Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 MAART 1991. - Ministerieel besluit ter aanvulling van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 27 februari 1989 tot uitvoering van Afdeling 2 - instelling van een bijdrage aan het Tewerkstellingsfonds - van Hoofdstuk VIII van Titel III van de programmawet van 30 december 1988.



Inhoudstafel:


Art. 1-5
Bijlage 1.
Art. N1
Bijlage 2.
Art. N2
Bijlage 3.
Art. N3
Bijlage 4.
Art. N4
Bijlage 5.
Art. N5
Bijlage 6.
Art. N6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder :
  1° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 27 februari 1989 tot uitvoering van Afdeling 2 - instelling van een bijdrage aan het Tewerkstellingsfonds - van Hoofdstuk VIII van Titel III van de programmawet van 30 december 1988;
  2° het ministerieel besluit : het ministerieel besluit van 16 januari 1991 tot uitvoering van het koninklijk besluit;
  3° de Minister : de Minister van Tewerkstelling en Arbeid;
  4° de risicogroepen : de werkzoekenden behorend tot die groepen zoals deze werden bepaald in het koninklijk besluit van 2 februari 1989 tot uitvoering van artikel 138 van de programmawet van 30 december 1988;
  5° de overeenkomst tot beroepsinschakeling : het in artikel 1 van het ministerieel besluit bepaald document.

Art.2. De arbeidsovereenkomst en leerovereenkomst voor arbeiders in loondienst, bedoeld in artikel 6 van het ministerieel besluit, moeten schriftelijk worden vastgelegd.
  Deze overeenkomst moet onder meer de referenties van het door de Minister goedgekeurde project en van de hieronder vallende overeenkomst tot beroepsinschakeling vermelden.

Art.3. De bedoelde overeenkomst in artikel 2 van dit besluit of de overeenkomst tot beroepsinschakeling gaat vergezeld van een attest dat aantoont dat de aan te werven persoon of degene die voor een opleiding in aanmerking komt, behoort tot één van de risicogroepen. Naargelang de betrokkene behoort tot een van deze categorieën wordt dit attest afgeleverd door :
  1) het gewestelijk werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, dat bij middel van het formulier C.63, attesteert dat de betrokkene een langdurig werkloze is, in de zin van artikel 2, § 1, 1°, 2°, 3° en 6° van het koninklijk besluit van 2 februari 1989 tot uitvoering van artikel 138 van de programmawet van 30 december 1988;
  2) het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn wat betreft de langdurige werkloze in de zin van artikel 2, § 1, 4° van voornoemd koninklijk besluit;
  3) het Rijksfonds voor sociale reclassering van minder-validen of één van haar rechtsopvolgers voor wat betreft de langdurige werkloze in de zin van artikel 2, § 1, 5° van voornoemd koninklijk besluit, door middel van een afschrift van de kennisgeving van de inschrijving van de betrokkene bij het Rijksfonds, of, bij ontstentenis hiervan, van de inschrijvingskaart;
  4) de Subregionale dienst van de VDAB, FOREM of BGDA die attesteert dat betrokkene als werkzoekende is ingeschreven;
  5) de laaggeschoolde werkloze in de zin van artikel 2, § 2 van voornoemd koninklijk besluit door middel van een verklaring op eer, waarvan het model zich in bijlage 1 bevindt;
  6) de onderwijsinstelling, wat betreft een jongere met deeltijdse leerplicht, in de zin van artikel 2, § 3 van voornoemd koninklijk besluit, volgens het in bijlage 2 vermeld model;
  7) de persoon bedoeld in artikel 2, § 4 van voornoemd koninklijk besluit, door middel van een verklaring op eer waarvan het model zich in bijlage 3 bevindt.

Art.4. In artikel 8, § 2 van het ministerieel besluit de bedoelde betalingsaanvraag, wordt volgens het in bijlage 4 vermelde model ingediend.
  De individuele prestatiestaten worden opgenomen op een individuele fiche waarvan het model in bijlage 5 is vermeld.
  Bij een opleiding moet het regelmatig bijwonen van de lessen worden aangetoond door middel van een trimestrieel attest - waarvan het model in bijlage 6 is vermeld - afgeleverd door de verantwoordelijke van de opleidingsinstelling waar de betrokkene de lessen volgt.

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1991.

Bijlage 1.
Art. N1. VERKLARING. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26/04/1991, p. 8776>

Bijlage 2.
Art. N2. GETUIGSCHRIFT JONGEREN MET DEELTIJDSE LEERPLICHT. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26/04/1991, p. 8777>

Bijlage 3.
Art. N3. VERKLARING. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26/04/1991, p. 8778>

Bijlage 4.
Art. N4. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26/04/1991, p. 8781-8782>

Bijlage 5.
Art. N5. INDIVIDUELE FICHE. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26/04/1991, p. 8784>

Bijlage 6.
Art. N6. DRIEMAANDELIJKS ATTEST VAN NAUWGEZETHEID INZAKE DE GEORGANISEERDE OPLEIDING. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26/04/1991, p. 8785>