of blijvende onbeschikbaarheid van het pleeggezin.
Art.3. De functie psychiatrische gezinsverpleging moet kunnen beschikken over minstens 30 plaatsen in pleeggezinnen.
HOOFDSTUK II. - Architectonische normen.
Art.4. De architectonische normen voor de T-diensten zijn integraal van toepassing op de in het ziekenhuis aanwezige functie van psychiatrische gezinsverpleging.
Art.5. Voor het vervullen van zijn specifieke opdracht, zal de functie van psychiatrische gezinsverpleging voor de patiënten die in de gezinnen zijn ondergebracht, moeten kunnen beschikken over voldoende van de volgende, eventueel gedecentraliseerde voorzieningen :
1. Voor het waarborgen van hygiënische en sanitaire zorgen dient dit centrum uitgerust te zijn met ligbaden, stortbaden en toiletten, afzonderlijk voor mannen en voor vrouwen, met lokalen voor voet- en haarverzorging, een wachtlokaal, konsultatielokaal en een personeelslokaal.
2. Lokalen met de nodige uitrusting voor de artsen, psychologen, maatschappelijke werkers en andere paramedici.
3. Lokalen met de nodige uitrusting voor de individuele- en groepstherapie, ergotherapie, bezigheidstherapie, alsmede voor allerlei vormen van sociotherapie, zoals een clublokaal, feestzaal, bezigheidsateliers en sportakkomodaties. Bovendien dient de nodige logistieke infrastructuur en materialen voorzien te worden om in alle omstandigheden een gepaste werking te kunnen verzekeren.
4. Lokalen voorzien van het nodige materiaal bestemd voor groepstherapie, ergotherapie, creatieve activiteiten en bewegingstherapie.
5. Refters en zitplaatsen.
6. Garages en werkplaatsen.
7. Lokalen voor administratieve en huishoudelijke ondersteuning.
Art.6. Met betrekking tot de woning van de pleeggezinnen dient de functie van psychiatrische gezinsverpleging (Tf) volgende waarborgen te bekomen :
1. Individuele kamers die voldoen aan goede hygiënische voorwaarden.
2. De kamers moeten tenminste 8 m2 oppervlakte hebben.
3. De kamers moeten voorzien zijn van een venster en elektrische verlichting, en verder voldoende komfort vertonen.
4. De kamers moeten deel uitmaken van de woning en gemakkelijk toegankelijk zijn.
5. Iedere zieke moet voor zijn persoonlijk gebruik over een bed, een kast en een nachttafeltje beschikken. Dit vormt het minimummeubilair en wordt door het centraal ziekenhuis geleverd.
HOOFDSTUK III. - Functionele normen.
Art.7. De functionele normen van de T-dienst zijn integraal van toepassing op de in het ziekenhuis aanwezige functie van psychiatrische gezinsverpleging (Tf).
Art.8. Voor het vervullen van zijn specifieke opdracht zal de functie van psychiatrische gezinsverpleging (Tf), voor de patiënten die in de gezinnen zijn ondergebracht, aan de volgende voorwaarden voldoen :
1. Beschikken voor kernteams, bestaande uit medische, psychologische, sociale en verpleegkundige leden. Deze teams houden toezicht op het verblijf van alle patiënten in de pleeggezinnen en bepalen en begeleiden het individueel behandelingsprogramma. De leden van deze kernteams zullen de patiënt regelmatig in het pleeggezin bezoeken.
2. Het kernteam moet - voor de uitvoering van het individueel behandelingsprogramma - beroep kunnen doen op de medewerkers uit alle therapeutische disciplines die in de psychiatrie van toepassing zijn.
3. Het organiseren van medische, verpleegkundige, psychologische en sociale raadplegingen.
4. Voor al de patiënten moet een multidisciplinair dossier worden bijgehouden.
5. De continuïteit van de verzorging en behandeling waarborgen. Een permanente beschikbaarheid (24 uren op 24 uren) ten overstaan van patiënten en pleeggezinnen met krisisinterventie en spoedopname, dient georganiseerd.
6. Beschikken over voldoende en aangepaste vervoermiddelen en communicatiesystemen om aan de hoger gestelde voorwaarden te kunnen voldoen.
Art.9. Vanwege het pleeggezin dient de functie van psychiatrische gezinsverpleging volgende materiële en therapeutische waarborgen te bekomen die zullen vastgelegd worden in een reglement van inwendige orde dat door de Minister, bevoegd voor de erkenning wordt goedgekeurd :
1. Het moet gevestigd zijn in een geografisch gebied dat door het behandelingsteam gemakkelijk kan bereikt worden. Dit geografisch gebied wordt vastgelegd bij ministerieel besluit.
2. Het moet zich onderwerpen aan een zorgvuldig onderzoek inzake de architektonische normen, de kwaliteit van de aan te bieden zorgen, de opvangkapaciteit.
3. Het bieden van huisvesting, gezamenlijke maaltijden, affectieve opvang en de non-professionele zorg zoals toezicht, resocialisering, stimulering van de therapietrouw en aandacht voor de lichamelijke hygiëne.
4. Er kunnen niet meer dan (drie) patiënten in eenzelfde pleeggezin worden ondergebracht. (...). <KB 1994-11-07/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-12-1994>
HOOFDSTUK IV. - Organisatorische normen.
Art.10. De organisatorische normen voor de T-diensten zijn integraal van toepassing op de in het ziekenhuis aanwezige functie van psychiatrische gezinsverpleging (Tf).
Art.11. § 1. Voor het vervullen van zijn specifieke opdracht zal de functie van psychiatrische gezinsverpleging voor de patiënten die in de gezinnen zijn ondergebracht, tevens de normen voor de T-diensten toepassen wat betreft de punten 1, 2 en 3.
§ 2. Het team dat bestendig voor de begeleiding en het toezicht moet instaan voor de plaatsen in de pleeggezinnen, omvat, per 30 plaatsen : 3 voltijds equivalente personeelsleden, waarvan 2 verplegers. Het derde personeelslid moet in het bezit zijn van een brevet van gezins- en sanitaire hulp of een opleiding hebben genoten die is aangepast aan de noodwendigheden van de dienst.
§ 3. Om de modaliteiten van de tenlasteneming te verzekeren, zal het team per 30 plaatsen bovendien aangevuld worden met 1,5 voltijds equivalent personeelslid. Dit personeelslid zal in het bezit zijn van een licentiaatsdiploma of een diploma van hoger niet-universitair onderwijs met een paramedisch, sociaal, pedagogisch of artistiek karakter zoals psychologie, criminologie, lichamelijke opvoeding, kinesi- of ergotherapie, of een diploma van opvoeder, onderwijzer of regent. Het ander personeelslid zal over een kwalificatie beschikken die is aangepast aan de noodwendigheden van de dienst.
HOOFDSTUK V. - Overgangsmaatregelen.
Art.12. De instellingen die aan psychiatriche gezinsverpleging doen, beschikken vanaf de datum van bekendmaking van dit besluit over een overgangsperiode van drie jaar om aan alle bovenvermelde erkenningsnormen te beantwoorden.
Art.13. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1991.
Art. 14. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.