8 NOVEMBER 1989. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de hoofdtarieven voor telecommunicatie en van de tarieven voor de schouwing van de radio-installaties van rijnaken en binnenvaartuigen.
HOOFDSTUK I. - Telefoon in binnenlands verkeer.
Art. 1-6
HOOFDSTUK II. - Telex in binnenlands verkeer.
Art. 7-9
HOOFDSTUK III. - Telegraaf in binnenlands verkeer.
Art. 10
HOOFDSTUK IV. - Radiotelefonie met schepen.
Afdeling I. - Verkeer met schepen buiten een Belgisch havengebied.
Art. 11
Afdeling II. - Verkeer met schepen binnen een Belgisch havengebied en met rijnaken of binnenvaartuigen.
Art. 12
Sectie III. - Controlerecht voor de schouwing van de radio-installaties van rijnaken en binnenvaartuigen.
Art. 13
HOOFDSTUK V. - Radiotelex met schepen.
Art. 14
HOOFDSTUK VI. - Radiotelegrafie met schepen.
Art. 15
HOOFDSTUK VII. - Mobilofoon en semafoon.
Art. 16-21
HOOFDSTUK VIII. - Datatransmissie met schakeling van pakketten in binnenlands verkeer (DCS-net).
Art. 22-24
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.
Art. 25-28
HOOFDSTUK I. - Telefoon in binnenlands verkeer.
Artikel 1. Wie een gewoon abonnement voor een normale aansluiting onderschrijft, betaalt een vergoeding voor eens van 3 500 F voor de beschikbaarstelling van de netlijn.
Wanneer uiterlijk op de dag van de buitendienststelling van een telefooninstallatie, de Regie in het bezit is van een vaste aanvraag om nieuwe aansluiting met verzoek die installatie zonder wijziging opnieuw te gebruiken, geniet de nieuwe abonnee een reductie van 500 F per netlijn. Wanneer een telefooninstallatie zonder huiscentrale of intercommunicatiesysteem uit enkelvoudige of bijzondere telefoontoestellen en eventueel toebehoren bestaat, geniet de abonnee, wanneer die toestellen door zijn toedoen naar het aan te sluiten perceel worden gebracht, een reductie van 500 F per netlijn.
Art.2. Het tarief van het gewoon abonnement voor een normale aansluiting wordt vastgesteld op 680 F, 580 F of 480 F per tijdvak van twee maand naargelang het een aansluiting in een grote, middelgrote of kleine zone betreft.
Dit abonnementsgeld wordt basisabonnementsgeld genoemd.
Art.3. § 1. De waarde van de tariefeenheid wordt vastgesteld op
1° 5 F voor gesprekken van uit een abonneetoestel;
2° 10 F voor gesprekken vanuit een openbare spreekgelegenheid.
§ 2. De zonale gesprekken worden in rekening gebracht op basis van een tariefeenheid per :
1° volledige of onvolledige periode van 360 seconden voor een gesprek vanuit een abonneetoestel;
2° volledige of onvolledige periode van 160 seconden voor een gesprek vanuit een openbare spreekgelegenheid.
§ 3. De interzonale gesprekken worden in rekening gebracht op basis van :
1° een tariefeenheid per volledige of onvolledige periode van 180 seconden vanuit een abonneetoestel en van 160 seconden vanuit een openbare spreekgelegenheid voor de gesprekken :
- tussen twee telefoonzones die deel uitmaken van een zelfde tarifair basisgebied;
- tussen twee telefoonzones die behoren tot aaneengrenzende tarifaire basisgebieden;
- tussen twee telefoonzones die behoren tot tarifaire basisgebieden van minder dan 100 000 abonnees gescheiden door een enkel tarifair basisgebied van minder dan 100 000 abonnees;
2° een tarifeenheid per volledige of onvolledige periode van 40 seconden voor de andere gesprekken.
