Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 APRIL 1990. - Koninklijk besluit betreffende de bijzondere bijdrage op de stortingen die door de werkgevers worden verricht met het oog op de toekenning van buitenwettelijke voordelen inzake ouderdom of vroegtijdige dood.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1989022227 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De werkgevers storten de opbrengst van de bijzondere bijdrage, bedoeld in de artikelen 272 tot 276 van de programmawet van 22 december 1989, uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal waarin de stortingen met het oog op de toekenning van buitenwettelijke voordelen inzake ouderdom of vroegtijdige dood werden verricht.

Art.2. De werkgever is verplicht om gedurende een termijn van drie jaar alle bewijsstukken van de stortingen, bedoeld in dit besluit, en van het verschuldigd bedrag van de bijdragen te bewaren.

Art.3. Wanneer de werkgever stortingen verricht die terzelfder tijd betrekking hebben op jaren die vóór 1 januari 1989 en op jaren die na 31 december 1988 zijn gelegen, zoals bepaald in artikel 38, § 3ter, derde lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, in artikel 2, § 3ter, derde lid, van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de sociale zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden, in artikel 3, § 3ter, derde lid, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de sociale zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij en in artikel 275, § 2, tweede lid, van de programmawet van 22 december 1989, wordt de bijdrage berekend op het bedrag van de stortingen, nadat dit bedrag met een breuk werd vermenigvuldigd waarvan de teller en de noemer als volgt zijn vastgesteld :
  - de teller wordt bepaald door het aantal loopbaanjaren gelegen tussen de leeftijd van de werknemer op 31 december 1988 en de leeftijd van 65 of 60 jaar, naargelang het een man of een vrouw betreft, zonder dat dit aantal respectievelijk 45 of 40 jaar mag overschrijden;
  - de noemer is gelijk aan het totaal aantal dienstjaren, hetzij 45 of 40, naargelang het een man of een vrouw betreft.

Art.4. Het koninklijk besluit van 23 juni 1989 betreffende de inning van een bijzondere bijdrage op de stortingen die door de werkgevers worden verricht met het oog op de samenstelling van buitenwettelijke voordelen inzake ouderdom of vroegtijdige dood, wordt ingetrokken.

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1989.

Art. 6. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.