Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 JULI 1991. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 36 van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-08-2000 en tekstbijwerking tot 15-04-2014)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Voorschriften inzake de psychiatrische diensten die ertoe gehouden zijn geesteszieken op te nemen ten aanzien van wie een beschermingsmaatregel is genomen.
Afdeling 1. - Voorwaarden waaronder de psychiatrische diensten ertoe gehouden zijn geesteszieken, wier toestand beschermingsmaatregelen vergt, op te nemen.
Art. 2
Afdeling 2. - Specifieke functionele voorwaarden waaraan de in afdeling 1 bedoelde diensten moeten voldoen.
Art. 3-5
Afdeling 3. - De geneesheer-hoofd van de dienst.
Art. 6-9
Afdeling 4. - Het vervoer en de overbrenging van de geesteszieken.
Art. 10
HOOFDSTUK III. - Wijze waarop het register bedoeld in artikel 10 van de wet van 26 juni 1990 wordt bijgehouden.
Art. 11
HOOFDSTUK IV. - De intrekking van de erkenning.
Art. 12
HOOFDSTUK V. - Modaliteiten voor het verdere verblijf en de nazorg.
Art. 13
HOOFDSTUK VI. - Voorwaarden waaronder een zieke verpleegd kan worden in een gezin.
Art. 14
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art. 15-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995029575  2000003479  2003200776  2014024104 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :
  1° " De wet van 26 juni 1990 " : de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke;
  2° " De bevoegde overheid " : de overheden die bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid op grond van artikel 59bis, 59ter of 108ter van de Grondwet;
  3° " Een A-dienst " : een dienst neuro-psychiatrie voor observatie en behandeling, erkend als A-dienst overeenkomstig de wetgeving op de ziekenhuizen;
  4° " Een T-dienst " : een dienst neuro-psychiatrie voor behandeling, erkend als T-dienst overeenkomstig de wetgeving op de ziekenhuizen;
  5° " Een K-dienst " : een dienst neuro-psychiatrie voor kinderen, erkend als K-dienst overeenkomstig de wetgeving op de ziekenhuizen;
  6° " Beschermingsmaatregel " : een beschermingsmaatregel genomen met toepassing van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.

HOOFDSTUK II. - Voorschriften inzake de psychiatrische diensten die ertoe gehouden zijn geesteszieken op te nemen ten aanzien van wie een beschermingsmaatregel is genomen.
Afdeling 1. - Voorwaarden waaronder de psychiatrische diensten ertoe gehouden zijn geesteszieken, wier toestand beschermingsmaatregelen vergt, op te nemen.
Art.2. Voor zover ze hiertoe door de bevoegde overheid aangewezen werden, zijn de A-diensten van psychiatrische ziekenhuizen, de A-diensten van algemene ziekenhuizen die werken in het kader van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, de T-diensten en de K-diensten ertoe gehouden de geesteszieken ten aanzien van wie er een beschermingsmaatregel gelast werd, op te nemen.

Afdeling 2. - Specifieke functionele voorwaarden waaraan de in afdeling 1 bedoelde diensten moeten voldoen.
Art.3. § 1. De in afdeling 1 bedoelde diensten moeten over een huishoudelijk reglement beschikken dat, onverminderd het bepaalde in artikel 125, eerste lid, 2°, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, ter goedkeuring werd voorgelegd aan de bevoegde overheid. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de procureur des Konings en van de vrederechter van de plaats waar de dienst gelegen is alsook van de vrederechter die de beschermingsmaatregel bevolen heeft.
  § 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 32, § 2, van de wet van 26 juni 1990, moet het in § 1 bedoelde reglement ten minste de volgende aangelegenheden regelen :
  1° interne beschermingsmaatregelen;
  2° wijze waarop de rechten van de zieke gewaarborgd worden, inzonderheid deze bedoeld in artikel 32 van de wet van 26 juni 1990.

Art.4. De in afdeling 1 bedoelde diensten moeten een jaarverslag opmaken met de lijst van de patiënten die, ten gevolge van een beschermingsmaatregel in de dienst werden opgenomen.
  Dit jaarverslag wordt overgemaakt aan de door de bevoegde overheid aangewezen geneesheren-inspecteurs-psychiaters, aan de vrederechter van de plaats waar de dienst gelegen is en aan de procureur des Konings.