§ 4. Een vrijetijdstarief is van toepassing tussen 18 uur 30 minuten en 8 uur, alsmede 's zaterdags, 's zondags en op wettelijke feestdagen; in dit tarief geldt de tariefeenheid voor het dubbele van de periodes bepaald in de §§ 2 en 3.
§ 5. De eerste periode van een gesprek zoals bedoeld in de §§ 2, 3 en 4 kan tussen 0 en 10 pct. korter zijn dan de normale periode.
Art.4. Een zone wordt als groot, middelgroot of als klein beschouwd naargelang ze respectievelijk minstens 100 000 abonnees, minstens 25 000 en minder dan 100 000 abonnees of minder dan 25 000 abonnees telt. Wanneer het aantel abonnee-aansluitingen van een zone 25 000 of 100 000 bereikt of onder die getallen daalt, wordt het bedrag van het abonnementsgeld gewijzigd vanaf de vervaldag volgend op het einde van de lopende maand.
Art.5. Wanneer de aantaal abonnee-aansluitingen van een tarifair basisgebied 100 000 bereikt of onder dat getal daalt, worden de gesprekkosten waarvan sprake in art. 3, § 3, gewijzigd vanaf de eerste dag van de volgende maand.
Art.6. De tarifaire basisgebieden komen overeen met de telefoonzones behalve in de hierna vermelde gevallen waar zij er verschillende omvatten :
- Bergen en La Louvière;
- Charleroi en Chimay;
- Namen en Ciney;
- Durbuy en Marche;
- Hasselt en Diest;
- Libramont, Aarlen, Bastenaken en Stavelot;
- Oostende, Veurne en Ieper.
HOOFDSTUK II. - Telex in binnenlands verkeer.
Art.7. Wie een gewoon abonnement voor een normale aansluiting onderschrijft betaalt een vergoeding voor eens van 9 000 F voor de beschikbaarstelling van de netlijn, verhoogd met de kosten verbonden aan de beschikbaarstelling van toestelling en toebehoren.
Art.8. Voor een normale aansluiting wordt het tarief van het gewoon abonnement voor de netlijn vastgesteld op 1 716 F per tijdvak van twee maand. Dit abonnementsgeld wordt basisabonnementsgeld genoemd.
Art.9. De waarde van de tariefeenheid wordt vastgesteld op 5 F. De telexverbindingen worden in rekening gebracht op basis van een tariefeenheid per volledige of onvolledige periode van 1 minuut.
HOOFDSTUK III. - Telegraaf in binnenlands verkeer.
Art.10. Het tarief van een telegram wordt vastgesteld op 120 F, verhoogd met 4 F per woord.
HOOFDSTUK IV. - Radiotelefonie met schepen.
Afdeling I. - Verkeer met schepen buiten een Belgisch havengebied.
Art.11. § 1. Het tarief voor het gebruik van een Belgisch Kuststation wordt als volgt vastgesteld voor een gesprek :
1° tussen een Belgische staatspakketboot, een vaartuig van de Belgische zeemacht dan wel een Belgische vissers-, sleep-, loods- of politieboot en een telefoonaansluiting in België of in het buitenland : 87, 150 of 300 F naargelang gebruik gemaakt wordt van meter-, hectometer- of decametergolven;
2° tussen een ander schip en een telefoonaansluiting in België of in het buitenland : 111, 195 of 384 F naargelang gebruik wordt gemaakt van meter-, hectometer- of decametergolven.
§ 2. Het tarief voor het gebruik van het telefoonnet wordt als volgt vastgesteld voor een gesprek via een Belgisch kuststation :
1° tussen een schip en een telefoonaansluiting in België : 13,50 F;
2° tussen een schip en een telefoonaansluiting in het buitenland : het tarief van het internationaal verkeer.
§ 3. De tarieven vastgesteld in de §§ 1 en 2 gelden voor een gesprek waarvan de duur drie minuten niet overschrijdt; die tarieven worden verhoogd met een derde per minuut of gedeelte van een minuut waarmee die duur wordt overschreden.
