Details





Titel:

13 DECEMBER 1989. - [Koninklijk besluit van 13 december 1989 tot uitvoering van artikel 70 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met betrekking tot de verstrekkingen inzake klinische biologie en nucleaire geneeskunde in vitro, die in onderaanneming worden verricht voor in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden.] <Opschrift vervangen door KB 1995-05-15/38, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 06-10-1995> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-12-1989 en tekstbijwerking tot 30-09-2005.)



Inhoudstafel:


Art. 1-6, 6bis, 7-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2000022261  2000022856  2005022804 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de verstrekkingen inzake klinische biologie en nucleaire geneeskunde in vitro, respectievelijk bedoeld in de artikelen 3, § 1, 24, § 1 en 18, § 2, B, e), van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, en verricht voor een in een ziekenhuis opgenomen rechthebbende, waarvan de uitvoering in onderaanneming wordt gegeven aan een laboratorium dat niet als medisch-technische dienst bedoeld in artikel 24, § 3, van de bijlage bij vorengenoemd koninklijk besluit van 14 september 1984, is geïntegreerd in de inrichting waar die rechthebbende is opgenomen.
  (Dit besluit is ook van toepassing op de in het eerste lid bedoelde verstrekkingen als ze worden verricht voor een rechthebbende die is opgenomen in een verpleeginrichting welke niet beschikt over een geïntegreerd laboratorium voor klinische biologie. In dit geval wordt, voor de toepassing van dit besluit, het laboratorium dat de verstrekkingen uitvoert, gelijkgesteld met het laboratorium, onderaannemer, en de geneesheer die verantwoordelijk is voor de geneeskundige afdeling van het ziekenhuis, gelijkgesteld met het ziekenhuislaboratorium.) <KB 1991-06-10/35, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 10-08-1991. Is van toepassing op de verstrekkingen waarvan de uitvoering vanaf 10-08-1991 is toevertrouwd aan een laboratorium voor klinische biologie.>

Art.2. <KB 2005-09-17/45, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-11-2005> Het ziekenhuislaboratorium, dat de uitvoering van verstrekkingen in onderaanneming geeft aan het in artikel 1 bedoelde laboratorium, bezorgt dit laatste daartoe een document waarin de gegevens zijn opgenomen die het mogelijk maken om het ziekenhuis, het ziekenhuislaboratorium en de rechthebbende te identificeren. Het ziekenhuislaboratorium dat verstrekkingen in onderaanneming geeft, maakt in het document ook melding van het volgnummer van het voorschrift, de aard van de verstrekkingen waarvan de uitvoering in onderaanneming wordt gevraagd en de datum, samen met de naam en de handtekening van de verantwoordelijke klinisch bioloog. In dit document wordt ook het orgaan van het ziekenhuis vermeld dat belast is met de facturering.

Art.3. Alleen de ziekenhuisbeheerder, of desgevallend de dienst centrale inning van de medische raad van het ziekenhuis waar de rechthebbende verblijft, is bevoegd om overeenkomstig de geldende reglementering aan de verzekeringsinstelling de bedragen aan te rekenen die de verzekering voor geneeskundige verzorging verschuldigd is voor de in artikel 1 bedoelde verstrekkingen.
  (Daartoe bezorgt het laboratoriumonderaannemer aan het ziekenhuislaboratorium zijn RIZIV-erkenningsnummer, het RIZIV-identificatienummer van de zorgverleners, de datum van uitvoering, en het resultaat en de referentiewaarden van de prestaties, samen met het volgnummer van het originele voorschrift. Tevens bezorgt het laboratoriumonderaannemer aan het ziekenhuislaboratorium alle informatie nodig voor het correct gebruik van de nomenclatuurcodenummers van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 bedoeld in artikel 1 van dit besluit.
  Het ziekenhuislaboratorium dat prestaties in onderaanneming geeft is er voor de verrekening ervan toe gehouden gebruik te maken van een verzamelfactuur. Daarop worden de verstrekkingen vermeld die verricht zijn door het ziekenhuislaboratorium enerzijds en het laboratorium-onderaannemer anderzijds, samen met de RIZIV-erkenningsnummers van de beide laboratoria en de RIZIV-identificatienummers van de zorgverleners.
  De bepalingen van artikel 6, § 14 van de Verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, zijn van toepassing op het in artikel 2 bedoeld document.) <KB 2005-09-17/45, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-11-2005>

Art.4. (opgeheven) <KB 2005-09-17/45, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-11-2005>

Art.5. Het bedrag van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging dat verschuldigd is voor de in artikel 1 bedoelde verstrekkingen, wordt door de verzekeringsinstelling overeenkomstig de geldende reglementering betaald aan de beheerder van het ziekenhuis of in voorkomend geval, aan de dienst centrale inning van de medische raad van het ziekenhuis waar de rechthebbende verblijft.

Art.6. (De ziekenhuisbeheerder of, in voorkomend geval, de dienst centrale inning van de medische Raad van het ziekenhuis waar de rechthebbende verblijft, die de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging int voor de forfaitaire honoraria, bedoeld in artikel 57 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, moet aan het laboratorium, onderaannemer, voor de verstrekkingen die het in onderaanneming heeft verricht, (een bedrag storten dat overeenstemt met 100 % van de honoraria die zijn vastgesteld voor de desbetreffende verstrekkingen op basis van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en overeenkomstig de bepalingen van artikel 50 van de voornoemde wet van 14 juli 1994).) <KB 2000-03-21/38, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-05-2000> <KB 2000-10-27/66, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 20-12-2000
  Dat bedrag moet worden gestort binnen de drie maanden na de datum waarop het laboratorium, onderaannemer, de resultaten van de gevraagde verstrekkingen aan het ziekenhuislaboratorium heeft gezonden.

Art. 6bis. <ingevoegd bij KB 1990-12-07/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 14-01-1991> Behoudens de verplichtingen vermeld in artikel 3, eerste lid, en in artikel 5, zijn de bepalingen van dit besluit niet van toepassing op de relaties tussen de laboratoria van de uitbatende ziekenhuizen en het gemeenschappelijk uitgebate laboratorium die voldoen aan de vereisten van het koninklijk besluit van 6 februari 1990 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder mag afgeweken worden van artikel 3, § 3bis, van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie.

Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Het is van toepassing op de verstrekkingen waarvan de uitvoering vanaf die dag aan een laboratorium in onderaanneming werd gegeven.

Art. 8. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.