12 JULI 1988. - Ministerieel besluit houdende regeling van het uitreiken en bijhouden van het reisdagboek van de luchtvaartuigen.
Art. 1-6
Artikel 1. Voor ieder in België ingeschreven luchtvaartuig wordt door het Bestuur der Luchtvaart een reisdagboek afgeleverd. Het vermeldt de inschrijvingskenmerken van het luchtvaartuig, de technische karakteristieken (type en model), de referentienummers van de bewijzen van inschrijving en luchtwaardigheid evenals de naam, firma, nationaliteit, woonplaats, exploitatiezetel of maatschappelijke zetel van de houder van het bewijs van inschrijving.
Art.2. Met betrekking tot elke vlucht moeten in het reisdagboek de volgende aantekeningen worden aangebracht :
a) de datum van de vlucht;
b) de namen van de leden van het stuurpersoneel en de taak welke zij tijdens de vlucht hebben vervuld;
c) de plaatsen en tijdstippen van aanvang en aankomst van de vlucht;
d) de vliegtijd, dit wil zeggen de globale tijd gerekend vanaf het ogenblik dat het luchtvaartuig zich met eigen middelen begint te verplaatsen om op te stijgen tot wanneer het na afloop van de vlucht tot stilstand komt;
e) de aard van de vlucht (privaat, luchtdoop, geregeld, of niet geregeld luchtvervoer, luchttaxi, opleiding, luchtfotografie, publiciteit of andere specifieke vorm van vliegactiviteit);
f) het aantal passagiers;
g) de incidenten die zich voorgedaan hebben tijdens de vlucht;
h) de handtekening van de gezagvoerder van het luchtvaartuig.
Art.3. De in artikel 2 opgesomde gegevens moeten door de gezagvoerder uiterlijk dadelijk na afloop van elke vlucht met onuitwisbare inkt worden aangebracht en mogen niet worden verwijderd of onleesbaar gemaakt.
Art.4. De Directeur-Generaal van het Bestuur der Luchtvaart kan voor luchtvaartuigen met een totale massa van 5 700 kg en meer, die gebruikt worden in het geregeld of het niet geregeld handelsluchtvervoer, toestaan dat een andere methode wordt gebruikt voor het overschrijven van de in artikel 2 bedoelde gegevens en de gezagvoerder vrijstellen van de in artikel 3 bepaalde verplichting. Die andere methode van overchrijving wordt voorgesteld door de exploitant en moet dezelfde waarborgen van toegang, continuiteit, volledigheid en bewaring bieden. Deze machtiging wordt door het Bestuur der Luchtvaart in het reisdagboek van het luchtvaartuig vermeld.
Art.5. Het reisdagboek moet minstens gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de laatste inschrijving door de exploitant van het betreffende luchtvaartuig bewaard worden. De Directeur-Generaal van het Bestuur der Luchtvaart stelt de termijn vast van bewaring van de gegevens wanneer deze worden bijgehouden volgens de in artikel 4 bedoelde methode.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.