§ 4. (De tarieven vastgesteld in de §§ 1, 2°, 2 en 3 delgen eveneens voor de gesprekken gevoerd via een Belgisch kuststation met vreemde schepen. Zij worden aangerekend in Speciale Trekkingsrechten (de munteenheid van het Internationaal Monetair Fonds). Zij dienen vereffend te worden op basis van de laatst gepubliceerde koers van het STR ten opzichte van een overeengekomen munt op de dag van betaling.) <KB 1990-10-29/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1990
Afdeling II. - Verkeer met schepen binnen een Belgisch havengebied en met rijnaken of binnenvaartuigen.
Art.12. § 1. Het tarief voor het gebruik van een Belgisch kust- of walstation wordt als volgt vastgesteld voor een gesprek tussen :
1° een Belgische staatspakketboot, een vaartuig van de Belgische zeemacht dan wel een Belgische vissers-, sleep-, loods- of politieboot en een telefoonaansluiting in België of in het buitenland : 87 F;
2° een ander schip en een telefoonaansluiting in België of in het buitenland : 111 F.
§ 2. Het tarief voor het gebruik van het telefoonnet is datgene dat in artikel 11, § 2 is vastgesteld.
§ 3. De tarieven vastgesteld in de §§ 1 en 2 gelden voor een gesprek waarvan de duur drie minuten niet overschrijdt; die tarieven worden met een derde verhoogd per minuut of gedeelte van een minuut waarmee die duur wordt overschreden.
§ 4. (De tarieven vastgesteld in de §§ 1, 2°, 2 en 3, gelden eveneens voor de gesprekken gevoerd via een Belgisch kuststation met vreemde schepen. Zij worden aangerekend in Speciale Trekkingsrechten (de munteenheid van het Internationaal Monetair Fonds). Zij dienen vereffend te worden op basis van de laatst gepubliceerde koers van het STR ten opzichte van een overeengekomen munt op de dag van betaling. <KB 1990-10-29/35, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1990
Sectie III. - Controlerecht voor de schouwing van de radio-installaties van rijnaken en binnenvaartuigen.
Art.13. De ministeriële vergunning die krachtens het artikel 3, § 1 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving vereist is, om een station voor radioverbinding aan te leggen en te doen werken aan boord van een vaartuig dat aan de radiotelefoondienst voor de Rijn- en de binnenvaart deelneemt, wordt slechts verleend op voorwaarde dat het hiervoor aangewend zend-ontvangtoestel door de Regie werd goedgekeurd.
De keuringskosten bedragen :
- 350 F voor de eerste schouwing;
- 250 F voor elk bijkomend onderzoek te wijten aan de niet overeenstemming van het toestel met de vereiste specificaties.
HOOFDSTUK V. - Radiotelex met schepen.
Art.14. § 1. Het tarief voor het gebruik van een Belgisch kuststation wordt, voor een verbinding tussen een schip en een telexaansluiting in België of in het buitenland als volgt vastgesteld :
1° in automatische dienst : 11 F per volledige of onvolledige periode van 6 seconden;
2° voor een verbinding tot stand gebracht door tussenkomst van een operator : 110 F per minuut of gedeelte van een minuut.
§ 2. Het tarief voor het gebruik van het telexnet wordt, per minuut of gedeelte van een minuut, als volgt vastgesteld voor een verbinding via een Belgisch kuststation, tussen :
1° een schip en een telexaansluiting in België de prijs van een binnenlandse telexverbinding van een minuut;
2° een schip en een telexaansluiting in het buitenland het tarief van het internationaal verkeer.
§ 3. Voor een verbinding tot stand gebracht door tussenkomst van een operator wordt minimum een tarief gelijk aan een verbinding van drie minuten geïnd.
