8 NOVEMBER 1989. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder andere personen dan wisselagenten vennoot kunnen zijn in een beursvennootschap.
Art. 1-2
Artikel 1. Behoudens de personen die voldoen aan de in artikel 71, § 1, 1° tot 6° van titel V van boek I van het Wetboek van koophandel vermelde voorwaarden en de personen beoogd in artikel 114, tweede lid, 2° van dezelfde titel, kunnen alleen in de hoedanigheid van vennoot van een beursvennootschap toegelaten worden :
1° de echtgenoot, de langstlevende echtgenoot en de nakomelingen van een wisselagent;
2° de familieleden en aanverwanten van een wisselagent, tot in de derde graad;
3° de echtgenoot, de langstlevende echtgenoot en de nakomelingen van een persoon beoogd in artikel 114, tweede lid, 2° van titel V van boek I van het Wetboek van koophandel;
4° de familieleden en aanverwanten tot in de derde graad van een persoon beoogd in artikel 114, tweede lid, 2° van titel V van boek I van het Wetboek van koophandel;
5° de personen die in de hoedanigheid van afgevaardigde vereffenaar, bediende of als zelfstandige gedurende een onafgebroken periode van ten minste drie jaar gewerkt hebben in dienst van een wisselagent of van een vennootschap onder firma of van een gewone commanditaire vennootschap waarin wisselagenten hun beroep uitoefenden vóór 15 januari 1989;
6° de rechtspersonen waarin meer dan 51 % van de stemrechten worden uitgeoefend door één of meer wisselagenten, door personen beoogd in artikel 114, tweede lid, 2° van titel V van boek I van het Wetboek van koophandel, of door de echtgenoot, de langstlevende echtgenoot, de nakomelingen, familieleden of aanverwanten bedoeld in 1° tot 4°.
Art. 2. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.