Details





Titel:

16 MEI 1989. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van verzekeringskaart inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en van de modaliteiten inzake het gebruik ervan.



Inhoudstafel:


Art. 1-7, 7bis, 8, N1, N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De bij artikel 170 van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering bedoelde verzekeringskaart wordt opgemaakt volgens het model in bijlage 1. Op de keerzijde ervan mogen gegevens worden aangebracht om optische lezing mogelijk te maken.

Art.2. Die verzekeringskaart mag door de verzekeringsinstelling pas worden uitgereikt nadat aan alle wettelijke voorwaarden daartoe is voldaan.
  Ze moet worden ingetrokken zodra er een verandering optreedt in de hoegrootheid van de verzekeringstegemoetkoming voor de betrokken gerechtigde.

Art.3. Bij verlies van zijn verzekeringskaart mag aan de verzekerde een duplicaat worden uitgereikt nadat die verzekerde een verklaring heeft ondertekend waarin hem wordt gewezen op de gevolgen bij frauduleus gebruik van die kaart. Die verklaring wordt bewaard in het persoonlijk dossier van de gerechtigde dat is aangelegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 171 van vorenvermeld koninklijk besluit van 4 november 1963.

Art.4. Bij overlijden van de gerechtigde wordt de kaart door de verzekeringsinstelling die ze afleverde teruggevraagd aan zijn erfgenamen.

Art.5. Wanneer een verzekeringskaart niet wordt terugbezorgd of een duplicaat wordt uitgereikt dan moet de verzekeringsinstelling de Dienst voor administratieve controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering daarvan in kennis stellen volgens de modaliteiten bepaald door die dienst. Wanneer evenwel de geldigheidsduur van de verzekeringskaart één jaar niet overtreft dan wordt die verplichting tot kennisgeving beperkt tot enkel de afgeleverde duplicaten.

Art.6. In afwachting dat ook aan de personen ten laste van de gerechtigde een verzekeringskaart wordt afgeleverd, wordt een bescheid met de samenstelling van het gezin volgens het model in bijlage 2 opgemaakt. Het bescheid met de samenstelling van het gezin gaat samen met de verzekeringskaart en opent dus, op zichzelf alleen, geen recht op prestaties van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. De geldigheidsduur ervan is dezelfde als de geldigheidsduur vermeld op de verzekeringskaart.

Art.7. <MB 1989-07-24/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-1989> De Dienst voor administratieve controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering mag toelating verlenen bescheiden op te maken, onder door die dienst bepaalde voorwaarden, welke afwijken van de bij artikelen 1 en 6 bedoelde modellen.

Art. 7bis. <Ingevoegd bij MB 1989-07-24/30, art. 2, Inwerkingtreding : 01-07-1989> De Dienst voor administratieve controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering kan bijkomende voorwaarden opleggen voor het gebruik van de verzekeringskaart en het bescheid met de samenstelling van het gezin.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1989.

Art. N1. Bijlage 1. <Niet opgenomen om technische redenen; zie B.St. 02-06-1989, p. 9787>

Art. N2. Bijlage 2. <Niet opgenomen om technische redenen; zie B.St. 02-06-1989, p. 9787>