§ 4. (De tarieven vastgesteld in de §§ 1, 2 en 3 gelden eveneens voor de berichten met vreemde schepen, afgewikkeld via een Belgisch kuststation. Zij worden aangerekend in Speciale Trekkingrechten (de munteenheid van het Internationaal Monetair Fonds). Zij dienen vereffend te worden op basis van de laatst gepubliceerde koers van het STR ten opzichte van een overeengekomen munt op de dag van betaling.) <KB 1990-10-29/35, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1990>
HOOFDSTUK VI. - Radiotelegrafie met schepen.
Art.15. § 1. Het tarief voor het gebruik van een Belgisch kuststation wordt als volgt vastgesteld in het verkeer met :
1° een Belgische staatspakketboot, een vaartuig van de Belgische zeemacht dan wel een Belgische vissers-, sleep-, loods- of politieboot, voor een telegram bestemd voor of uitgaand van België of het buitenland : 13 F per woord;
2° een ander schip voor een telegram bestemd voor of uitgaand van België of het buitenland : 17 F per woord.
§ 2. (Het tarief voor het gebruik van het telegraafnet wordt als volgt vastgesteld voor een telegram afgewikkeld via een Belgisch kuststation, tussen :
1° een schip en België : het tarief van het binnenlands verkeer;
2° een schip en het buitenland : het tarief van het internationaal verkeer.
§ 3. De tarieven vastgesteld in de §§ 1 en 2 gelden eveneens voor de telegrammen met vreemde schepen, afgewikkeld via een Belgisch kuststation. Zij worden aangerekend in Speciale Trekkingsrechten (de munteenheid van het Internationaal Monetair Fonds). Zij dienen vereffend te worden op basis van de laatst gepubliceerde koers van het STR ten opzichte van een overeengekomen munt op de dag van betaling.) <KB 1990-10-29/35, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1990
HOOFDSTUK VII. - Mobilofoon en semafoon.
Art.16. Wie een gewoon abonnement voor het gebruik van het semafoonnet onderschrijft, betaalt een recht van 1 000 F per aansluiting.
Wie een gewoon abonnement op de mobilofoondienst onderschrijft of op zijn aanvraag zijn toestel omwisselt voor een toestel van een ander type, betaalt een recht van 3 000 F per toestel.
Wie een gewoon abonnement voor het eenvoudig gebruik van het mobilofoonnet van de tweede generatie onderschrijft, betaalt een recht van 3 000 F per aansluiting.
Art.17. § 1. Het abonnementsgeld op de mobilofoondienst van de eerste generatie wordt als volgt vastgesteld per tijdvak van twee maand :
1° toestel voor één radiozone : 4 000 f;
2° toestel voor alle radiozones : 5 000 F.
§ 2. Het tarief van het gewoon abonnement op de mobilofoon dienst van de tweede generatie voor een basisuitrusting wordt als volgt vastgesteld per tijdvak van twee maand :
1° verbintenis voor een minimumlooptijd van twee jaar : 11 500 F;
2° verbintenis voor een minimumlooptijd van drie jaar : 9 000 F;
3° verbintenis voor een minimumlooptijd van vier jaar : 7 500 F.
§ 3. Het abonnementsgeld op de mobilofoondienst van de tweede generatie wordt, in geval van gescheiden opstelling, als volgt vastgesteld per tijdvak van twee maand :
1° verbintenis voor een minimumlooptijd van twee jaar : 12 100 F;
2° verbintenis voor een minimumlooptijd van drie jaar : 9 600 F;
3° verbintenis voor een minimumlooptijd van vier jaar : 8 100 F.
§ 4. Deze abonnementsgelden worden basisabonnementsgelden genoemd.
§ 5. De §§ 2 en 3 zijn enkel van kracht voor de abonnees die hun abonnementsaanvraag voor 1 december 1987 hebben ingediend.
Art.18. Het abonnementsgeld voor het eenvoudig gebruik van het mobilofoonner van de tweede generatie wordt vastgesteld op 3 000 F per tijdvak van twee maand.
