Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 MEI 1988. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 januari 1973 betreffende de schadevergoeding voor beroepsziekten, ten gunste van sommige personeelsleden van provincies, gemeenten, agglomeraties en federaties van gemeenten, verenigingen van gemeenten, commissies van openbare onderstand, intercommunale diensten en inrichtingen van openbare onderstand en openbare kassen van lening.



Inhoudstafel:


Art. 1-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1973011203 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. <wijzigingsbepaling van het opschrift van het KB 1973-01-12/03>

Art.2. <wijzigingsbepaling van art. 3 van het KB 1973-01-12/03>

Art.3. <wijzigingsbepaling van art. 11bis van het KB 1973-01-12/03>

Art.4. <wijzigingsbepaling van art. 15 van het KB 1973-01-12/03>

Art.5. <wijzigingsbepaling van art. 16 van het KB 1973-01-12/03>

Art.6. <wijzigingsbepaling van art. 19 van het KB 1973-01-12/03>

Art.7. <wijzigingsbepaling van art. 20 van het KB 1973-01-12/03>

Art.8. <wijzigingsbepaling van art. 21 van het KB 1973-01-12/03>

Art.9. <wijzigingsbepaling van art. 22 van het KB 1973-01-12/03>

Art.10. <wijzigingsbepaling van art. 23bis van het KB 1973-01-12/03>

Art.11. <wijzigingsbepaling van art. 25 en 26bis van het KB 1973-01-12/03>

Art.12. § 1. Wanneer een beroepsziekte een ongeschiktheid veroorzaakt die een blijvend karakter vertoont vóór 6 april 1984, wordt de waarde van de rente die krachtens artikel 12 van de wet geheel of gedeeltelijk in kapitaal moet worden uitbetaald, berekend op basis van de rente waarop vooraf de verhoging ingevolge de koppeling aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen toegepast is, overeenkomstig de regeling bepaald in de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.
  Wanneer de wet voorschrijft dat de rente in kapitaal moet worden omgezet, is de in aanmerking te nemen leeftijd die welke de gerechtigde had op het tijdstip waarop de ongeschiktheid een blijvend karakter vertoont of van het overlijden van de getroffene.
  Wanneer de omzetting van de rente in kapitaal wordt aangevraagd, is de in aanmerking te nemen leeftijd die welke de gerechtigde had op het tijdstip van zijn aanvraag.
  § 2. Indien de gerechtigde in het in § 1 bepaalde geval gebruik maakt van het recht bepaald in artikel 12, § 1, eerste lid, van de wet wordt het deel van de rente dat als kapitaal betaalbaar is, vastgesteld op grond van de totale rente berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van de wet :
  1° wanneer, bij toepassing van artikel 6 van de wet, de rente beperkt is tot 25 % van de bezoldiging op grond waarvan zij vastgesteld is;
  2° wanneer bij toepassing van artikel 7 van de wet, de rente slechts tot 100 % of tot 150 % van de laatste bezoldiging met het rustpensioen mag gecumuleerd worden.
  In geen geval mag het in kapitaal omgezette deel van de rente, eventueel vermeerderd met het overblijvende deel van de rente, de in de artikelen 6, § 1 en 7, § 1, van de wet bedoelde percentages overschrijden.
  § 3. In het in § 1 bepaalde geval, wordt het kapitaal uitgekeerd binnen zestig dagen volgend op :
  1° de in artikel 12, § 1, eerste lid, van de wet voorgeschreven aanvraag;
  2° de beslissing van de overheid of de in kracht van gewijsde gegane beslissing, in geval van toepassing van artikel 12, § 1, tweede lid, van de wet.

Art.13. De maandelijkse uitbetaling van de renten die bedoeld zijn in artikel 22 van het koninklijk besluit van 12 januari 1973, gewijzigd bij artikel 8 van dit besluit, en die lopen op de datum van de bekendmaking van dit besluit, wordt vanaf de dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking niet meer uitgevoerd en de reeds uitbetaalde termijnen worden afgetrokken van het in de loop van het vierde trimester van het jaar 1988 te betalen bedrag.

Art.14. § 1. Het artikel 8 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 februari 1976.
  § 2. Het artikel 12 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 6 april 1984.
  § 3. De overige artikelen van dit besluit treden in werking de eerste dag van de maand volgend op de gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
  De artikelen 2, 6 en 7 zijn evenwel niet van toepassing op de beroepsziekten indien het tijdstip waarop de ongeschiktheid een blijvend karakter gaat vertonen vóór de in de § 2 bepaalde datum ligt.

Art. 15. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Leefmilieu en Maatschappelijke Emancipatie zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.