Art.5. § 1. Indien een persoon ten aanzien van wie een beschermingsmaatregel gelast werd, in een daartoe in de dienst aangewezen isoleer- en observatiekamer ondergebracht wordt, dient de geneesheer-hoofd van dienst deze dwangmaatregelen in een register op te tekenen met vermelding van hun duur, aard en medische indicatie.
  Dit register wordt dagelijks geparafeerd door de behandelende geneesheer van dienst die er zijn bevindingen bij aantekent.
  § 2. Indien er maatregelen zoals bedoeld in § 1 worden genomen, moet het verpleegkundig personeel een intensief en regelmatig toezicht houden.

Afdeling 3. - De geneesheer-hoofd van de dienst.
Art.6.§ 1. De geneesheer-hoofd van dienst, bevoegd om beschermingsmaatregelen te nemen, wordt op voorstel van de beheerder aangewezen door de bevoegde overheid.
  § 2. Personen die de in § 1 bedoelde aanwijzing wensen te bekomen moeten erkend zijn als geneesheer-specialist in de neuro-psychiatrie of in de psychiatrie [1 ...]1.
  § 3. [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2014-03-11/08, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 25-04-2014>

Art.7.
  <Opgeheven bij KB 2014-03-11/08, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 25-04-2014>

Art.8. Onverminderd de door het R.I.Z.I.V. verschuldigde honoraria voor het toezicht en voor de gespecialiseerde medische zorgen, wordt de geneesheer-hoofd van dienst voor de administratieve activiteiten verricht in het kader van de wet van 26 juni 1990 forfaitair vergoed. Deze forfaitaire vergoeding die via de verpleegdagprijs aan de beheerder van het ziekenhuis wordt overgemaakt bestaat uit :
  - een forfaitair bedrag van (3.700 EUR) per jaar, op voorwaarde dat er gedurende dat dienstjaar ten minste één geesteszieke, ten aanzien van wie er een beschermingsmaatregel gelast werd, opgenomen werd; <KB 2000-07-20/56, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  - een bijkomend forfaitair bedrag van (186 EUR) per geesteszieke die gedurende het dienstjaar in de dienst opgenomen werd ten gevolge van een beschermingsmaatregel. <KB 2000-07-20/56, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  Deze vergoeding wordt, op basis van een tussen de beheerder en de geneesheer-hoofd van dienst gesloten overeenkomst, door de beheerder integraal doorgestort aan de geneesheer-hoofd van dienst.
  Deze overeenkomst wordt afgesloten overeenkomstig de bepalingen van titel IV van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987.

Art.9. In geval van grove nalatigheid of schending van de wettelijke of conventionele verplichtingen in hoofde van de geneesheer-hoofd van dienst, kunnen de beheerder en/of de geneesheren-inspecteurs-psychiaters, na het advies van de in artikel 7 bedoelde commissie ingewonnen te hebben, aan de bevoegde overheid diens intrekking van de aanwijzing voorstellen.

Afdeling 4. - Het vervoer en de overbrenging van de geesteszieken.
Art.10. § 1. Het vervoer en de overbrenging van de geesteszieke die het voorwerp uitmaakt van een beschermingsmaatregel, worden verzekerd door de dienst 100 of door ieder andere, terzake gespecialiseerde dienst die, op grond van een met de Staat gesloten overeenkomst, aanvaard hebben hun medewerking aan het eenvormig oproepstelsel te verlenen. Bij de overbrenging of het vervoer is de aanwezigheid van gekwalificeerd personeel of, naargelang van het geval, van leden van de openbare macht in burger vereist.
  § 2. Alvorens een geesteszieke die het voorwerp uitmaakt van een beschermingsmaatregel overgebracht wordt naar een andere psychiatrische dienst maakt de geneesheer-hoofd van dienst, ten behoeve van de geneesheer-hoofd van dienst van de dienst waarnaar bedoelde geesteszieke overgebracht wordt, een omstandig rapport op dat minstens volgende elementen omvat :
  1° de psychiatrische waarnemingen en andere relevante medische en sociale vaststellingen;
  2° de resultaten van de testen en de verrichte technische onderzoeken;
  3° de aard en de resultaten van de toegepaste behandelingen;
  4° in bijlage wordt een copij gevoegd van alle stukken die in uitvoering van de wet van 26 juni 1990 werden opgemaakt en die noodzakelijk zijn voor de verdere behandeling van de geesteszieke.

