9 OKTOBER 1986. - Besluit van de Executieve houdende oprichting van een Adviesraad voor de bevolkingsgroepen van vreemde afkomst van de Franse Gemeenschap.
Art. 1-11
Artikel 1. Er wordt bij de Diensten van de Franse Gemeenschapsexecutieve een Adviesraad opgericht voor de bevolkingsgroepen van vreemde afkomst van de Franse Gemeenschap, hierna de Raad genoemd.
Art.2. De Raad heeft tot opdracht de sociale, culturele, juridische, economische en administratieve aspecten van de problemen te bestuderen waarop de ingeweken bevolkingsgroepen of die van vreemde afkomst stuiten alsook de problemen die door het samenwonen in de Franse Gemeenschap zijn gesteld en adviezen uit te brengen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de Minister-Lid van de Executieve tot wiens bevoegdheid het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen behoort, hierna de Minister genoemd.
Art.3. De Raad is samengesteld uit :
1° een voorzitter;
2° drie ondervoorzitters;
3° (een vertegenwoordiger van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;) <BFG 1989-12-21/41, art. 1, §1, 002; Inwerkingtreding : 1989-12-21>
4° twee leden die de Vereniging van Belgische steden en gemeenten vertegenwoordigen;
5° vijf leden afgevaardigd door de meest representatieve werknemersorganisaties;
6° vijf leden afgevaardigd door de meest representatieve werkgeversorganisaties;
7° een lid dat ieder door de Franse Gemeenschapsexecutieve erkend gewestelijk inwijkingscentrum vertegenwoordigt of, bij wijze van overgang, in afwachting van de erkenning van die centra, vier leden aangewezen onder de kandidaten die voorgesteld zijn door het Socio-cultureel centrum voor inwijkelingen van Brussel, de Provinciale Dienst voor inwijking en onthaal van Luik, het Socio-cultureel centrum voor inwijkelingen van Namen en het Inwijkingscentrum van Charleroi;
8° twintig leden aangewezen onder de kandidaten die voorgesteld zijn hetzij door representatieve organisaties van de ingeweken gemeenschappen, hetzij door de organisaties samengesteld uit Belgen en (of) inwijkelingen en die akties uitwerken met betrekking tot die gemeenschappen.
De leden bedoeld in alinea 1, 3° tot 8° worden aangewezen onder de kandidaten die op een dubbele lijst door de betrokken organismen voorgesteld zijn.
De Raad kan vijf leden coöpteren die stemgerechtigd zullen zetelen.
In de Raad zetelen ook maar zonder stemgerechtigd te zijn :
(1° een vertegenwoordiger van ieder Minister van de Franse Gemeenschapsexecutieve;) <BFG 1989-12-21/41, art. 1, §2, 002; Inwerkingtreding : 1989-12-21>
2° een vertegenwoordiger van de Waalse Gewestexecutieve;
3° (een franstalige vertegenwoordiger van de Executieve van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;) <BFG 1989-12-21/41, art. 1, §3, 002; Inwerkingtreding : 1989-12-21>
4° (een vertegenwoordiger van de Ministers tot wiens bevoegdheid de Tewerkstelling en Arbeid, de Binnenlandse Zaken en de Justitie behoren;) <BFG 1989-12-21/41, art. 1, §4, 002; Inwerkingtreding : 1989-12-21>
(5° een vertegenwoordiger van het Koninklijk Commissariaat voor het migrantenbeleid.) <BFG 1989-12-21/41, art. 1, §5, 002; Inwerkingtreding : 1989-12-21>
Voor ieder lid van de Raad, met uitzondering van de voorzitter, de ondervoorzitters, de gecoöpteerde leden en de leden die niet stemgerechtigd zijn, wordt een plaatsvervanger aangewezen volgens dezelfde modaliteiten als deze voorzien voor de aanwijzing van de werkende leden.
De Raad moet bestaan uit ten minste tien werkende leden en tien plaatsvervangende leden die het statuut van in België gevestigde vreemdeling hebben.
De voorzitter en de drie ondervoorzitters vormen het bureau.
Art.4. De leden van de Raad, de voorzitter en de ondervoorzitters worden door de Minister benoemd; zij worden benoemd voor een periode van vier jaar. De mandaten kunnen twee keer hernieuwd worden.
De Minister bepaalt de presentiegelden en de vergoedingen voor verplaatsingskosten waarop de voorzitters, ondervoorzitters en leden van de Raad mogen aanspraak maken.
De werkingskosten van de Raad worden ten laste gelegd van de begroting van de Franse Gemeenschap.
Art.5. De Raad vergadert minstens vijf maal per jaar na bijeenroeping door de voorzitter. Deze moet tevens de Raad bijeenroepen indien één vijfde van de leden erom verzoekt.
Art.6. De Minister wijst onder de ambtenaren van de diensten van de Franse Gemeenschapsexecutieve de persoon (of personen) aan die belast is (zijn) met het waarnemen van het secretariaat van de Raad.
Art.7. De Raad mag deskundigen die geen lid zijn, uitnodigen en alle inlichtingen omtrent het onderwerp van zijn werkzaamheden inwinnen.
Art.8. Wanneer een nationaal Minister of een Gewestminister een advies van de Raad wenst te bekomen betreffende een aangelegenheid die onder zijn bevoegdheid valt, richt hij zijn verzoek aan de Minister die het verzoek om advies aan de Raad overmaakt.
Art.9. De Raad stelt zijn huishoudelijk reglement op dat aan de Minister ter goedkeuring wordt voorgelegd. Dit huishoudelijk reglement moet noodzakelijkerwijs de termijn vastleggen binnen dewelke de adviezen moeten gegeven worden, het vereiste aanwezigheidsquorum voor het geldig uitbrengen van een advies alsook de procedure die de Raad dient te volgen voor een uitspraak tijdens een latere vergadering, vooropgesteld dat een advies niet kon worden uitgebracht omdat het vereiste aantal aanwezige leden niet bereikt werd.
Art.10. Het koninklijk besluit van 7 december 1979 tot oprichting van een Adviserende Raad voor de Immigranten bij de Franse Gemeenschap, gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 april 1981 en door het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 april 1984, wordt ingetrokken.
Art. 11. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.