Art.19. Het abonnementsgeld voor het gebruik van het semafoonnet wordt als volgt vastgesteld per tijdvak van twee maand :
1° Benelux-net, voor een semafoontoestel gebruikt als :
a) toonontvanger : 400 F;
b) numerieke ontvanger : 1 400 F;
c) alfa-numerieke ontvanger : 3 600 F.
2° Nationaal net, voor een semafoontoestel gebruikt als :
a) numerieke ontvanger : 700 F;
b) alfa-numerieke ontvanger : 1 800 F.
§ 2. Het abonnementsgeld voor het gebruik van een semafoontoestel van de tweede generatie wordt vastgesteld op 400 F per tijdvak van twee maand. Op 31 december 1989 wordt dit net buiten dienst gesteld.
Art.20. § 1. De gesprekken uitgaande van of bestemd voor een abonnee op de mobilofoondienst van de eerste generatie worden als volgt in rekening gebracht :
1° een gesprek uitgaande van een telefoonabonnee naar een mobilofoonabonnee van de eerste generatie wordt in rekening gebracht op basis van één telefoontariefeenheid per volledige of onvolledige periode van :
a) 150 seconden voor een gesprek binnen een zelfde telefoonzone, tussen twee telefoonzones die behoren tot een zelfde tarifair basisgebied, tussen twee telefoonzones die behoren tot aaneengrenzende tarifaire basisgebieden of tussen twee telefoonzones die behoren tot tarifaire basisgebieden van minder dan 100 000 abonnees gescheiden door een enkel tarifair basisgebied van minder dan 100 000 abonnees;
b) 40 seconden voor de andere gesprekken.
2° een gesprek uitgaande van een mobilofoonabonnee van de eerste generatie naar een telefoonabonnee of naar een mobilofoonabonnee van de tweede generatie of tussen twee abonees van de mobilofoondienst van de eerste generatie wordt in rekening gebracht op basis van één telefoontariefeenheid per volledige of onvolledige periode van :
a) 80 seconden voor een gesprek binnen een zelfde telefoonzone, tussen aaneengrezende telefoonzones of tussen twee kleine of middelgrote telefoonzones die slechts door één kleine of middelgrote telefoonzones gescheiden zijn;
b) 40 seconden voor de andere gesprekken.
§ 2. De gesprekken uitgaande van of bestemd voor een abonnee op de mobilofoondienst van de tweede generatie met uitzondering van deze uitgaande van een abonnee op de mobilofoondienst van de eerste generatie worden in rekening gebracht op basis van één telefoontariefeenheid per volledige of onvolledige periode van 20 seconden.
§ 3. Een vrijetijdstarief is van toepassing tussen 18 uur 30 minuten en 8 uur, alsmede 's zaterdags, 's zondags en op wettelijke feestdagen; in dit tarief geldt de tariefeenheid voor het dubbele van de periodes bepaald in de §§ 1 en 2.
§ 4. De eerste periode van een gesprek zoals bedoeld in de §§ 1 en 2 kan tussen 0 en 10 pct. korter zijn dan de normale periode.
Art.21. Voor de semafoonoproep wordt één telefoontariefeenheid per volledige of onvolledige periode van 20 seconden aangerekend. Voor een semafoonoproep via het DCS-net wordt het geldende tarief voor het gebruik van dit net aangerekend.
HOOFDSTUK VIII. - Datatransmissie met schakeling van pakketten in binnenlands verkeer (DCS-net).
Art.22. Wie een gewoon of tijdelijk abonnement voor een rechtstreekse aansluiting onderschrijft, betaalt voor de beschikbaarstelling van de aansluiting :
- een vergoeding voor eens van 15 000 F als het binair debiet van de aansluitingslijn lager of gelijk is aan 9 600 bit/s;
- de door de Regie geraamde kosten als het binair debiet van de aansluitingslijn hoger is dan 9 600 bit/s.
