18 JUNI 1990. - [Koninklijk besluit houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door een arts [of een tandarts] aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van uitvoering van die verstrekkingen en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen <Opschrift vervangen door KB 2006-07-13/47, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 17-08-2006> <KB2019-04-23/21, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 27-05-2019> . (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-09-1990 en tekstbijwerking tot 25-04-2024)
Art. 1-4, 4bis, 5-7, 7bis, 7ter, 7quater, 8-9
BIJLAGEN.
Art. N1-N5
1995025008 1997022444 1999022754 2006022720 2007022630 2014024231 2015024253 2016024062 2019012160 2022015210
Artikel 1.De lijst van de (technische verpleegkundige verstrekkingen), bedoeld in [1 artikel 21quinquies, § 1, b)]1, van (het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen), wordt vastgesteld in bijlage I van dit besluit. <KB 2002-10-07/35, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 17-11-2002> <KB 2006-07-13/47, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 17-08-2006>
[1 De term "assistentie" zoals gebruikt in bijlage I veronderstelt dat arts [2 of tandarts binnen de grenzen van zijn bevoegdheden,]2 en verpleegkundige samen handelingen uitvoeren bij een patiënt, waarbij er direct visueel en verbaal contact tussen hen bestaat.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
(2)<KB 2019-04-23/21, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 27-05-2019>
Art.2.[1 De in artikel 1 bedoelde technische verpleegkundige verstrekkingen]1 mogen enkel worden verricht door beoefenaars van de verpleegkunde die een van de kwalificaties vermeld in bijlage III van dit besluit bezitten. <KB 2006-07-13/47, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 17-08-2006>
[1 ...]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
Art.3.In het kader van (artikel 21quinquies , § 1, b)) van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 zijn de in artikel 2 van onderhavig besluit bedoelde beoefenaars van de verpleegkunde bevoegd om de verpleegkundige zorgen uit te voeren. Deze zorgen omvatten de planning, de uitvoering en de evaluatie met inbegrip van de gezondheidsbegeleiding van de patiënt en van zijn omgeving. Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en [1 aangevuld]1, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan. <KB 2002-10-07/35, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 17-11-2002>
(NOTA : cursieve zin vernietigd door arrest nr. 43.408 van de Raad van State van 21-06-1993, niet in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt, Inwerkingtreding : 18-06-1990)
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
Art.4.
<Opgeheven bij KB 2014-04-25/E5, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
Art. 4bis.[1 Het is de beoefenaar van de verpleegkunde enkel toegestaan technische verpleegkundige verstrekkingen en de handelingen die door een arts [2 of een tandarts]2 kunnen worden toevertrouwd uit te voeren wanneer hij beschikt over de nodige competentie, opleiding en/of ervaring om deze correct en veilig uit te voeren.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-04-25/E5, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
(2)<KB 2019-04-23/21, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 27-05-2019>
Art.5.[1 De lijst van de handelingen die door een arts [2 of een tandarts binnen de grenzen van zijn bevoegdheden]2 kunnen worden toevertrouwd, bedoeld in artikel 5, § 1, tweede en derde lid, en in artikel 21quinquies, § 1, c),]1 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 wordt vastgesteld in bijlage II van dit besluit.
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
(2)<KB 2019-04-23/21, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 27-05-2019>
Art.6.[1 De in artikel 5 bedoelde handelingen die door een arts [2 of een tandarts]2 kunnen worden toevertrouwd,]1 mogen enkel worden [1 uitgevoerd]1 door beoefenaars van de verpleegkunde die een van de kwalificaties vermeld onder de punten a) en b) van bijlage III van dit besluit bezitten.
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
(2)<KB 2019-04-23/21, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 27-05-2019>
Art.7.In het kader van (artikel 21quinquies , § 1, c)) van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, zijn de in artikel 6 van dit besluit bedoelde beoefenaars van de verpleegkunde bevoegd [2 om de handelingen die door een arts of een tandarts kunnen worden toevertrouwd uit te voeren]2. Deze zorgen omvatten de planning, de uitvoering en de evaluatie met inbegrip van de gezondheidsbegeleiding van de patiënt en van zijn omgeving. Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en bijgehouden, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan. <KB 2002-10-07/35, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 17-11-2002>
(NOTA : cursieve zin vernietigd door arrest nr. 43.408 van de Raad van State van 21-06-1993, niet in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt, Inwerkingtreding : 18-06-1990)
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
(2)<KB 2019-04-23/21, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 27-05-2019>
Art. 7bis.<KB 2007-04-21/72, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 24-05-2007> [2 § 1.]2 De verpleegkundigen die houder zijn van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en de spoedgevallenzorg zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 27 september 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde, mogen in de functies intensieve zorg, gespecialiseerde spoedgevallenzorg, mobiele urgentiegroep en in de dringende geneeskundige hulpverlening [1 de in bijlage IV van dit besluit vermelde technische verpleegkundige verstrekkingen en toevertrouwde geneeskundige handelingen uitvoeren. Deze omvatten de bepaling (eventueel door de arts), de planning, de uitvoering en de evaluatie van zorgen met inbegrip van de gezondheidsopvoeding van de patiënt en van zijn omgeving. Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en aangevuld, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan]1.