HOOFDSTUK III. - Wijze waarop het register bedoeld in artikel 10 van de wet van 26 juni 1990 wordt bijgehouden.
Art.11. Het in artikel 10 van de wet van 26 juni 1990 voorziene register wordt op elke bladzijde genummerd en geparafeerd door de vrederechter van de plaats van de dienst. Het wordt bijgehouden door de directeur van de instelling en wordt ter beschikking gehouden van de rechterlijke overheden en van de geneesheren-inspecteurs-psychiaters. De personen die met toepassing van artikel 7 van de wet van 26 juni 1990 zijn aangewezen of gekozen kunnen inzage krijgen van alle gegevens van het register betreffende de geesteszieke in wiens belang ze werden aangewezen of gekozen.
  Dit register verstrekt volgende gegevens met betrekking tot de zieke :
  1° de naam en voornamen;
  2° de geboorteplaats;
  3° de woonplaats;
  4° de verblijfplaats;
  5° de nationaliteit;
  6° het beroep;
  7° de burgerlijke staat;
  8° de datum en uur van opname in de instelling;
  9° de datum en uur van het ontslag uit de instelling;
  10° alle inlichtingen met betrekking tot administratieve of rechterlijke beslissingen genomen in het kader van de wet van 26 juni 1990;
  11° de beslissingen inzake de bescherming van de goederen van de zieke;
  12° elk verlof;
  13° de naam, voornaam en woonplaats van de personen die, in toepassing van artikel 7 van de wet van 26 juni 1990, aangewezen of gekozen werden;
  14° de naam, voornaam, woonplaats en hoedanigheid van de wettelijke vertegenwoordiger van de zieke;
  15° de eventuele bevindingen van de in 13° bedoelde personen.
  Dit register wordt bij elk bezoek voorgelegd aan de personen die krachtens artikel 33 van de wet van 26 juni 1990 belast zijn met het toezicht op de instelling die er hun visum op aanbrengen en, zo daartoe aanleiding bestaat, er hun bemerkingen in optekenen.

HOOFDSTUK IV. - De intrekking van de erkenning.
Art.12. Ingeval de erkenning van een ziekenhuis of een ziekenhuisdienst, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, ingetrokken wordt, wordt deze beslissing tot intrekking van de erkenning ter kennis gebracht van de vrederechter van de plaats waar de dienst gelegen is. Deze wijst de dienst aan naar dewelke de geesteszieken, ten aanzien van wie de opneming ter observatie of het verder verblijf gelast werd, dienen overgebracht te worden.

HOOFDSTUK V. - Modaliteiten voor het verdere verblijf en de nazorg.
Art.13. De diensten die, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, patiënten opnemen ten aanzien van wie het verder verblijf gelast werd, zullen een schriftelijke overeenkomst afsluiten met de geëigende instellingen die gemachtigd zijn de nazorg te verzekeren.

HOOFDSTUK VI. - Voorwaarden waaronder een zieke verpleegd kan worden in een gezin.
Art.14. De door de vrederechter aangewezen personen en hun gezin die een geesteszieke, voor wie beschermingsmaatregelen noodzakelijk blijken, opnemen, worden begeleid door een ziekenhuisdienst voor psychiatrische gezinsverpleging.

HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art.15. In afwijking van artikel 6 van dit besluit blijven de geneesheren benoemd op grond van de wet van 18 juni 1850 op de behandeling van krankzinnigen, gewijzigd bij de wetten van 28 december 1873 en 7 april 1964, de functie van geneesheer-hoofd van dienst verder uitoefenen.

Art.16. In afwachting dat de bevoegde overheden de in artikel 2 bedoelde diensten hebben aangewezen, en voor zover de desbetreffende geneesheer-hoofd van dienst voldoet aan de bepalingen van artikel 6 of 14, worden alle A-diensten van psychiatrische ziekenhuizen, alle A-diensten van algemene ziekenhuizen die werken in het kader van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, alle T-diensten en alle K-diensten van ambtswege beschouwd als diensten die ertoe gehouden zijn patiënten op te nemen ten aanzien van wie er een beschermingsmaatregel gelast werd.

Art.17. Dit besluit treedt in werking op 27 juli 1991.

Art. 18. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Sociale Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.