22 JANUARI 1988. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van eetbare oliën en voedingsvetten bij het frituren van voedingsmiddelen. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-12-2013 en tekstbijwerking tot 02-12-2013)
Art. 1-4, 4bis, 5-8
Artikel 1. Het is verboden gefrituurde voedingsmiddelen te bereiden of te fabriceren in of met eetbare oliën of voedingsvetten :
1° die bij de ingebruikname niet voldoen aan de eisen gesteld, alnaargelang het geval, hetzij in het koninklijk besluit van 23 april 1974 betreffende eetbare oliën, hetzij in het koninklijk besluit van 2 oktober 1980 betreffende de fabricage en het in de handel brengen van margarine en voedingsvetten;
2° waarvan de temperatuur op enig ogenblik hoger is of hoger geweest is dan 180 °C;3° waarvan het gehalte aan vrije vetzuren hoger is dan 2,5 g/100 g, uitgedrukt als oliezuur;
4° waarvan het gehalte aan dimere en polymere triglyceriden hoger is dan 10 g/100 g;
5° waarvan het gehalte aan polaire stoffen hoger is dan 25 g/100 g;
6° waarvan de viscositeit :
- voor voedingsvetten meer dan 37 millipascal.
seconde bedraagt, gemeten bij 50 °C;
- voor eetbare oliën meer dan 27 millipascal.
seconde bedraagt, gemeten bij 50 °C;
7° waarvan het rookpunt lager is dan 170 °C.
Art.2. De fabrikanten of bereiders van gefrituurde voedingsmiddelen moeten de nodige maatregelen treffen opdat de tijdens de bereiding aangewende eetbare oliën of voedingsvetten voldaa aan de eisen gesteld in artikel 1, 2° tot 7°.
Art.3. Het is verboden gefrituurde voedingsmiddelen in de handel te brengen die bereid of gefabriceerd werden in of met eetbare oliën of voedingsvetten die niet voldoen aan de eisen gesteld in artikel 1.
Art.4. Het is verboden gefrituurde voedingsmiddelen te bereiden of te fabriceren in recipiënten of met apparaten die niet voorzien zijn van een thermostaat.
De thermostaat moet te allen tijde zodanig ingesteld zijn dat de temperatuur van de olie of het vet 180 °C niet overschrijdt.
Art. 4bis.[1 Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen kan, op gemotiveerde aanvraag van een fabrikant of een bereider en op advies van het Wetenschappelijk Comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, een afwijking verlenen van artikelen 1, 2° en 4, tweede lid, voor het door de fabrikant of bereider toegepaste frituurprocédé.]1
----------
(1)<KB 2013-11-12/08, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-12-2013>
Art.5. Worden schadelijk verklaard de eetbare oliën of voedingsvetten die niet voldoen aan de eisen gesteld in artikel 1, 3° tot 7°, evenals de voedingsmiddelen die hiermee bereid of gefabriceerd werden.
Art.6. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vervolgd en gestraft overeenkomstig de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten.
Art.7. Artikel 4, eerste lid, van dit besluit treedt in werking de eerste dag van de dertiende maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 8. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.