Art.23. Het tarief van het gewoon abonnement voor een rechtstreekse aansluiting wordt vastgesteld per tijdvak van twee maand, volgens het binair debiet op de aansluitingslijn :
1° voor een terminal werkend in pakkettenmodus :
- 12 000 F voor 2 400 bit/s;
- 15 400 F voor 4 800 bit/s;
- 16 900 F voor 9 600 bit/s;
- 33 800 F voor 19 200 bit/s;
- 50 000 F voor 48 000, 56 000 en 64 000 bit/s.
Het abonnementsgeld dekt de aansluitingslijn, de modem aan elk uiteinde van de aansluiting, de uitrusting toegewezen aan de abonnee in het toegangspunt tot het net en het gebruik van één logisch kanaal;
2° voor een terminal werkend in asynchrone modus :
- 9 000 F voor 300 bit/s;
- 11 000 F voor 1 200 bit/s.
Het abonnementsgeld dekt de aansluitingslijn, de modem aan elk uiteinde van de aansluiting en de uitrusting toegewezen aan de abonnee in het toegangspunt tot het net.
Deze abonnementsgelden worden basisabonnementsgelden genoemd.
De bovenvermelde bedragen worden verminderd tot de helft in het voordeel van iedere gemeente en ieder openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die hun rechtstreekse aansluiting exclusief gebruiken voor toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Art.24. De tarieven voor het gebruik van het net voor datatransmissie met schakeling van pakketten worden als volgt vastgesteld :
1° tarief voor het opbouwen van de oproep : 0,15 F per oproep, ongeacht of deze geslaagd is of niet;
2° (tarief voor de duur : 0,10 F per volledige of onvolledige periode van 30 seconden.
Bovendien is een bijkomende taks per volledige of onvolledige periode van 30 seconden verschuldigd in de volgende gevallen :
a) in geval van toegang via het telefoon- of telexnet :
- 0,50 F wanneer gebruik wordt gemaakt van de PAD-functie (assembleer- en disassembleerfunctie van pakketten);
- 1 F wanneer gebruik wordt gemaakt van de X.32-functie;
b) in geval van oproep naar een X.32-aansluiting :
- 1,50 F in geval van oproep komende van een directe DCS-aansluiting;
- 2 F in geval van oproep komende van het telefoon- of telexnet met gebruik van de PAD-functie;
- 2,50 F in geval van oproep komende van het telefoonnet met gebruik van de X.32-functie.) <KB 1990-10-29/35, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1990
3° tarief voor het volume, per ondeelbare groep van 10 segmenten van maximum 64 octetten :
a) 0,20 F wanneer geen gebruik wordt gemaakt van de PAD-functie;
b) 0,60 F wanneer gebruik wordt gemaakt van de PAD-functie.
Het volumetarief wordt met de helft verminderd tussen 18 uur 30 minuten en 8 uur, alsmede 's zaterdags, 's zondags en op wettelijke feestdagen.
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen.
Art.25. Het koninklijk besluit van 20 september 1978 tot vaststelling van de hoofdtarieven voor telecommunicatie en van de tarieven voor de schouwing van de radio-installaties van rijnaken en binnenvaartuigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 mei 1981, 26 februari 1982, 8 april 1983, 27 september 1983, 14 maart 1984, 27 december 1984, 29 mei 1985, 29 april 1986, 26 juni 1987, 23 juni 1988 en 28 juni 1989, wordt opgeheven.
Art.26. Tot 15 januari 1990 wordt het basisabonnementsgeld, waarvan sprake in het artikel 2, vastgesteld op 766 F, 634 F of 520 F naargelang het een aansluiting betreft in een grote, middelgrote of kleine zone. Het omvat het gebruik van één enkelvoudig telefoontoestel van standaardkleur.
Art.27. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 1989.
Art. 28. Onze Minister van Posterijen, Telegrafie en telefonie is belast met de uitvoering van dit besluit.