7 DECEMBER 1988. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de nadere regels voor de uitvoering van artikel 113, § 2, van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen.
Art. 1-13, N
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° " de ziekenhuiswet " : wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, en gewijzigd door de wet van 30 december 1988;
2° " de Minister " : de Minister die de financiering van de ziekenhuizen onder zijn bevoegdheid heeft;
3° " de Raad " : de raad van maatschappelijk welzijn waarvan het betrokken ziekenhuis afhangt;
4° " Vereniging " : de intercommunale vereniging bevattende één of meerdere openbare centra van maatschappelijk welzijn of gemeenten of de vereniging bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
5° " plan " : het plan zoals bedoeld in artikel 113, § 1 van de wet op de ziekenhuizen.
Art.2. De ziekenhuizen die afhangen van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, of van een Vereniging, die een tekort in hun beheersrekening voor het dienstjaar 1988 vertonen, dienen een plan op te stellen, overeenkomstig het model vastgesteld in de bijlage van dit besluit.
Art.3. Het plan wordt opgesteld door het beheerscomité van het ziekenhuis en wordt ter beraadslaging voorgelegd aan de Raad of het bevoegd orgaan van de Vereniging.
Art.4. Het door de Raad aangenomen plan dient uiterlijk op 1 mei 1989 goedgekeurd te worden door de gemeenteraad van de gemeente wier openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn het ziekenhuis beheert.
Ingeval het ziekenhuis beheerd wordt door een Vereniging moet het plan uiterlijk op voormelde datum worden goedgekeurd door de ondergeschikte besturen die van de Vereniging deel uit maken.
Art.5. Het plan dient, uiterlijk op 15 mei 1989, voor goedkeuring aan de Minister te worden overgemaakt.
Art.6. Indien wegens uitzonderlijke redenen het niet mogelijk is om het plan tijdig bij de Minister in te dienen kan, mits het akkoord van de Minister en onder de door hem vastgestelde voorwaarden, van de in artikel 4 en de in artikel 5 bedoelde data worden afgeweken, voorzover daartoe bij de Minister voor 1 mei 1989 een met redenen omkleed verzoekschrift door de Raad of het bevoegd orgaan van de Vereniging wordt ingediend.
Art.7. Het plan dient het volgende te bevatten :
1° de maatregelen die getroffen worden om het tekort in de beheersrekening jaarlijks te verminderen, derwijze dat het tekort uiterlijk tegen 31 december 1990 volledig is uitgeschakeld;
2° de timing volgens dewelke deze maatregelen zullen worden uitgevoerd;
3° de bezuiniging die ieder van deze maatregelen voor gevolg zal hebben en de weerslag ervan op de jaarlijkse evolutie van het tekort.
Art.8. Het plan dient te worden vergezeld van de hiernavolgende gegevens :
1° de jaarlijkse evolutie van het tekort in de beheersrekening van het ziekenhuis vanaf het dienstjaar 1979 tot en met het dienstjaar 1988;
2° het bedrijfsresultaat der boekhouding voor het dienstjaar 1988, opgesteld volgens het boekhoudkundig plan;
3° de begroting van het ziekenhuis voor het dienstjaar 1989;
4° het advies van de syndikale afvaardiging van het personeel of van de vertegenwoordigers van het personeel voor zover het administratief en geldelijk statuut van het ziekenhuispersoneel wordt gewijzigd;
5° het advies van de Medische Raad wanneer dit door de wet op de ziekenhuizen wordt voorzien;
6° het verslag van de bedrijfsrevisor over het dienstjaar 1988.
Art.9. De Minister kan de inrichtende macht van de ziekenhuizen die overeenkomstig dit besluit een plan moeten opstellen, verzoeken hem alle gegevens te verschaffen die nodig zijn om het plan en de uitvoering ervan te kunnen beoordelen.
Art.10. Met het oog op het realiseren van de doelstellingen van het plan kan de Minister, de inrichtende macht van de ziekenhuizen verzoeken hem maatregelen tot aanvulling van hun plan voor te stellen.
Art.11. De in artikel 12 bedoelde ziekenhuizen dienen hun ontwerp van begroting voor het dienstjaar 1990, uiterlijk op 15 september 1989 voor advies aan de Minister over te maken.
Hierbij worden de maatregelen aangeduid welke in uitvoering van het plan in de begroting worden voorzien om het tekort van het ziekenhuis te verminderen.
Het advies van de Minister wordt aan het ziekenhuis ter kennis gebracht en gevoegd bij de definitieve begroting die aan de toezichthoudende overheid wordt overgemaakt.
Art.12. Indien de rekeningen van een ziekenhuis dat afhangt van een Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van een Vereniging in 1988 in evenwicht zijn, doch voor het dienstjaar 1989 een tekort vertonen, gelden, mutatis mutandis, dezelfde regelen als in dit besluit, met dien verstande dat :
1° de vermelding " 1988 " in artikel 2 en in artikel 8, 1°, 2° en 6° vervangen wordt door de vermelding " 1989 ";
2° de vermelding " 1989 " in artikel 4, artikel 5, artikel 6, artikel 8, 3° en artikel 11 vervangen wordt door de vermelding " 1990 ";
3° de vermelding " 1990 " in artikel 11 vervangen wordt door de vermelding " 1991 ".
Art.13. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. N. Bijlage : Model - Schema saneringsplan. <Niet opgenomen wegens technische redenen; zie B.St. 01-02-1989, p. 1965>