21 JUNI 1990. - Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
Art. 1-6
Bijlage 1.
Art. N1
Bijlage 2.
Art. N2
Bijlage 3.
Art. N3
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de algemene niet-psychiatrische ziekenhuizen, met inbegrip van de diensten voor behandeling van zieken die lijden aan langdurige aandoeningen (kenletter V).
Art.2. § 1. De minimale klinische gegevens worden geregistreerd, per ontslag, voor alle verblijvenden waarvoor een verpleegdagprijs wordt vastgesteld overeenkomstig Titel III, Hoofdstuk V, van de wet op de ziekenhuizen.
Deze gegevens dienen, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, te worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
§ 2. De mede te delen minimale klinische gegevens omvatten :
1. Algemene gegevens betreffende de instelling en de dienst(en) :
a) het registratienummer van de instelling, aangeduid door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;
b) het erkenningsnummer, toegekend door de Minister die de erkenning van ziekenhuisdiensten onder zijn bevoegdheid heeft;
c) de code van het gegevensbestand aangeduid door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
2. Gegevens met betrekking tot de patiënt :
a) het registratienummer van de patiënt moet uniek zijn;
b) de leeftijd van de patiënt bij opname in het ziekenhuis uitgedrukt in jaren en maanden;
c) de geboortedatum uitgedrukt in jaren en maanden;
d) het geslacht;
e) (voor de Belgen, de gemeente van hun wettelijke verblijfplaats en voor de buitenlanders hun land van herkomst). <KB 1990-10-17/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 19-11-1990>
f) de mutualiteit overeenkomstig de bepalingen van bijlage 1;
g) de heropname na ontslag uit hetzelfde ziekenhuis.
Voor patiënten die bij opname jonger zijn dan 60 dagen wordt zowel de leeftijd als de geboortedatum uitgedrukt in jaren, maanden en dagen.
3. Gegevens betreffende het verblijf van de patiënt :
a) het verblijfsnummer dat per verblijf in het ziekenhuis uniek dient te zijn;
b) het aantal ligdagen per ziekenhuisverblijf, ingedeeld per kenletter van erkenning van de ziekenhuisdiensten waar de patiënt heeft verbleven, overeenkomstig de bepalingen van bijlage 2;
c) de datum van opname, uitgedrukt in jaar, maand en dag;
d) de datum van ontslag, uitgedrukt in jaar, maand en dag;
e) de verblijfsduur in intensieve zorgen, uitgedrukt in dagen;
f) de aard van opname;
g) de verwijzende instantie;
h) de aard van ontslag;
i) de bestemming van de patiënt na ontslag.
4. Diagnosen gecodeerd volgens de I.C.D.-9-CM-code met 5 cijfers.
5. Ingrepen gecodeerd volgens de R.I.Z.I.V.-nomenclatuur of volgens de I.C.D.-9-CM-code met 4 cijfers, met de mededeling van de respectieve datum van uitvoering.
6. Uitbestede onderzoeken : aard en aantal van onderzoeken die elders dan in het betrokken ziekenhuis zijn verricht.
7. Risicodragende technieken gecodeerd volgens de R.I.Z.I.V.-nomenclatuur met 6 cijfers, met mededeling van de respectieve datum van uitvoering overeenkomstig bijlage 3.
Noch uit het sub 2 bedoelde registratienummer, noch uit het sub 3 bedoelde verblijfsnummer mag de identiteit van de patiënt blijken.
§ 3. De gegevens bedoeld in § 1 en in § 2, 3, littera c), d), f), g) en i) moeten worden medegedeeld naargelang de beslissing van de beheerder van het ziekenhuis, na advies van de medische raad, hetzij per specialisme of subspecialisme hetzij voor het ganse ziekenhuisverblijf.
De in het vorige lid bedoelde beslissing geldt voor ten minste één registratieperiode.
§ 4. Voor de registratie van de gegevens van de patiënten die verblijven in de diensten voor de behandeling van zieken die lijden aan langdurige aandoeningen (kenletter V) gelden, in afwijking van de vorige bepalingen, de hierna volgende bijzondere bepalingen :
1° voor de patiënten die op 31 december niet ontslagen zijn, wordt de registratie van de minimale klinische gegevens afgesloten, ofschoon ze fysisch nog aanwezig zijn in het betrokken specialisme;
2° voor deze patiënten die op 1 januari van het volgend jaar nog aanwezig zijn, dient een nieuwe registratie te worden gestart.
Art.3. § 1. Voor de toepassing van dit besluit is er een registratieperiode per semester van een dienstjaar.
Voor de eerste registratieperiode geldt evenwel een periode van drie maanden.
§ 2. De gegevens van alle verblijven waarvan het ontslag uit het ziekenhuis valt binnen een registratieperiode, dienen binnen de 6 maanden volgend op deze registratieperiode, per magnetische drager te worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
Art.4. De in dit besluit bedoelde gegevens mogen in geen enkel geval worden verzameld, verwerkt en gebruikt door andere instanties dan het Ministerie van Volksgezondheid.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1990.
Art.6. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlage 1.
Art. N1. Verzekeringsinstelling. <Niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 10-07-1990, p. 13715>
Bijlage 2.
Art. N2. Codelijst nr. 2. <Niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 10-07-1990, p. 13716>
Bijlage 3.
Art. N3. Lijst van RIZIV-codes weerhouden als risico-dragende technieken. <Niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 10-07-1990, p. 13716>