De verpleegkundigen die op 1 juli 1998 minstens 5 jaar ervaring hadden in de functies intensieve zorg en/of gespecialiseerde spoedgevallenzorg en/of op 1 oktober 1998 in de functie mobiele urgentiegroep, mogen deze verstrekkingen en handelingen eveneens stellen.
[2 § 2. De verpleegkundigen die houder zijn van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de pediatrie en de neonatologie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 27 september 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde, mogen in de diensten en functies voor pediatrische en/of neonatale intensieve zorg, gespecialiseerde spoedgevallenzorg, en in de dringende geneeskundige hulpverlening de in bijlage IV van dit besluit vermelde technische verpleegkundige verstrekkingen en toevertrouwde geneeskundige handelingen uitvoeren. Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door deze beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en aangevuld, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan.]2
[3 § 3. De verpleegkundigen die houder zijn van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de peri-operatieve zorg, anesthesie, operatie assistentie en instrumentatie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 27 september 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde, mogen de in bijlage V van dit besluit vermelde technische verpleegkundige verstrekkingen uitvoeren in de raadplegingen chirurgie en anesthesie (incl. pijnkliniek) en chirurgische privéklinieken en praktijken, en op voorwaarde dat de arts tijdens de uitvoering van de handelingen aanwezig is in de raadpleging of praktijk. Dat mogen ze ook doen in de erkende operatiekwartieren, omvattende de opvangruimtes, de operatiezalen, de ontwaakzalen, PAZA (Post-anesthesie zorgafdeling), de pijnkliniek, de ambulante chirurgie en de hooggespecialiseerde diensten voor invasieve technieken, diagnose en therapie.
Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door deze beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en aangevuld, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan.]3
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 10, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
(2)<KB 2015-09-27/19, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 20-11-2015>
(3)<KB 2024-02-29/02, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 18-03-2024>
Art. 7ter.[1 De technische verpleegkundige verstrekkingen B1 en B2, zoals opgenomen in bijlage I en bijlage IV, worden verricht aan de hand van standaardverpleegplannen en/of procedures.
De handelingen die door een arts [2 of een tandarts]2 kunnen worden toevertrouwd, zoals opgenomen in bijlage II en bijlage IV, worden uitgevoerd op basis van procedures.
Het standaardverpleegplan laat toe om een patiënt met bepaalde gezondheidsproblemen systematisch te benaderen en te verplegen.
Een procedure beschrijft de uitvoeringswijze van een bepaalde technische verpleegkundige verstrekking of van [2 een bepaalde handeling die door een arts of een tandarts binnen de grenzen van hun bevoegdheden kan worden toevertrouwd]2. Eventueel kunnen één of meerdere procedures deel uitmaken van een standaardverpleegplan of een staand order, zoals omschreven in artikel 7quater, § 5.
De procedures voor de technische verpleegkundige verstrekkingen B2, zoals opgenomen in bijlage I, B2, en de handelingen die door een arts [2 of een tandarts]2 kunnen worden toevertrouwd, zoals opgenomen in bijlage II en bijlage IV, worden in samenspraak tussen de arts en de beoefenaar van de verpleegkunde opgesteld.]1
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 11, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
(2)<KB 2019-04-23/21, art. 7, 010; Inwerkingtreding : 27-05-2019>
Art. 7quater.<ingevoegd als art. 7ter bij KB 2006-07-13/47, art. 5; Inwerkingtreding : 17-08-2006 en als 7quater vernummerd bij KB 2007-04-21/72, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 24-05-2007> § 1. [1 De technische verpleegkundige verstrekkingen met aanduiding B2 en de handelingen die [2 door een arts of een tandarts]2 kunnen worden toevertrouwd worden uitgevoerd op basis van]1 :
[1 een geschreven medisch voorschrift, eventueel elektronisch of via telefax;]1
een mondeling geformuleerd medisch voorschrift, eventueel telefonisch, radiofonisch of via webcam meegedeeld;
een [1 schriftelijk]1 staand order.
