5 JUNI 1990. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 142 van de programmawet van 30 december 1988.
Art. 1-4
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt voor 1989 en 1990 verstaan onder onderneming in moeilijkheden of die in buitengewoon ongunstige economische omstandigheden verkeert :
1. de onderneming die hiertoe een aanvraag tot erkenning heeft ingediend uiterlijk op 31 december van het tweede jaar volgend op dat waarvoor de erkenning wordt gevraagd,
2. en die zich bovendien gedurende het jaar waarvoor de aanvraag is ingediend bevindt in één van de hierna vermelde omstandigheden :
1° verkerend in staat van faillissement, in liquidatie of onder gerechtelijk akkoord, met uitzondering van een vrijwillige liquidatie;
2° zwaar getroffen zijn door de gevolgen van een ernstig technisch ongeval of door een natuurramp;
3° gebonden zijn door een individueel financieel en sociaal herstructureringsplan, dat werd goedgekeurd hetzij door de Ministerraad, hetzij door een Executieve, voor zover de onderneming een negatieve cash-flow heeft;
4° een onderneming waarvan de netto-gecumuleerde resultaten van het afgesloten boekjaar van het jaar waarvoor de aanvraag is ingediend en de twee voorgaande boekjaren dermate negatief zijn, dat de eigen middelen van het laatste boekjaar 30 % lager liggen dan de eigen middelen aan het begin van het eerste van de drie beschouwde boekjaren; onder eigen middelen verstaat men de som van de rubrieken I tot en met VI van het boekhoudkundig schema dat gevoegd is bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen;
5° een onderneming waarvan de toestand, alhoewel hij niet aan één van de bovenvermelde criteria beantwoordt, toch kan worden gelijkgesteld met het begrip van onderneming die in buitengewoon ongunstige economische omstandigheden verkeert;
6° een V.Z.W. onderworpen aan de rechtspersonenbelasting, van wie de vermindering van de overheidstoelagen overeenkomt met de bijkomende loonmatiging voorzien in de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit nr. 180 van 30 december 1982 houdende bepaalde maatregelen inzake loonmatiging;
7° een V.Z.W. onderworpen aan de rechtspersonenbelasting, die een vermindering van de giften of bijdragen van de aangesloten leden heeft genoteerd, die overeenkomt met de bijkomende loonmatiging voorzien in de artikelen 3 en 4 van het voornoemd koninklijk besluit nr. 180;
8° een onderneming waarvan het netto-resultaat vóór aftrek van belastingen, verhoogd met de afschrijvingen, negatief zijn voor het vorige jaar en de resultaten van de twee vorige boekjaren een verlies vertonen;
9° een V.Z.W. die in toepassing van artikel 10, 1° of 2°, van het koninklijk besluit nr. 492 van 31 december 1986 houdende bepalingen ter bevordering van de tewerkstelling erkend werd als onderneming in moeilijkheden of in buitengewoon ongunstige economische omstandigheden verkerend.
Art.2. Voor de onderneming bedoeld in artikel 1, 2, 5°, verleent de Minister van Tewerkstelling en Arbeid de erkenning als onderneming in moeilijkheden of verkerend in buitengewoon ongunstige economische omstandigheden na advies van het Ministerieel Comité voor Economische en Sociale Coördinatie.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1989.
Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.