Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 APRIL 1989. - Besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap houdende oprichting van een Adviescommissie voor de ziekenhuizen en bejaardentehuizen. <Vertaling>



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1983021062 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Er wordt een Adviescommissie opgericht, die voor de ziekenhuizen en bejaardentehuizen bevoegd is, hierna adviescommissie genoemd.

Art.2. § 1. De Adviescommissie verstrekt adviezen hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de bevoegde Minister.
  § 2. Voor de ziekenhuizen hebben de adviezen inzonderheid betrekking op :
  1. de prioriteiten die in acht dienen te worden genomen voor de toepassing van de criteria waarvan sprake is in de artikelen 23 en 24 van de op 7 augustus 1987 gecoördineerde wet op de ziekenhuizen;
  2. de overeenstemming van alle in artikel 26 van de op 7 augustus 1987 gecoördineerde wet op de ziekenhuizen bedoelde werken met de desbetreffende ziekenhuisprogramma's;
  3. de toelating van zware medische apparaturen of diensten;
  4. de erkenning of verlenging van de erkenning van een in een ziekenhuis opgerichte dienst;
  5. het behoud van de erkenning wanneer de in artikel 69, 2° van de op 7 augustus 1987 gecoördineerde wet op de ziekenhuizen bedoelde normen niet worden nageleefd;
  6. de sluiting van een ziekenhuis of van een dienst die niet beantwoorden aan de normen waarvan sprake is in artikel 68 van de op 7 augustus 1987 gecoördineerde wet op de ziekenhuizen of aan de in de artikelen 23 en 26 van deze wet bedoelde programma's;
  7. de verbeteringen die op het gebied van de ziekenhuizen kunnen worden verwezenlijkt.
  § 3. Bovendien hebben de adviezen inzonderheid betrekking op :
  1. de erkenning van bejaardentehuizen en van hun diensten;
  2. de erkenning van de diensten van rust- en verzorgingstehuizen;
  3. de overeenstemming van de bouwprojecten voor ziekenhuizen, diensten van rust- en verzorgingstehuizen en van bejaardentehuizen met de desbetreffende programma's;
  4. de erkenning van andere vormen van herberging of van dienstverlening ten gunste van bejaarden.

Art.3. § 1. De Adviescommissie bestaat uit :
  1. twee vertegenwoordigers van het medische korps, die in een ziekenhuis werken;
  2. twee vertegenwoordigers van de ziekenhuizen, die met het beheer van een ziekenhuis vertrouwd zijn;
  3. twee vertegenwoordigers van de verplegers, die in een ziekenhuis werken;
  4. twee vertegenwoordigers van de bejaardentehuizen, onder wie één uit het noorden en de tweede uit het zuiden van het gebied van de Duitstalige Gemeenschap afkomstig is;
  5. twee vertegenwoordigers van de verplegers, die in een dienst van rust- en verzorgingstehuizen werken.
  § 2. De in § 1, 4° en 5° genoemde Commissieleden nemen slechts aan de beraadslagingen deel wanneer ze de bejaardentehuizen betreffen.
  § 3. Een plaatsvervangend lid wordt voor elk lid van de Adviescommissie aangeduid.

Art.4. § 1. De in artikel 3 opgestelde personen en de plaatsvervangende leden van de Adviescommissie worden door de bevoegde Gemeenschapsminister benoemd op basis van de voordrachten, die hem binnen één maand na de inwerkingtreding van dit besluit door de respectieve beroepsbonden van artsen en verplegers en door de respectieve raden van beheer van de ziekenhuizen en bejaardentehuizen voorgelegd worden.
  § 2. De bevoegde Gemeenschapsminister benoemt een voorzitter tussen de in artikel 3 opgetelde leden.
  § 3. De bevoegde Gemeenschapsminister bepaalt de duur van de benoeming.

Art.5. De bevoegde Gemeenschapsminister kan gemachtigden naar de beraadslagingen afvaardigen. Ze zijn niet stemgerechtigd.
  De Voorzitter van de Adviescommissie deelt aan de bevoegde Gemeenschapsminister de vergaderdata mee.

Art.6. Indien zij het voor belangrijk acht voor haar meningsvorming mag de Adviescommissie tijdens haar beraadslagingen een beroep doen op specialisten.
  Deze specialisten zijn niet stemgerechtigd.

Art.7. Het advies moet met redenen omkleed zijn.
  Het advies wordt de bevoegde Gemeenschapsminister binnen twee maanden na het indienen van de aanvraag overgemaakt. Deze termijn kan wegens dringende noodzaak op acht dagen worden beperkt.

Art.8. De bevoegde Gemeenschapsminister stelt het bedrag vast van de vergoedingen en presentiegelden van de leden van de Adviescommissie alsmede van de toelagen voor de werkingskosten.

Art.9. Binnen twee maanden na de benoeming van alle leden stelt de Adviescommissie haar huishoudelijk reglement op, dat aan de goedkeuring van de bevoegde Gemeenschapsminister onderworpen wordt.

Art.10. De Adviescommissie draagt onder de in artikel 3, § 1er, 1° tot 3° bedoelde leden de personen voor, die bij de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen moeten zijn vertegenwoordigd.

Art.11. Het ministerieel besluit van 16 mei 1983 houdende oprichting van een Communautaire Adviescommissie inzake ziekenhuizen voor de Duitstalige Gemeenschap is opgeheven.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1989.

Art. 13. De Gemeenschapsminister van Jeugd, Sport, Volwassenenvorming en Sociale Aangelegenheden wordt met de uitvoering van dit besluit belast.