[1 De technische verpleegkundige vertrekkingen en de handelingen die [2 door een arts of een tandarts]2 kunnen worden toevertrouwd]1 moeten behoren tot de normale kennis en bekwaamheid van de verpleegkundige.
§ 2. Bij het geschreven medisch voorschrift houdt de arts [2 of de tandarts]2 rekening met de volgende regels :
a) Het voorschrift wordt voluit geschreven : enkel gestandaardiseerde afkortingen mogen worden gebruikt.
b) Het voorschrift wordt duidelijk leesbaar neergeschreven op het daartoe bestemde document, dat deel uitmaakt van het patiëntendossier.
c) Bij verwijzing naar een standaardverpleegplan, een staand order of een procedure, wordt de overeengekomen benaming of nummering ervan vermeld.
d) [1 Het voorschrift bevat de datum, de naam en de voornaam van de patiënt, alsook de naam, de voornaam, de handtekening en desgevallend het R.I.Z.I.V.-nummer van de arts.]1
e) Bij het voorschrijven van geneesmiddelen worden volgende aanduidingen vermeld :
de naam van de specialiteit (algemene internationale benaming en/of [1 de commerciële originele of generische benaming) of het nummer van de magistrale bereiding]1;
de hoeveelheid en de posologie;
de eventuele concentratie in de oplossing;
de toedieningswijze;
de toedieningsperiode of de frequentie.
§ 3. Bij het voorschrift door [2 de arts of de tandarts]2 aan de verpleegkundige mondeling [1 meegedeeld]1 en in aanwezigheid van een arts uit te voeren, herhaalt de verpleegkundige het voorschrift en verwittigt hij de arts wanneer hij het uitvoert. [2 De arts of de tandarts]2 bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk het voorschrift.
§ 4. Enkel in dringende gevallen kan het mondeling geformuleerd voorschrift uitgevoerd worden in afwezigheid [2 van de arts of de tandarts]2. In dit geval zijn de volgende regels van toepassing :
a) het voorschrift wordt telefonisch, radiofonisch of via webcam medegedeeld.
b) indien nodig wordt er verwezen naar een standaardverpleegplan, een staand order of een procedure.
c) als de verpleegkundige de aanwezigheid [2 van de arts of de tandarts]2 bij de patiënt nodig acht, kan hij niet gedwongen worden het voorschrift uit te voeren. In dat geval is hij verplicht [2 de arts of de tandarts]2 hierover in te lichten.
d) [2 de arts of de tandarts]2 bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk het voorschrift.
§ 5. Een staand order is een door [2 de arts of de tandarts]2 vooraf vastgesteld [1 schriftelijk]1 behandelingsschema, waarin desgevallend verwezen wordt naar standaardverpleegplannen of procedures.
[2 De arts of de tandarts]2 moet met naam aangeven bij welke patiënt een staand order moet worden toegepast. Wordt dit voorschrift schriftelijk gegeven, dan zijn de regels in § 2, punten a), b), c), d) en e) van toepassing.
Wordt dit voorschrift mondeling gegeven, dan zijn de regels in § 4, punten a) en b) van toepassing.
[2 De arts of de tandarts]2 vermeldt in het staand order de voorwaarden waarin de beoefenaar van de verpleegkunde deze handelingen kan toepassen.
De beoefenaar van de verpleegkunde beoordeelt of deze voorwaarden vervuld zijn en enkel in dat geval voert hij de voorgeschreven handelingen uit. In tegengesteld geval is hij verplicht [2 de arts of de tandarts]2 in te lichten.
(Uitsluitend in dringende omstandigheden mag een welbepaald staand order worden toegepast zonder de patiënt bij naam aan te duiden.) <KB 2007-04-21/72, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 24-05-2007>
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 12, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
(2)<KB 2019-04-23/21, art. 8, 010; Inwerkingtreding : 27-05-2019>
Art.8. <KB 1990-09-04/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1990> Dit besluit, met uitzondering van artikel 4, treedt in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. De datum van inwerkingtreding van artikel 4 zal later door Ons worden vastgesteld.
