30 JANUARI 1991. - Wet tot wijziging van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie.
Art. 1-25
Artikel 1. <Wijzigingsbepaling van art. 1 van W 1933-01-03/30>
Art.2. <Wijzigingsbepaling van art. 2 van W 1933-01-03/30>
Art.3. <Wijzigingsbepaling van art. 3 van W 1933-01-03/30>
Art.4. <Wijzigingsbepaling van art. 4 van W 1933-01-03/30>
Art.5. <Wijzigingsbepaling van art. 5 van W 1933-01-03/30>
Art.6. <Wijzigingsbepaling van art. 6 van W 1933-01-03/30>
Art.7. <Wijzigingsbepaling van art. 7 van W 1933-01-03/30>
Art.8. <Wijzigingsbepaling van art. 8 en 9 van W 1933-01-03/30>
Art.9. <Wijzigingsbepaling van art. 11 van W 1933-01-03/30>
Art.10. § 1. <Invoeging van een afdeling 4bis in de W 1933-01-03/30>
§ 2. <Invoeging van art. 12bis. in W 1933-01-03/30>
Art.11. <Wijzigingsbepaling van art. 14 van W 1933-01-03/30>
Art.12. <Invoeging van art. 14bis in W 1933-01-03/30>
Art.13. <Wijzigingsbepaling van art. 15 van W 1933-01-03/30>
Art.14. <Wijzigingsbepaling van art. 16 van W 1933-01-03/30>
Art.15. <Wijzigingsbepaling van art. 17 van W 1933-01-03/30>
Art.16. <Wijzigingsbepaling van art. 19 van W 1933-01-03/30>
Art.17. <Wijzigingsbepaling van art. 22 van W 1933-01-03/30>
Art.18. <Wijzigingsbepaling van art. 24 van W 1933-01-03/30>
Art.19. <Wijzigingsbepaling van art. 25 van W 1933-01-03/30>
Art.20. <Wijzigingsbepaling van art. 26 van W 1933-01-03/30>
Art.21. <Wijzigingsbepaling van art. 27 van W 1933-01-03/30>
Art.22. <Wijzigingsbepaling van art. 28 van W 1933-01-03/30>
Art.23. <Invoeging van art. 29 in W 1933-01-03/30>
Art.24. Natuurlijke en rechtspersonen die overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van de wet van 3 januari 1933, de verklaring van wapen- of munitiefabrikant, wapen- of munitiehandelaar of van wapenmaker hebben gedaan, kunnen de in artikel 1 van deze wet bedoelde erkenning aanvragen door binnen een termijn van een jaar, te rekenen van de datum vn inwerkingtreding van deze wet, een verzoekschrift te richten aan de gouverneur van de provincie waar zij hun activiteit uitoefenen.
Gedurende deze termijn en indien zij de verzending van dat verzoekschrift bewijzen, kunnen zij, totdat over hun aanvraag om erkenning beslist is, de economische bedrijvigheid waarvoor de verklaring gedaan werd, blijven uitoefenen en de wapens die zij nog voorhanden hebben, bewaren. Wordt de erkenning geweigerd, dan moeten zij handelen overeenkomstig artikel 11 van deze wet.
Art. 25. § 1. De personen, die op de datum van inwerkingtreding van deze wet een wapen bezitten dat naar luid van de wet in de categorie van de verweerwapens wordt gerangschikt, zonder daartoe een vergunning of een immatriculatiegetuigschrift te bezitten, moeten dat wapen binnen een termijn van een jaar, te rekenen van de datum van deze inwerkingtreding, laten inschrijven overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 11 van deze wet.
§ 2. (De vergunningen tot aankoop en de immatriculatiegetuigschriften voor een verweerwapen uitgereikt vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet overeenkomstig de artikelen 5, 6 en 14 van de wet van 3 januari 1933, worden gelijkgesteld met vergunningen om een verweerwapen voorhanden te hebben.) <W 1991-07-20/31, art. 147, 002; Inwerkingtreding : 11-08-1991>
§ 3. De personen die op de datum van inwerkingtreding van deze wet een wapen bezitten dat naar luid van de wet in de categorie van de oorlogswapens wordt ingedeeld, zonder daartoe een vergunning te bezitten, moeten binnen een termijn van een jaar, te rekenen van de datum van inwerkingtreding van de wet een vergunning om een dergelijk wapen voorhanden te hebben, aanvragen.
Zij mogen het wapen voorhanden hebben overeenkomstig artikel 11 van deze wet.
§ 4. De vergunningen tot aankoop of de immatriculatiegetuigschriften van een verweerwapen die zijn uitgereikt voor de inwerkingtreding van deze wet en die betrekking hebben op verweerwapens die bij deze wet worden ingedeeld in de categorie oorlogswapens, worden gelijkgesteld met vergunningen tot het voorhanden hebben van oorlogswapens.
§ 5. De vergunningen tot het dragen van een verweerwapen die werden uitgereikt vóór de inwerkingtreding van deze wet worden gelijkgesteld met de vergunningen tot het dragen van een verweerwapen uitgereikt overeenkomstig artikel 7 van deze wet.