21 JUNI 1990. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een Commissie voor toezicht op en evaluatie van statistische gegevens die verband houden met de medische aktiviteiten in de ziekenhuizen.
HOOFDSTUK I. - Oprichting.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Opdrachten.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Samenstelling en benoemingen.
Art. 3-5
HOOFDSTUK IV. - Werking.
Afdeling 1. - Het Bureau.
Art. 6-8
Afdeling 2. - Het Secretariaat.
Art. 9
Afdeling 3. - Overige werkingsregelen.
Art. 10-15
HOOFDSTUK I. - Oprichting.
Artikel 1. Bij het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu wordt een Commissie voor toezicht op en evaluatie van statistische gegevens die verband houden met de medische aktiviteiten in de ziekenhuizen opgericht, hierna " de Commissie " genoemd.
HOOFDSTUK II. - Opdrachten.
Art.2. De Commissie heeft tot opdracht aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, op zijn verzoek of op eigen initiatief, advies uit te brengen inzake de hiernavolgende aangelegenheden :
1° de registratie, de verzameling en de verwerking van gegevens die verband houden met de medische aktiviteiten in de ziekenhuizen;
2° de maatregelen die moeten worden genomen om de betrouwbaarheid en het vertrouwelijk karakter van de sub 1° bedoelde gegevens te verzekeren;
3° het gebruik van de sub 1° bedoelde gegevens.
Omtrent punt 3° dient in elk geval het voorafgaandelijk advies van de Commissie te worden ingewonnen.
HOOFDSTUK III. - Samenstelling en benoemingen.
Art.3. § 1. De Commissie is samengesteld uit :
1° 7 leden en 7 plaatsvervangers die zetelen in bestuurs- of adviesorganen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
2° 7 leden en 7 plaatsvervangers die zetelen in de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen;
3° de leidend ambtenaar van het Rijksinstituut voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering en de Secretaris-generaal van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu of hun vertegenwoordigers.
Art.4. De leden en plaatsvervangers van de Commissie worden door Ons benoemd voor een duur van vier jaar. Hun mandaat kan worden verlengd. Er wordt in de vervanging van een mandaat voorzien bij het verstrijken van een mandaat zonder dat een verlenging plaats heeft, of indien het mandaat een einde neemt bij overlijden, ontslag of omdat niet langer aan de benoemingsvoorwaarden wordt voldaan.
Art.5. Onder de leden van de Commissie worden door Ons een Voorzitter en vier Ondervoorzitters benoemd.
HOOFDSTUK IV. - Werking.
Afdeling 1. - Het Bureau.
Art.6. De werkzaamheden van de Commissie worden door een Bureau geregeld en gecoördineerd. Het Bureau is samengesteld uit de Voorzitter, de Ondervoorzitters en de Secretaris van de Commissie.
Art.7. Het Bureau van de Commissie kan naast de adviesvragen van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zelf adviesvragen formuleren en aan de Commissie voorleggen.
Art.8. De adviezen van de Commissie dienen door het Bureau te worden bekrachtigd en worden door toedoen van het Bureau aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft overgemaakt.
Afdeling 2. - Het Secretariaat.
Art.9. _ § 1. De Voorzitter, het Bureau en de Commissie worden voor de werkzaamheden bijgestaan door een Secretariaat.
§ 2. De leiding van het Secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar-generaal die door Ons wordt aangeduid.
Afdeling 3. - Overige werkingsregelen.
Art.10. Met het oog op het vervullen van haar opdracht kan de Commissie :
1° een beroep doen op deskundigen;
2° werkgroepen oprichten met een nauwkeurig bepaalde opdracht.
Art.11. De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, kan ambtenaren aanduiden om de zitting van de Commissie en van het Bureau bij te wonen. Deze ambtenaren zijn niet stemgerechtigd.
Ambtenaren van het Rijksinstituut kunnen worden aangeduid nadat hierover overleg werd gepleegd met de Minister die de Sociale Voorzorg onder zijn bevoegdheid heeft.
Art.12. Opdat de Commissie een advies of een verslag zou kunnen uitbrengen moet ten minste de helft van de leden aanwezig zijn. De beslissingen dienaangaande worden genomen bij consensus.
Art.13. Het plaatsvervangend lid woont de vergaderingen bij wanneer het effectief lid verhinderd is.
Art.14. Indien de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort een adviesvraag tot de Commissie richt, brengt deze, behoudens een andersluidende regeling, het advies uit binnen de twee maanden.
Op gemotiveerd verzoek kan de Minister deze termijn verlengen.
In uitzonderlijke gevallen kan de Minister een dringend advies vragen; hij bepaalt dan de termijn.
Art. 15. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.