Art.9. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1.Lijst van de technische verpleegkundige prestaties die door beoefenaars van de verpleegkunde mogen worden verricht. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-07-1990, p. 14685 - 14687>
Gewijzigd bij :
<KB 1994-12-27/40, art. 1, Inwerkingtreding : 05-02-1995>
<KB 1997-06-06/31, art. 1, Inwerkingtreding : 01-09-1997>
<KB 2002-10-07/35, art. 4 en 5, Inwerkingtreding : 17-11-2002>
<KB 2006-07-13/47, art. 6; Inwerkingtreding : 17-08-2006>
<KB 2007-04-21/72, art. 4; Inwerkingtreding : 24-05-2007>
<KB 2014-04-25/E5, art. 13, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
<KB 2016-02-29/07, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 09-04-2016>
<KB 2022-06-26/05, art. 1-2, 011; Inwerkingtreding : 22-08-2022>
<KB 2024-02-29/02, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 18-03-2024>
<KB 2024-04-14/06, art. 1-8, 013; Inwerkingtreding : 05-05-2024>
Art. N2.[1 Lijst van de handelingen die door een arts [2 of een tandarts binnen de grenzen van zijn bevoegdheden,]2 aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd (vastgesteld met toepassing van artikel 5, § 1, tweede en derde lid, en van artikel 21quinquies, § 3, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967)]1 <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 26-07-1990, p. 14687>
Gewijzigd bij :
<KB 1991-11-25/56, art. 1, Inwerkingtreding : 02-03-1992>
<KB 1994-12-27/40, art. 2, Inwerkingtreding : 05-02-1995>
<KB 1997-06-06/31, art. 2, Inwerkingtreding : 01-09-1997>
<KB 2002-10-07/35, art. 6, Inwerkingtreding : 17-11-2002>
<KB 2006-07-13/47, art. 7; Inwerkingtreding : 17-08-2006>
<KB 2007-04-21/72, art. 5; Inwerkingtreding : 24-05-2007>
<KB 2014-04-25/E5, art. 14, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
<KB 2016-02-29/07, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 09-04-2016>
<KB 2022-06-26/05, art. 3, 011; Inwerkingtreding : 22-08-2022>
<KB 2024-02-29/02, art. 3, 012; Inwerkingtreding : 18-03-2024>
<KB 2024-04-14/06, art. 9-10, 013; Inwerkingtreding : 05-05-2024>
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 14, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
(2)<KB 2019-04-23/21, art. 9, 010; Inwerkingtreding : 27-05-2019>
Art. N3.Kwalificatievereisten vastgesteld met toepassing van de artikelen [1 5, § 1, tweede en derde lid,]1 en 21quinquies , § 3), van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967. <KB 2002-10-07/35, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 17-11-2002>
a) de houders van de volgende diploma's en bekwaamheidsdiploma's :
- de diploma's van gegradueerde ziekenhuisverpleger of -verpleegster, van gegradueerde psychiatrische verpleger of verpleegster, van gegradueerde pediatrische verpleger of verpleegster, van gegradueerde sociale verpleger of verpleegster, behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het diploma van vroedvrouw, verpleger of verpleegster wordt toegekend en van de beroepsuitoefening;
- het bekwaamheidsdiploma van ziekenoppasser of ziekenoppasster, behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 4 april 1908 tot instelling van een bekwaamheidsdiploma van ziekenoppassers;
- het bekwaamheidsdiploma van krankzinnigenoppasser of krankzinnigenoppasster, behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 juli 1908 tot instelling van een supplementaire proef voor krankzinnigenoppassers;
- de bekwaamheidsdiploma's van ziekenoppasser of ziekenoppasster, van gasthuisziekenoppasser of gasthuisziekenoppasster, van krankzinnigenoppasser of krankzinnigenoppasster, behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 12 juli 1913 tot wederinrichting van examens voor ziekenoppasser;
- de diploma's van gasthuisverpleger of gasthuisverpleegster, van ziekenbezoekster, van krankzinnigenoppasser of krankzinnigenoppasster, behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 3 september 1921 tot instelling van de diploma's van verplegers en verpleegsters;
- de diploma's van gasthuisverpleger of gasthuisverpleegster, van huisverpleger of huisverpleegster, van krankzinnigenverpleger of krankzinnigenverpleegster, behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 9 februari 1931 tot samenschakeling en herziening van de vroegere beschikkingen betreffende de diploma's van ziekenoppassers en -oppassters;
- de diploma's van verpleger of verpleegster, van verpleger of verpleegster voor sociale hygiëne, van krankzinnigenverpleger of -verpleegster, behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 juli 1945 houdende wederinrichting van verplegers- en verpleegstersstudiën en -examens;
