21 MEI 1991. - [Koninklijk besluit betreffende het verlenen van vergunningen aan bewakingsondernemingen of interne bewakingsdiensten.] <Opschrift gewijzigd door KB 2002-06-13/51, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 10-10-2002> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-05-1991 en tekstbijwerking tot 09-07-2002)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Vergunning van bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - <KB 2002-06-13/51, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 10-10-2002> Erkenning van beveiligingsondernemingen.
Art. 3-6
HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 7-9
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan onder :
1° de wet : de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten;
2° uitvoerend personeel : de personen bedoeld in artikel 6 van de wet;
3° leidinggevend personeel : de personen bedoeld in artikel 5 van de wet;
4° beveiligingsmaterieel : de alarmsystemen en hun componenten bedoeld in artikel 12, eerste lid van de wet;
5° geaccrediteerde certificatie - of keuringsinstelling : instelling gedefiniëerd in artikel 1 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van certificatie - en keuringsinstellingen, alsmede van beproevingslaboratoria.
HOOFDSTUK II. - Vergunning van bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten.
Art.2. Elke natuurlijke of rechtspersoon die om een vergunning vraagt om een bewakingsonderneming te exploiteren of een interne bewakingsdienst op te zetten, richt daartoe een aavraag bij ter post aangetekende brief aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie.
De aanvraag bevat de volgende bescheiden en inlichtingen :
1° Voor de rechtspersonen :
a) de oprichtingsakte en de statuten van de vennootschap;
b) de lijst van de personen die in de raad van bestuur zitting hebben met opgave van naam, voornamen, geboortedatum, nationaliteit en volledig adres;
2° Voor de rechtspersonen en de natuurlijke personen :
a) het inschrijvingsnummer in het handelsregister en een copie van het inschrijvingsbewijs;
b) het bewijs dat kan voldaan worden aan de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 14 mei 1991 betreffende de financiële middelen en technische uitrusting van bewakingsondernemingen, beveiligingsondernemingen en interne bewakingsdiensten;
c) wat de bewakingsondernemingen of de interne bewakingsdiensten betreft die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in werking zijn, een lijst van het leidinggevend en van het uitvoerend personeel met opgave van naam, voornamen, geboortedatum, nationaliteit, volledig adres en het feit of het voor of na 29 mei 1990 in dienst was;
d) wat de bewakingsondernemingen of de interne bewakingsdiensten betreft die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog niet in werking zijn, een lijst van het leidinggevend personeel en een raming van het uitvoerend personeel met opgave van naam, voornamen, geboortedatum, nationaliteit, volledig adres, vermelding van de behaalde kwalificaties en de datum waarop;
3° Voor de personen bedoeld in de punten 1°, b, en 2°, c en d, een origineel of een kopie van een getuigschrift van goed zedelijk gedrag bestemd voor een openbaar bestuur, of een gelijkwaardig getuigschrift indien die personen hun woonplaats hebben in het buitenland. Het getuigschrift van goed zedelijk gedrag of het gelijkwaardig getuigschrift mag niet meer dan zes maanden oud zijn op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend.
In de aanvraag dient daarenboven duidelijk te worden vermeld voor welke activiteiten bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2 van de wet een vergunning wordt aangevraagd.
HOOFDSTUK III. -
Art.3. (Opgeheven) <KB 2002-06-13/51, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 10-10-2002>
Art.4. (Opgeheven) <KB 2002-06-13/51, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 10-10-2002>
Art.5. (Opgeheven) <KB 2002-06-13/51, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 10-10-2002>
Art.6. (Opgeheven) <KB 2002-06-13/51, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 10-10-2002>
HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.7. De aanvragen tot vernieuwing moeten ten minste zes maanden voor het aflopen van de vergunning of erkenning ingediend worden bij de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt bekendgemaakt.
Art. 9. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.