14 SEPTEMBER 1990. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 3nonies van de wet van 16 juni 1960 die de organismen belast met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi onder de controle en de waarborg van de Belgische Staat plaatst, en die waarborg draagt door de Belgische Staat van de maatschappelijke prestaties ten gunste van deze werknemers verzekerd en van artikel 22sexies van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid.
Art. 1-7
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan :
a) onder " artikel 3nonies van de wet van 16 juni 1960 " : artikel 3nonies van de wet van 16 juni 1960 die de organismen belast met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Congo en Ruandi-Urundi onder de controle en de waarborg van de Belgische Staat plaatst en die waarborg draagt door de Belgische Staat van de maatschappelijke prestaties ten gunste van deze werknemers verzekerd, ingevoegd bij de wet van 27 mei 1983 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 1990;
b) onder " artikel 22sexies van de wet van 17 juli 1963 " : artikel 22sexies van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, ingevoegd bij de wet van 20 juli 1990;
c) onder " andere regeling " : een Belgische of vreemde pensioenregeling of de pensioenregeling van een instelling naar internationaal publiek recht.
Art.2. Wanneer het bedrag van het ouderdomspensioen dat de uit de echt gescheiden echtgenote in een andere regeling geniet, onafhankelijk is van het volbrengen van een verzekeringsperiode, is het bedrag dat moet worden afgetrokken in uitvoering van de artikelen 3nonies, § 4, eerste lid, van de wet van 16 juni 1960 en 22sexies, § 4, eerste lid, van de wet van 17 juli 1963, vastgesteld per jaar op een veertigste van het pensioen dat in deze andere regeling kan worden bekomen.
Art.3. Wanneer de uit de echt gescheiden echtgenote een ouderdomspensioen in een andere regeling geniet, worden de onvolledige jaren die aanleiding geven tot vermindering in uitvoering van de artikelen 3nonies, § 4, eerste lid, van de wet van 16 juni 1960 en 22sexies, § 4, eerste lid, van de wet van 17 juli 1963, geteld tot beloop van het aantal volle maanden die zij bevatten.
Art.4. Voor de toepassing van de artikelen 3nonies, § 4, eerste lid, van de wet van 16 juni 1960 en 22sexies, § 4, eerste lid, van de wet van 17 juli 1963, wordt bij de vergelijking tussen het bedrag van het pensioen waarin de artikelen 3nonies en 22sexies voorzien en het bedrag van het pensioen in de andere regeling, uitgegaan van het bedrag van elk van die pensioenen, berekend op de ingangsdatum van het pensioen waarin de artikelen 3nonies en 22sexies voorzien.
Art.5. Het koninklijk besluit van 22 oktober 1985 houdende uitvoering van artikel 3nonies van de wet van 16 juni 1960 die de organismen belast met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi onder de controle en de waarborg van de Belgische Staat plaatst en die waarborg draagt door de Belgische Staat van de maatschappelijke prestaties ten gunste van deze werknemers verzekerd, wordt opgeheven.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1990.
Art. 7. Onze Minister van Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.