- het diploma van verpleger of verpleegster sociaal hygiënist(e), behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 6 december 1954 tot wijziging van het besluit van de Regent van 11 juli 1945 houdende wederinrichting van verplegers- en verpleegstersstudiën en -examens en houdende instelling van het diploma van vroedvrouw-sociaal hygiëniste;
- het diploma van vroedvrouw [1 behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het diploma van vroedvrouw, verpleger of verpleegster wordt toegekend en van de beroepsuitoefening]1: voor de uitoefening van de verpleegkunde wordt de persoon die in het bezit is van een diploma van vroedvrouw gelijkgesteld met de gegradueerde verpleger of verpleegster;
[1 - het diploma van bachelor in de verpleegkunde]1
b) [1 de houders van de volgende brevetten en getuigschriften :
- het brevet van ziekenhuisverpleger of -verpleegster, van psychiatrische verpleger of verpleegster behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 9 juli 1960 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet van verpleger of verpleegster wordt toegekend en van de beroepsuitoefening;
- het diploma of de titel van "gegradueerde verpleegkundige" dat in het kader van het hoger beroepsonderwijs door de Vlaamse Gemeenschap afgeleverd wordt (opleiding HBO5);]1
c) de houders van de volgende brevetten en getuigschriften;
- het brevet van verpleegassistent of verpleegassistente, van ziekenhuisassistent of ziekenhuisassistente behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende instelling van het brevet van verpleegassistent en verpleegassistente en vaststelling van de voorwaarden waaronder het wordt toegekend;
- het getuigschrift van ziekenoppass(t)er, behaald overeenkomstig het besluit van de Regent van 11 januari 1946 tot invoering van een getuigschrift van ziekenoppass(t)er en tot inrichting der studiën strekkende tot de verkrijging ervan;
- het getuigschrift van ziekenoppass(t)er van geesteszieken, behaald overeenkomstig het besluit van de Regent van 1 oktober 1947 betreffende het getuigschrift van ziekenoppass(t)er van geesteszieken en tot inrichting der studiën tot de verkrijging ervan;
- het getuigschrift afgeleverd door een school voor sanatoriumoppass(t)ers, die door de Staat opgericht, gesubsidieerd of erkend was voor 1 september 1957;
- het getuigschrift van verzorgingscursussen behaald overeenkomstig het ministerieel besluit van 14 september 1926 betreffende het inrichten van een eenjarige cursus;
- het bekwaamheidsgetuigschrift tot verlenen van bijstand aan zieken, afgeleverd door de provinciale Geneeskundige Commissie overeenkomstig het besluit van de Regent van 20 juli 1947 betreffende de erkenning van de verzorgingsinstellingen.
d) de personen die zich kunnen beroepen op de bepalingen van artikel 54bis van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967.
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 15, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
Art. N4. <Ingevoegd bij KB 2007-04-21/72, art. 6; Inwerkingtreding : 24-05-2007> Bijlage IV. [1 Lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de handelingen die door een arts kunnen worden toevertrouwd voorbehouden aan de verpleegkundigen die houder zijn van een bijzondere beroepstitel zoals voorzien in artikel 7bis van dit besluit.]1
Technische verpleegkundige verstrekkingen.
B1
- Cardiopulmonaire resuscitatie met invasieve middelen,
- Beoordeling van de parameters behorende tot de cardiovasculaire, respiratoire en neurologische functiestelsels,
- Gebruik van toestellen voor het bewaken van de cardiovasculaire, respiratoire en neurologische functiestelsels,
- Onthaal, evaluatie, triage en oriëntatie van de patiënten.
Handelingen die door een arts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd.
C
- Plaatsen van een intra-osseuse katheter.
----------
(1)<KB 2014-04-25/E5, art. 16, 007; Inwerkingtreding : 15-08-2014>
Art. N5.[1 Bijlage V - Lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen voorbehouden aan de verpleegkundigen die houder zijn van een bijzondere beroepstitel zoals voorzien in artikel 7bis, § 3, van dit besluit.
Technische verpleegkundige verstrekkingen
B1
- Gebruik van toestellen voor het bewaken van de cardiovasculaire, respiratoire en neurologische functiestelsels.
- Beoordeling van de parameters behorende tot de cardiovasculaire, respiratoire en neurologische functiestelsels.
B2
- Deelname aan de activiteiten van anesthesie en chirurgie onder toezicht van de arts.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2024-02-29/02, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 18-03-2024>