25 JANUARI 1990. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve houdende delegatie van bevoegdheid betreffende de procedures voor de gerechten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-03-1990 en tekstbijwerking tot 15-01-1998)
Art. 1-4
Artikel 1. Dit besluit regelt een materie bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.
Art.2. In het kader van hun respectieve bevoegdheden wordt aan de leden van de Executieve, ieder wat hem betreft, delegatie verleend om, namens deze, elk rechtsgeldig, als eiser en als verweerder, te voeren voor de justitiële gerechten, de Raad van State en alle andere administratieve gerechten, alsook om alle handelingen te verrichten die op deze procedures betrekking hebben.
(Wanneer het onderwerp van een geschil tot de bevoegdheden behoort van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, wordt aan de Minister-Voorzitter delegatie verleend om elke handeling te verrichten vermeld in het eerste lid.) <KB 1997-11-06/38, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-01-1998>
Art.3. § 1. De Executieve beraadslaagt op voorstel van een van haar leden over de vraag of er bij het Arbitragehof een beroep moet worden ingesteld,
zij er als tussenkomende partij moet optreden dan wel of er bij dat Hof een memorie moet worden ingediend. Zij wijst de Minister aan die haar tijdens de procedure zal vertegenwoordigen.
§ 2. In spoedeisende gevallen kan de Voorzitter alleen beslissen over een tussenkomst of over het indienen van een memorie in een procedure die hangend is bij het Arbitragehof. Hij brengt zijn beslissing zo snel mogelijk ter kennis van de Executieve. De Executieve wijst de Minister aan die gelast wordt haar blijvend te vertegenwoordigen.
§ 3. Het lid dat de Executieve vertegenwoordigt kan worden opgedragen bepaalde standpunten te verdedigen voor het Hof. Het geeft de Executieve kennis van elke handeling die het verricht.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.