21 NOVEMBER 1989. - Besluit van de Executieve tot vaststelling, voor het jaar 1989, van de nadere regels voor de verdeling van de inkomsten uit de commerciële reclame ten voordele van de geschreven pers.
Art. 1-4
Artikel 1. Een deel van de inkomsten uit de commerciële reclame, bekomen door de R.T.B.F. en R.T.L.-T.V.I., dat voor het jaar 1989 toegekend wordt aan de organen van de dagbladpers, gegroepeerd binnen de Belgische Vereniging van Dagbladuitgevers (B.V.D.U.), bestaat uit een forfaitair bedrag van 100 miljoen uitgetrokken op de inkomsten geboekt door de R.T.B.F. alsook een bedrag van 33 miljoen uitgetrokken op de inkomsten geboekt door R.T.L.-T.V.I., en uit een percentage van 20 pct. op de bedragen geboekt boven een minimum van 3 069 000 000 frank.
Dit bedrag voor het jaar 1989 wordt gewogen naar rata van het aantal overblijvende maanden vanaf de datum waarop dit besluit uitwerking heeft tot 31 december 1989, waarbij het jaar 1988 tot referentie voor deze berekening dient.
Art.2. De bedragen bedoeld in artikel 1 van dit besluit worden gestort in een Fonds voor steun aan de geschreven pers, dat door de Executieve op uiterlijk 31 januari 1990 zal worden opgericht.
Volgens door de Executieve nader te bepalen regels, worden die bedragen door haar ten voordele van de geschreven pers verdeeld.
Art.3. Indien de Executieve, krachtens artikel 12 van de wet van 6 februari 1987 betreffende de radiodistributie- en teledistributienetten en betreffende de handelspubliciteit op radio en televisie, gewijzigd bij artikel 2 van het decreet van 4 juli 1989, andere radio-omroepstations en radio-omroepvennootschappen machtigt tot het opnemen van commerciële reclame in hun programma's, mag ze een deel van de inkomsten voor andere sectoren van de geschreven pers bestemmen.
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 september 1989.