1 MAART 1990. - Koninklijk besluit van 1 maart 1990 betreffende de werving in sommige instellingen van openbaar nut.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit is toepasselijk op de instellingen van openbaar nut afhangende van de centrale overheid welke bedoeld zijn in de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken en waarvan de personeelsformatie na 1 juli 1985 is uitgebreid ingevolge een toename van de bevoegdheden van de instelling.
Art.2. Onverminderd de saneringsplannen waaraan ze eventueel onderworpen zijn en binnen de perken van hun begroting en van hun personeelsformatie kunnen de in artikel 1 bedoelde instellingen, wervingen verrichten welke die overschrijden die het vervangen beogen van de ambtenaren die definitief hun opdracht beëindigen, mits voorafgaand akkoord van de Minister van Openbaar Ambt, dat gegeven wordt overeenkomstig de bij dit besluit vastgelegde procedure en bekrachtigd bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit.
Art.3. De Minister onder wie de instelling ressorteert dient bij de Minister van Openbaar Ambt een aanvraag in voor de in artikel 2 bedoelde wervingen volgens een model bepaald door de Minister van Openbaar Ambt.
Het omstandig advies van de Inspecteur van Financiën, van de regeringscommissaris die is aangewezen op voordracht van de Minister van Financiën of van de afgevaardigde van de Minister van Financiën wordt bij de aanvraag gevoegd.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 maart 1990.
BOUDEWIJN
Van Koningswege :
De Minister van Openbaar Ambt,
R. LANGENDRIES